Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een ding weet ik

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een ding weet ik

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een ding weet ik, dat ik blind was en nu zie (Joh.9:25b).

Wij ontmoeten hier een man, die maar één ding wist. Maar wat hij wist was van groot belang. Hij kon zeggen: Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie. Wat een wonder was dit! Hij was blind vanaf zijn geboorte en nu kon hij weer zien. Wij zijn geestelijk blind vanaf onze geboorte. Maar Jezus, Die deze blinde ziende maakte, kan ook ons ziende maken. Dan mogen wij met deze man zeggen: “Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie”. Er is dan een groot wonder met ons gebeurd. Het is opmerkelijk, dat deze man nu pas over het verschil tussen blind zijn en kunnen zien spreekt. Hij zegt: Dat ik blind wàs. Wanneer de Heere Jezus door Zijn Geest je de ogen heeft geopend, dan pas zie je je vroegere blindheid. Van nature zien wij onze blindheid niet. Wij zijn dan een vreemdeling voor God en ons hart. Wij hebben dan geen kennis en gevoel van onze verloren staat. De blindheid van de mens in geestelijke zaken wordt in de Schrift met sterke bewoordingen geleerd. Zo horen wij de apostel zeggen: In dewelke de god dezer eeuw de ogen verblind heeft, namelijk der ongelovigen, opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie van de heerlijkheid van Christus (2 Kor.4:4). Een geestelijk blinde zondaar ziet niets van de eigen duisternis, noch van het Licht des levens. Hij is blind voor de diepe ellendestaat waarin hij verkeert. Hij meent rijk en verrijkt te zijn en geen dings gebrek te hebben. Hij ziet geen verschil tussen licht en duisternis, vrede en toorn, gemeenschap met God en gemeenschap met de duivel. Wanneer hij de Bijbel leest, ligt er een deksel op zijn hart. Wanneer hij hoort van de vloek van de Wet, die op de overtreder ligt, voelt hij geen vrees. Wanneer hij in het Evangelie van Jezus hoort, ziet hij in Hem geen gedaante noch heerlijkheid. De zoetheid van het Woord kent hij niet. De liefelijkheid van de dienst des Heeren is een vreemde zaak voor hem. Hoe ellendig is de geestelijk blinde zondaar!
Hoe groot is tegen deze achtergrond de genade van God om te kunnen zeggen: Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie. Als onze ogen geopend zijn, weten wij inderdaad dat wij eens blind waren. Maar dan mogen wij ook zeggen: “Maar nu zie ik”. Veel kan er in het duister liggen. De tijd waarop wij ziende werden, kunnen wij misschien niet zo duidelijk aanwijzen. En wie, of wat ons de ogen heeft geopend, weten wij waarschijnlijk ook niet. Maar dat is ook niet het voornaamste. Het voornaamste is, dat wij de blindgeborene kunnen nazeggen: “Eén ding weet ik, dat ik blind was en nu zie”.
Zijn jouw ogen geopend voor het gevaar, je verkeerde weg, je boze daden en je onreine hart? Is er licht gevallen op je schuldigheid en verdoemelijkheid voor God? Zijn je ogen geopend voor de heerlijkheid van Christus? Is er licht gevallen op Jezus als de van God gezonden Zaligmaker, Wiens bloed betere dingen spreekt dan Abel? Heeft het gezicht van Christus, de heerlijkheid van alles buiten Hem verdonkerd? Acht je alle dingen schade te zijn om Christus te winnen? Dit zijn gezegende bewijzen, dat Jezus je ogen heeft geopend en dat je getrokken bent uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Al wordt je gezicht van Christus hier nog dikwijls verdonkerd, eens zul je Hem zien, zoals Hij waarlijk is. Als je meent te zien en in werkelijkheid nooit iets zag van je eigen verlorenheid en Jezus’ heerlijkheid, ben je nog blind en van verre niet ziende. Maar ook voor jou is bij Jezus medicijn. Van Hem zei de schare: Hij doet de blinden zien, de doven horen en de kreupele wandelen. Roep tot Hem met Bartimeüs: Jezus, Gij zone Davids, ontferm u mijner!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2016

Daniel | 32 Pagina's

Een ding weet ik

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 april 2016

Daniel | 32 Pagina's