Droefheid naar God

Paulus schrijft in zijn tweede brief aan de gemeente van Korinthe veel over verdriet en droefheid. Het is belangrijk om daarop te letten. Dit vormt de achtergrond voor de bekende tekst: Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid; maar de droefheid der wereld werkt de dood (2 Kor. 7: 10). In het tweede hoofdstuk van deze brief schrijft Paulus dat hij niet opnieuw in verdriet naar Korinthe wil komen. Blijkbaar is zijn laatste bezoek aan de gemeente een teleurstelling geweest. Waarom? In de twee brieven aan Korinthe lezen we over grote ruzies in de gemeente, waarbij mensen zelfs zover gaan dat ze elkaar voor de rechter dagen. We lezen over mensen die zichzelf beter vinden dan anderen en over het ontheiligen van het avondmaal. Blijkbaar maakt Paulus zich grote zorgen en heeft hij daar verdriet over. Hij zegt: Want ik heb ulieden (…) met vele tranen geschreven (2 Kor. 2: 4).

Geen spijt van verdriet

In hoofdstuk zeven van deze brief pakt Paulus het thema van de droefheid weer op. Hij legt uit dat hij weet dat zijn vorige brief verdriet opgeleverd heeft bij de mensen in Het is een droefheid die leidt tot het beste resultaat: bekering, omkeer, terugkeer naar God. Het verdriet door de vermaning van Paulus heeft er bij mensen in Korinthe toe geleid dat ze tot inkeer kwamen, dat ze berouw kregen over hun zonde, hun zonde gingen haten en loslaten en zich (opnieuw) tot God keerden.

Verdriet volgens God

Misschien vraag je je nu af: wat is dan droefheid naar God? Daarvoor is het belangrijk om naar vers tien te kijken: Want de droefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid, maar de droefheid van de wereld werkt de dood. Hier zie je een duidelijke tegenstelling: de droefheid naar God staat tegenover de droefheid van de wereld. Met ‘wereld’ bedoelt Paulus de zondige, van God afgekeerde wereld. Aards verdriet dus, waarin mensen in zichzelf gekeerd blijven. Dat leidt niet tot iets goeds. Sterker nog, uiteindelijk leidt dit verdriet alleen van God af, naar de dood. De droefheid naar God is beter. Het is belangrijk om te weten wat hier het Griekse woord voor ‘naar’ betekent. Dat is niet ‘naar’ in de betekenis van ‘van A naar B’, of in dit geval: van de mens naar God. Het betekent hier ‘volgens’, ‘naar de norm van’. Dus: verdriet volgens de norm van God, verdriet zoals God dat graag wil zien. In het geval van de mensen in Korinthe betekent dit, dat ze verdriet hebben gekregen over hun ruzies, over het ontheiligen van het avondmaal, over hun hoogmoed. Ze hebben er niet alleen spijt van, omdat ze daarmee Paulus verdrietig hadden gemaakt. Nee, ze beseffen dat ze daarmee, menselijk gesproken, God verdriet hadden aangedaan. Dit leidt tot bekering, tot het haten van hun zonden en een verlangen om heilig voor God te leven. Daar hebben ze geen spijt van gekregen, zo schrijft Paulus: het is een onberouwelijke bekering. Dat kan ook niet anders. De bekering die tot zaligheid leidt, levert nooit verdriet op. Iedereen van Gods volk zegt dan: “Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdriet gedaan.”

Kenmerken

Wat is dan precies dat verdriet volgens de norm van God? Het eerste kenmerk noemt Paulus zelf: het is verdriet wat ergens naar toe leidt, naar zaligmakende bekering. Een tweede kenmerk kun je lezen in het voorbeeld van de jongste zoon (Luk. 15). Hij beseft dat hij niet zomaar iets verkeerd gedaan heeft, maar dat hij tegen God gezondigd heeft. Als hij terugkeert naar zijn vader, zegt hij: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genoemd te worden. Welk verdriet overheerst in jouw leven? Is het een verdriet waarbij je bij jezelf terecht komt of is het een verdriet, omdat je God vertoornd hebt door je zonde?

Wat betekent… In dit jaar worden in deze rubriek moeilijk woorden en uitdrukkingen uitgelegd die je weleens in een preek hoort. Dit keer: Droefheid naar God

Heb je de pijn gevoeld?

Jeremia 5: 3 O HEERE! zien Uw ogen niet naar waarheid? Gij hebt hen geslagen, maar zij hebben geen pijn gevoeld; Gij hebt hen verteerd, maar zij hebben geweigerd de tucht aan te nemen; zij hebben hun aangezichten harder gemaakt dan een steenrots, zij hebben geweigerd zich te bekeren.

Joël 2: 13 En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen