Volg Mij

Petrus nam een bijzondere plaats in onder de discipelen. Hij was een echt kind van God, een vurige discipel. Maar… toen Jezus Zijn discipelen ging zeggen, dat ‘Hij moest heengaan naar Jeruzalem en veel lijden van de ouderlingen en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden, en ten derden dage opgewekt worden…’ (vs. 21), was Petrus het daar niet mee eens. Hij nam Jezus apart en bestrafte Hem zelfs: Heere, wees U genadig, dit zal U geenszins geschieden. (vers 22).

Met deze berisping ging Petrus in tegen de prediking van de Zoon van God! Het kan dan wel zijn dat Petrus dat uit onkunde en liefde tot Jezus zei, maar hij onderwierp zich niet aan Jezus’ woord. Dat is een diepe zonde, een grove schuld.
Daarom bestrafte Jezus Zijn discipel in ongekend scherpe bewoordingen: Ga weg achter Mij, satanas! Gij zijt Mij een aanstoot. Als een mes moeten deze woorden van Jezus het hart van Petrus doorsneden hebben. Wordt Petrus hier een ‘satanas’ (dat is: een ‘tegenstander’) van Jezus en Zijn Middelaarswerk genoemd? Ja. En ook: ‘een aanstoot’; dat is een ‘struikelblok’, een ‘sta-in-de-weg’.
Petrus moest nog leren dat de Heere Jezus gekomen was als de lijdende Knecht van de Vader, als het Lam van God, Dat… geslacht moest worden. Johannes had op Hem gewezen: Zie, het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt! Christus moest de schuld verzoenen, de prijs voor de zonde van Zijn Kerk betalen. Hij zou eenmaal uitroepen aan het kruis: ‘Het is volbracht!’ Dat betekent ook: ‘De prijs is betaald!’ Hij zou vrijwillig de vervloekte kruisdood sterven om Zijn kinderen het eeuwige leven te kunnen geven. Christus zou aan het recht van de Vader voldoen. Daarvoor moest Hij de dood in. Maar zó wilde Petrus het niet.

Willen wat God wil
Nu gaat Christus hem onderwijzen: Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelven en neme zijn kruis op en volge Mij. De Zaligmaker bedoelt: ‘Als iemand Mijn discipel, Mijn volgeling wil zijn en achter Mij aan wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zichzelf vergeten, zijn eigen belangen en interesses opzij zetten.’
Dat wil zeggen dat je dan niet meer je eigen zin doet, je eigen wil volgt, maar… dat je gaat willen wat Gód wil. Dan zeg je: ‘Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?’

Wat zegt Jezus nog meer? ‘… die neme zijn kruis op…’ Wat betekent dat? Zoals je weet, waren de Romeinen aan de macht in Israël. Zij brachten de gruwelijkste misdadigers ter dood aan een kruis. Dat was de meest wrede methode en in de Bijbel zelfs vervloekt. De Romeinen vernederden deze zware criminelen diep door hen zelf hun kruis te laten dragen naar de plaats van de terechtstelling.
Hier zegt Jezus dus tot Zijn discipelen: ‘als u Mij wil volgen, moet u als een veroordeelde misdadiger uw weg gaan. Dan moet u uw kruis dragen, net als Ik straks.’ Op zo’n moment ga je de weg bewandelen die je moet volgen. Je stribbelt niet meer tegen. Want je hebt die straf verdiend. Je bent alle rechten kwijt. Je ligt onder de vloek. Je hebt de dood verdiend.

Zo is het met een kind van God ook. Hij leert ‘amen’ zeggen op wat God eenmaal zei: ‘De bezoldiging (het loon) der zonde is de dood’. Hier wordt Gods kind het met de Heere eens. Hij gaat buigen onder Zijn heilig recht en zegt: ‘Heere, het is waar. Ik ben, door Uwe wet te schenden, krom van lenden, vol van druk, benauwd van hart. Ik heb niets in te brengen, ik heb geen rechten meer, ik moet verloren gaan om eigen schuld.’ Zulke mensen blijven wel smeken om genade, maar ze stellen hun eigen wil niet meer voorop. Ze vragen: ‘Wat wilt Gij?’ Ze gaan willen wat God wil.

Wat een les voor Petrus! Hij dacht dat hij het zo goed meende. Nu moet hij echter leren, dat hij het niet begrijpt, dat hij dwaas is in zichzelf. Hij is blind voor de weg die Christus gaan moet. Christus moet met Zijn bloed, Zijn leven, het loon op de zonde betalen in de plaats van Petrus. Daardoor wordt hij verzoend met God.

Jezus volgen
Als Gods kinderen nog aan het begin van de bekeringsweg staan, verstaan ze nog niet wat ‘Jezus volgen’ betekent. Ze moeten nog gaan ervaren wat het is om het kruis op zich te nemen. Maar zó komen ze achter Jezus aan. Ze worden gewillig gemaakt om te buigen onder Gods recht, ze worden het eens met de rechtvaardige, eerlijke straf op hun zonde. Die hebben ze immers echt verdiend!
Jezus volgen is: gaan willen wat God wil. Ook in het dagelijks leven. ‘Een kruis’ kan ook betekenen: een moeilijkheid, een beproeving, zelfs vervolgingen! Het volgen van de Heere Jezus kan je je leven kosten. Denk maar aan Stéfanus. Toch leken de stenen deze eerste martelaar niet te deren. Hoe kwam dat? Stéfanus had ervaren dat het volgen van Jezus nóg iets inhoudt. Het is ook: in Jezus’ nabijheid verkeren, Zijn liefde ervaren, Zijn genade ontvangen, Zijn vrede proeven. Wie Jezus volgen mag, is veilig. Die is Zijn eigendom; dan is Hij je ‘enige troost’ in leven en… in sterven. Dan wacht een zalige toekomst, een eeuwige heerlijkheid.

Lees vers 25 en 26 eens voor jezelf en beantwoord deze vraag: ‘Volg ik Hem al?’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen