Brood des levens

Om te kunnen leven moeten we brood eten. Zo is het ook met het geestelijke leven. Je hebt geestelijk eten nodig om het eeuwige leven te verkrijgen. De Heere werkt dit alles in de wedergeboorte. Dan krijg je honger. Honger naar God. Honger naar Zijn woord. Zonder honger zal niemand eten van het Brood des levens. Wij hebben God verlaten. Als we dat werkelijk beseffen vergaan we (net als de verloren zoon) van de honger, omdat we geen God hebben voor ons hart en geen Borg voor onze schuld. Dan zijn we als iemand die bijna sterft van de honger. Zo iemand kun je goud aanbieden. Je kunt mooie muziek voor hem spelen. Maar hij zal het niet willen, hij heeft alles over voor een stukje brood.

Heb jij honger?
Bij de geboorte van de Heere Jezus werd al duidelijk dat Hij iets met brood te maken had. Hij kwam uit Bethlehem. De naam Bethlehem betekent ‘Broodhuis’. Een plaats waar hongerige mensen gevoed worden. De Heere Jezus was Zelf het Brood. In Johannes 6 staat het. Ik ben het Brood des levens, die tot Mij komt zal geenszins hongeren. De Heere Jezus bedoelt hier geestelijke honger. God zal er altijd zijn om die honger te stillen. Ken jij die geestelijke honger? Verlang jij ernaar om Gods Woord te horen? Als je echt honger hebt, doe je er alles aan om eten te krijgen. Dan wacht je niet rustig af tot er iemand langs komt met brood. Nee, dan ga je zoeken naar brood. Dan schreeuw je erom. Wat is het een zegen als je honger hebt gekregen. Weet je waarom? De Heere Jezus zegt: Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. Er is geen twijfel: hongerigen zullen verzadigd worden. Rust daarom niet, voordat je Hem hebt gevonden, Hij die het Brood des Levens is.

Brood uitdelen
De Heere Jezus sprak veel over brood. Denk maar aan de gelijkenis van de zaaier en de gelijkenis van het zaad. Ook in de wonderen die Hij deed, komt soms iets van het brood naar voren. De wonderbare spijziging bijvoorbeeld. Hij gaf duizenden mensen brood en vis te eten. De Heere Jezus zorgt voor de tijdelijke noden van mensen. Zorg jij ook voor mensen die geen eten hebben? Of houd jij je portemonnee stijf dicht terwijl anderen honger lijden?

Het Brood des Levens
Met dit wonder laat de Heere Jezus nog meer zien. Want als Hij duizenden mensen brood en vis gaf, zou Hij dan ook geen duizenden mensen geestelijk brood kunnen geven? Hij is niet alleen machtig om dat te doen. Hij is ook gewillig om voor onze geestelijke nood te zorgen. En daarin is Hij niet karig.
De Heere Jezus noemt zichzelf ‘het Brood des Levens’. Hij zegt van Zichzelf: Mijn Vader geeft u het ware Brood uit de hemel. Want het brood Gods is Hij Die uit de hemel neerdaalt, en Die der wereld het leven geeft (Joh 6:32). God de Vader heeft Zijn eigen Zoon gegeven aan een wereld zonder God. Niet alleen om eten uit te delen. Jezus was Zelf het Brood. Hij heeft Zichzelf gegeven. Het kostte Hem Zijn leven om voor de zonde te betalen. Daar gaat het ook over in het Heilig Avondmaal. De zaligheid is niet goedkoop. Het is betaald met het vlees en bloed van Gods Zoon. De Heere Jezus wijst op Zichzelf: Ik ben het Brood des Levens. En: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. Mij heb je nodig. Zonder geloof in Mij sta je schuldig voor God. Dan zul je eeuwig honger en dorst hebben. Laat jij dit Brood links liggen?

Een graantje meepikken
Later waarschuwt de Heere Jezus de discipelen voor het zuurdesem van de Farizeeën. Eerst begrijpen ze niet wat Hij bedoelt. Later zien ze dat hij de leer van de Farizeeën bedoelt. Hier kunnen wij ook wat van leren. Niet al het brood dat uitgedeeld wordt, is het goede brood. Pas dus op wat je aanneemt. Een Visje-poster verwoordt het op een andere manier: Als je overal een graantje meepikt, laat je het Brood des Levens liggen. Misschien een wat vreemde uitspraak. Maar wel één om over na te denken. Overal een graantje meepikken. Overal in de wereld je thuis voelen en meedoen. Dat kan niet samengaan met het Levende brood. Als je overal al wat gegeten hebt, dan heb je geen honger meer. Als de wereld je honger stilt en je leven vult, verlang je niet meer naar het Levende brood! Hoe is dat bij jou?

Geen honger (meer)
Er zijn twee soorten mensen die geen geestelijke honger hebben naar God. Als eerste: mensen die in de hemel mogen zijn. Zij hebben voor eeuwig genoeg aan God. Dat had de Heere Jezus hen al beloofd: Die tot Mij komt zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft zal nimmermeer dorsten (Joh 6:35). Maar ook dode mensen hebben geen honger. Ben je nog geestelijk dood? Is dat de reden dat jij geen honger hebt? Vraag de Heere Jezus of Hij je geestelijk levend maakt. Hij heeft gezegd: De doden zullen horen de stem van de Zoon van God, en die ze gehoord hebben, zullen leven (Joh 5:25).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen