Leer mij bidden
In de donkere stilte van de nacht, lang voor de eerste lichtstralen aan de horizon verschijnen, klimt Hij de berg op. Alleen. Iedereen slaapt. Hij waakt. Hij spreekt met Zijn Vader. Hij bidt.
Daar knielt een jongen (het mag ook een meisje zijn) in de donkere stilte van de nacht, voordat de eerste lichtstralen aan de horizon verschijnen. Alleen. Iedereen slaapt. Maar hij bidt, worstelt, zoekt naar woorden, maar vindt ze niet. Het lukt niet. Maar het moet. Het hart schreeuwt, vol van gemis tot God: “Heere Jezus, ontferm U over mij”.
Biddend ging Jezus Zijn weg op aarde. Biddend voor de Zijnen, vlak voor Zijn sterven: “Vader, Ik bid voor hen.” Biddend is Hij nu aan de rechterhand van Zijn Vader, als Hogepriester. Pleitend op Zijn eigen bloed. Niet onzeker over de uitkomst, maar wetend dat Zijn Vader Hem altijd hoort.
Het gebrekkig bidden van de jongen, het meisje, klimt tot de hemel. Hij hoort. En de gedachten leiden naar de berg waar Jezus alleen bad. “Jezus, in Uw bidden alleen kan ik bestaan. O, leer mij, arme dwaas, hoe dat ik bidden moet!”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2017
Daniel | 32 Pagina's