De Heere op de eerste plaats

Wat is bekering?
“Als de Heere je bekeert, krijg je een verlangen om Hem oprecht en met je hele hart te dienen en te volgen. Je leven krijgt een andere wending. Je zou het kunnen zien als een kruising waarbij je een andere weg inslaat dan je altijd ging. Een weg die naar de Heere leidt en waarin de wil van de Heere in de eerste plaats komt in plaats van wat je zelf wilt. Wat neemt de belangrijkste plaats in je leven in? Dat kan voor iedereen weer anders liggen. Voor de een is dat zijn carrière, voor de ander sport, voor weer een ander zijn uiterlijk, of noem maar op. Het gaat dus om alles wat de plaats van de Heere inneemt. De belangrijkste vraag is: waar gaat je hart naar uit?”

Calvijn noemt bekering ‘boetvaardigheid’. Bekering heeft dus alles te maken met berouw over de zonde en afscheid nemen van de zonde. Hoe kun je dat doen?
“Je leest in de Bijbel veel voorbeelden van boetvaardigheid, zoals van David, denk aan Psalm 51 of Hizkia, die bidt: Heere wees Gij mijn Borg, of Petrus, als hij wenend wegloopt nadat hij de Heere heeft verloochend. De boetvaardigheid leert ons bidden: ‘Heere bekeer ons tot U’. Dat wil niet zeggen: af en toe de Heere dienen als het ons uitkomt, maar dat is een verlangen om voorgoed afscheid te nemen van de zonden. Dat gaat met vallen en opstaan. Bekeerde mensen zijn geen volmaakte mensen. Maar als het goed is, brengt bekering ons dagelijks bij Christus, we hebben iedere dag verzoening nodig. De pijn over de zonde tegen een goeddoend God wordt steeds dieper gevoeld. We komen niet boven Petrus uit, als hij zijn Meester verloochent. Zonden doen, is het verloochenen van de Meester.”

Was bekering in de tijd van uw jeugd makkelijker dan nu?
“Nee, van de kant van de Heere zeker niet. Ik denk wel dat de omstandigheden vroeger anders waren. Er was niet zo’n indringende beïnvloeding door media en welvaart. Aan de andere kant werd tijdens mijn jeugd minder gepraat. De catechisatiegroepen waren groot en jongeren stelden minder vragen dan jongeren nu. Vroeger kon je meer opgaan in de grote massa zonder echt betrokken te zijn, terwijl van jongeren nu een veel duidelijkere keuze wordt gevraagd. Het is positief dat jongeren vragen stellen. Wel geldt hierbij dat het gezag van Gods Woord leidend moet zijn en niet wat wij vinden, voelen en denken.”

‘Bekeert u’ staat vaak als een opdracht in de Bijbel terwijl duidelijk is dat we onszelf niet kunnen bekeren. Hoe moeten we met dit spanningsveld omgaan?
“Bid de Heere: ‘Doet U wat ik niet kan en werk Uw wil door Uw Geest’. Als je de Heere oprecht belijdt dat het zelf niet kunt, hoor je niet meer bij degenen die gerust en zorgeloos leven. Dan is er nood. Dat is iets anders dan zeggen: ‘Ik kan me niet bekeren, U moet het doen’, als een excuus om tegelijkertijd gerust door te leven. Wulfert Floor zegt in zijn Eenvoudige Oefeningen: ‘Als je echt verlost wilt worden uit je onbekeerde staat, hoeveel zonden er ook zijn, hoe oud je bent geworden, zo mag ik u met grote vrijmoedigheid aanprijzen om veel te bidden: ‘Heere, bekeer me, zo zal ik bekeerd zijn’.

De Heidelberger Catechismus noemt de bekering ‘afsterving van de oude mens’ en ‘opstanding van de nieuwe mens.’ Ook wordt gesproken over een ‘hartelijk leedwezen’ omdat wij ‘God door onze zonden vertoornd hebben’ en een ‘hartelijke vreugde in God door Jezus Christus’ en ‘een lust en liefde om naar al Gods geboden te leven’. Hoe ervaart u dat in uw persoonlijk leven?
“Het afsterven van de oude mens is bij tijden merkbaar in je leven. Je krijgt er verdriet over dat de Heere niet altijd de eerste plaats in je leven heeft. Je voelt steeds dieper dat er niets goeds uit jezelf voorkomt. Het afsterven van de oude mens is duidelijk Gods werk en ik kan mezelf daar niet brengen. Ik ben zo vaak een gebroken bak, waar het water uitloopt. Denk aan een schaal met een scheur waar je water ingooit. Het water blijft er niet in staan. Het leven dichtbij de Heere en naar Zijn wil, wat je zo graag wilt vasthouden, ontglipt je. De Heere Zelf moet het steeds weer geven en bevestigen. Dan mag je bijvoorbeeld tijdens het Heilig Avondmaal of tijdens een doopdienst, of bij het lezen in de Bijbel ervaren dat alle bestrijders van je afgenomen worden. Een voorbeeld van zo’n bestrijder is de duivel die je influistert: ‘Hoe kun je nu die zonde doen, terwijl je de Heere dient?’
Het inleven dat je de Heere vertoornd hebt door je zonden is heel persoonlijk. Daar moet de Heere je bij bepalen. Ik was onder de indruk over wat mijn moeder vertelde. Haar godvrezende vader stond bij zijn koeien die mond-en klauwzeer hadden. Hij zag hoeveel pijn ze leden en zei toen: ‘dat is een gevolg van mijn zonden’. Toen werd hij duidelijk bepaald bij de gevolgen van zijn zonden.
Ook de vreugde in het dienen van de Heere geeft Hij zelf. Dan mag ik soms ervaren wat in psalm 17 vers 3 staat:

Ik zet mijn treden in Uw spoor,
Opdat mijn voet niet uit zou glijden
Wil mij voor struikelen bevrijden
En ga mij met Uw heillicht voor,
Ik roep u aan, blijf op U wachten,
Omdat G’,o God mij altoos redt
Ai, luister dan naar mijn gebed
En neig Uw oren tot Mijn klachten.

Het leven naar Gods geboden en naar Zijn wil, geeft zo’n grote vreugde en rust. Zelf kan ik mijn treden niet in dat spoor zetten, maar de Heilige Geest wil dat werken.”

Wat wilt u tot slot meegeven aan de jongeren?
“Lees veel in je Bijbel, want daarin wil de Heere Zich laten vinden. Mijn moeder zei altijd als ze de zon zag ondergaan: ‘Zie je de zon en de maan aan de hemel staan? Dat betekent dat je nog bekeerd kunt worden. Zolang de zon en de maan aan de hemel staan, zal Zijn Naam nog worden voortgeplant van geslacht tot geslacht’.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen