Geloven tegen de klippen op

Onbegrijpelijk. Een ander woord is er niet voor het slot van het gebed van Habakuk in Habakuk 3. Leef je eens in de situatie van de profeet Habakuk in. Lees maar mee in hoofdstuk 1. De profeet kan zich niet op straat vertonen, hij wordt overal lastig gevallen. Criminelen zijn de baas in Juda, rechtvaardige mensen komen om. En als er al eens een boef wordt opgepakt, dan blijkt dat de rechters er niets aan doen.

Vergeefs bidden
Niet alleen de rechters doen niets, nee veel erger: God doet niets.
HEERE, hoe lang schreeuw ik, en Gij hoort niet? Toch hoort God Habakuk en Habakuk ziet dat God de daverende legers van de krijgsheren uit Babel zal sturen. Vervolgens lijkt het middel erger dan de kwaal.
Het geweld van de soldaten is erger dan dat van wolven. Ze zuigen het land leeg en voeren het volk weg. Habakuk klaagt daarover tegen God. Dan laat God hem zien dat ook de legers uit Babel vernietigd zullen worden. Maar het kan nog lang duren: Zo Hij vertoeft, verbeid (verwacht) Hem, want Hij zal gewisselijk (zeker) komen. Ondanks deze belofte zit Habakuk nog in de ellende. Wat zal er uiteindelijk van komen? Loopt de geschiedenis van Israël dood in de allesvermalende oorlogsmachinerie?

Bidden om genade
Enorm moeilijk. Dat is de toestand van Habakuk. Dan bidt hij: HEERE, als ik Uw rede gehoord heb, heb ik gevreesd. Hij denkt aan het geweld en het onrecht in Juda. Hij denkt aan het wapengekletter van de brute soldaten uit Babel. Habakuk roept het uit: “Wat blijft er over van het volk?” Hij vraagt drie keer achter elkaar of God Zijn eigen werk overeind wil houden (Hoofdstuk 3:2):
Uw werk, o HEERE, behoud dat in het leven in het midden der jaren, maak het bekend in het midden der jaren, in de toorn gedenk des ontfermens.
Habakuk vraagt of God Zijn werk wil behouden, wil bewaren, te midden van jaren van doffe ellende. Hij vraag of God het bekend wil maken, of God Zijn werk tot leven wil roepen, zoals Hij ook de mens tot leven riep bij de schepping. Habakuk vraagt om ontferming, om barmhartigheid, om genade.

Aanbidden van Gods macht
God is de Almachtige, de Overwinnaar. Zo aanbidt Habakuk God in vers 3 tot en met 7. Habakuk ziet God uit de richting van de Sinaï komen, via de berg Paran en Theman (Edom) (vergelijk Deut. 33: 2). De Heere is de Heilige die dondert op de Sinaï. Zijn verschijning is als die van de zon en Zijn macht is ongekend. De heuvels en de bergen die er altijd al waren, worden zomaar op zijn kop gezet.
Habakuk ziet ook dat het geweld van de God van de Sinaï anders is dan van die godenzonen - zoals ze zelf dachten (Hab. 1:11) - uit Babel. In tegenstelling tot de legers van Babel is God wel rechtvaardig, God straft de goddelozen. Gij toog uit tot verlossing Uw volks, tot verlossing met Uw gezalfde, Gij doorwondde het hoofd van het huis des goddelozen.

Nochtans zal ik juichen
Na het overdenken van Gods macht beeft Habakuk. Hij voelt het in zijn buik. Hij wordt er niet goed van.
Desondanks komt dan het loflied als slot van het gebed. Habakuk juicht op de puinhopen:
Alhoewel de vijgenboom niet bloeien zal en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het werk des olijfbooms liegen zal en de velden geen spijze voortbrengen; dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal, en dat er geen rund in de stallingen wezen zal, Zo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde opspringen; Ik zal mij verheugen in de God mijns heils.
Onbegrijpelijk. Hoe kun je zo je gebed eindigen, terwijl je maag nog omdraait van het geweld dat je gezien hebt? Hoe kun je dit gebed zingen in de tempel? Dat is de kracht van het geloof. Misschien ken je die tekst wel, de bekendste tekst van Habakuk: De rechtvaardige zal door zijn geloof leven. ‘Zijn geloof’, staat er. Het geloof van Jezus Christus, de enige Rechtvaardige (zie Rom. 3: 22). Dat geeft leven, zelfs als je midden in de dood ligt, zelfs midden in de dood van je zonden. Kun jij vanuit dit geloofsvertrouwen bidden?

Belangrijk:
• Habakuk bidt zelfs terwijl hij denkt dat God niet luistert
• Hij aanbidt Gods almacht een oordeel, terwijl hij denkt aan Gods verschijning bij de Sinaï
• Habakuk vertelt aan God welk onrecht en ellende hij ervaart
• Temidden van de ellende zingt hij een loflied, door het levendmakende geloof

Wat zegt dit jou?
• Je mag en moet bidden, zelfs als je geen verhoring lijkt te krijgen.
• Stort al je klachten en noden bij God uit.
• Aanbid Gods handelen en vertrouw dat God rechtvaardig en goed is.
• Vraag om het geloof waardoor je kunt zingen: “In de grootste smarten blijven onze harten in den Heer gerust”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen