Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God is mij verschenen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God is mij verschenen

Jakob verlangde als vreemdeling naar huis

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dwalend loop je door de straten. Je bent op vakantie en verdwaald. Je kent niemand. Wat is deze stad mooi, maar wat heb je eraan? Je bent de weg kwijt, bovendien ken je hier niemand. Je krijgt een heel onbehaaglijk gevoel in je buik: je bent ver van huis en totaal vreemd. Jakob was ook een vreemdeling.

De aartsvaders leefden in een heel andere tijd dan wij. Er is nog geen tijd geweest waarin het dagelijks leven sneller ging dan in onze tijd. Jouw leven is veel ingewikkelder dan het leven van iemand van jouw leeftijd in de Oudheid, in de Middeleeuwen, of aan het begin van de twintigste eeuw. Er zijn zoveel dingen die je aandacht vragen. Dat gaat maar door. Het is geen wonder dat je helemaal onder de indruk bent van dit leven. Wat is er veel te zien! Wat is er veel te koop! Wat kun je veel bereiken!

Egypte
Het leven van twee jongens uit Egypte lijkt wel een beetje op dat van jou. Het zijn Efraïm en Manasse. Twee prinsen. Zonen van Jozef, de onderkoning. Ze hebben een gouden toekomst voor zich. Egypte is rijk en de mogelijkheden zijn oneindig. Hun leven lijkt in niets op dat van hun grootvader Jakob. Toch neemt vader Jozef zijn jongens mee naar hun opa. Het heeft het leven van deze jongens voor goed veranderd. Hun opa bidt in hun bijzijn tot zijn God (Hebreeën 11: 21). Daar, in Egypte klinkt het Evangelie in de oren van twee Egyptische, wereldse prinsen. Deze jongens gaat het voor de wind. Hun opa was het nooit voor de wind gegaan. Hij heeft een moeilijk leven gehad. Arm was hij niet. Hij was een ‘herdersvorst’, maar hij heeft allemaal problemen gehad. Hij was nog maar jong toen er ruzie ontstond tussen hem en zijn broer Ezau. Hij vluchtte weg. Later, toen hij ouder was en hij een gezin kreeg ontstonden er steeds weer problemen. In het gezin van Jakob was veel zonde. Zelf was hij hier ook schuldig aan. Hij had meerdere vrouwen en hield veel meer van Rachel dan van Lea, zijn eerste vrouw. De zonen van Jakob waren geen lieverdjes. Lees het op het leven van zijn kleinzoons in Egypte. Wat een verschil. Jakob was geen prins, hij was een herder en de Egyptenaars hadden een hekel aan schaapherders (Genesis 46: 34). Toch is dit niet het enige verschil. Jakob had een geheim: God was hem verschenen. Hij zegt tegen zijn zoon Jozef: God, de Almachtige, is mij verschenen (Genesis 48: 3). Bij aankomst in Egypte zegt Jakob tegen de machtige farao, als deze hem vraagt naar zijn leeftijd: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren (Genesis 47: 9). Jakob was een vreemdeling op aarde (Hebreeën 11: 13).
In de nacht bij Bethel heeft Jakob God ontmoet. Hij heeft een blik geslagen in de hemel, en dat heeft er voor gezorgd dat hij zich hier op aarde nooit meer thuis heeft gevoeld. Hij kon het niet langer vinden in de dingen van deze wereld. Wie door Gods Heilige Geest oog krijgt voor de waarheid van Gods woorden, die vindt hier op aarde het

Heimwee
De aartsvaders Abraham, Izak en Jakob waren vreemdelingen op deze aarde, omdat ze met God wandelden. God sprak tot hen en dat maakte hen tot vreemdelingen. Hun burgerschap was in de hemel (Filippenzen 3: 20). Ze hebben heimwee gekregen naar die God Die Zich steeds weer verrassend bekend maakte in hun leven. Jakob verlangde aan het einde van zijn leven naar de Heere. Bovendien had hij veel levenservaring. Hij wist dat er van hem zelf niets te verwachten was. Daarom zei hij op zijn sterfbed: Op Uw zaligheid wacht ik, HEERE (Genesis 49: 18). Vreemdelingen blijven verlangen naar thuis. In Oene, een plaatsje op de Veluwe, stond tientallen jaren geleden ds. J.T. Doornenbal. Heel regelmatig zei hij: “Die heimwee hebben, komen thuis.” En dat is echt waar!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2012

Daniel | 36 Pagina's

God is mij verschenen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 oktober 2012

Daniel | 36 Pagina's