Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sterker dan de zee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sterker dan de zee

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vraag mensen in Zeeland, Indonesië of Bangladesh naar de gevaren van de zee. Ze weten hoe hoog de golven kunnen komen. Ze kennen het gebulder van de zee. Ze hebben de gevaren ondervonden. Wie zal tellen hoeveel mensen in de zee zijn verdronken? Wie houdt de huizenhoge golven tegen? De zee komt en de zee neemt. Niemand houdt de stromen tegen.

Zo heeft God het niet geschapen. Op de tweede dag bracht Hij het al het water bij elkaar in oceanen, zeeën en meren. Hij bekeek het ‘en God zag dat het goed was (Gen. 1:10)’. De zee was een zegen. Een goede plaats voor al die kleine en grotere vissen die op de vijfde dag geschapen zijn.

De zondeval veranderde alles. De gevolgen zijn groot: zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt (Gen. 3:17). De vloek rust ook op de zee. De zee werd het oordeel voor de mensen in de tijd van Noach, later voor de Farao en zijn soldaten. Niemand kon aan haar golven ontkomen! Steeds wordt teruggewezen op deze geschiedenissen. De zee wordt het beeld van Gods toorn over de zonde. Wie zal die toorn tegen houden en ontlopen?

Toch is er Eén, die door heel de Bijbel heen, sterker blijkt dan de bruisende zee (Ps. 93:4). Hij hield de zee tegen en baande er een weg door. Hij bestrafte de zee en er kwam een grote stilte. Het maakte de discipelen stil: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn? (Matth. 8:27). Hij droeg de toorn van God over de zonden. Alleen door Hem kunnen we door de zee van Gods toorn heen, terug naar God.

Gestraft door de Zee
De zee als beeld van Gods toorn
Als God, in de tijd van Noach, naar de aarde kijkt, ziet Hij daar al die verschillende mensen. Ze zijn druk met allerlei gewone dingen: eten en drinken regelen, trouwplannen maken en vooral zorgen dat de tijd op aarde zo comfortabel mogelijk verloopt. Begeerten en verlangens worden veel belangrijker dan de geboden van God. Ze leven goddeloos, los van God. Dan wordt het grote verschil zichtbaar tussen die Heilige God, Die toornt over de zonde en de verdorven mensen, die niets liever doen dan zondigen. Zij missen het grote doel, waarvoor God hen geschapen heeft. Hij moet de zonde straffen.

Toch doet Hij dat niet direct. Noach mag de weg tot behoud gaan maken én aanwijzen. Hij moet de mensen wijzen op de straf die komen gaat én oproepen tot bekering. Ze willen niet luisteren. Petrus beschrijft het later in zijn brief: door hun ongehoorzaamheid zijn zij nu in de hel, wachtend op de dag van het oordeel. God was lange tijd geduldig geweest. Aan Zijn geduld kwam een eind toen Hij de deur van de ark sloot.

De enorme watermassa, waarin zoveel mensen omkomen, is het beeld van de toorn van God. Die is niet tegen te houden. In het doopformulier staat dat wij ‘kinderen des toorns’ zijn. De toorn van God rust op ons. Maar God is lankmoedig, traag tot toorn. Hij stelt de straf uit en geeft genadetijd. Hij roept op tot bekering. Hoe denk jij onder Gods toorn vandaan te komen?

Noach en zijn gezin geloofden Gods woorden. Zij waren veilig in de ark. Petrus trekt dit beeld door naar het Nieuwe Testament. Christus is de Ark van de behoudenis. Iedereen die tot Hem de toevlucht neemt, is veilig, wordt gespaard voor de eeuwige dood in het helse vuur. Hij ging onder in de zee van de toorn van Zijn Vader. Maar Hij kwam boven, heeft de straf gedragen, Gods toorn gestild. Hij heeft de gerechtigheid verdiend. Iedereen die in Christus gelooft, is rechtvaardig voor God. Geloof je dat God de waarheid spreekt, als Hij zegt dat Hij toornt over de zonde? Hij gaf ook Zijn Zoon en belooft in Hem redding. De evangelieboodschap klinkt. Geloof het en bekeer je, voordat het te laat is en Gods toorn ontbrandt.

Een pad door de Zee
De zee als beeld van Gods almacht
Onmogelijk, dit wordt sterven. Wanhopig kijken de Israëlieten naar de hoge bergen naast hen, het machtige leger van Farao achter hen. Verder trekken is onmogelijk. Die grote watervloed van de Schelfzee voor hen, is overweldigend. In doodsnood schreeuwen de Israëlieten het uit, tegen God en tegen Mozes.

God vergeet Zijn volk niet. Op dit beslissende moment geeft Hij een schijnbaar onmogelijke opdracht: Zeg de kinderen Israëls dat zij voorttrekken! Mozes steekt zijn staf omhoog, over het water. Een sterke oostenwind blaast het water één kant op, zo komt er een pad door de zee. De Engel Gods, de Heere Zelf, gaat tussen Zijn volk en de Egyptenaren in staan. Ook de wolkkolom doet dit. Het schijnt de Israëlieten bij en zet de Egyptenaren in het donker. Al die Israëlitische mannen, vrouwen, kinderen, waarschijnlijk zo’n twee tot drie miljoen, gingen over het pad naar de andere kant van de zee.

Als de Egyptenaren het pad zien, worden ze overmoedig. Blindelings volgen ze hun prooi, tot het hele leger in de zee loopt. Dat zaait de Heere paniek onder hen. Het wordt een grote chaos. Op Gods bevel steekt Mozes zijn staf weer omhoog. De watermuren storten in en verdelgen de Egyptenaren. Allemaal verdrinken ze.

De Rode Zee werd voor de Israëlieten een middel om te ontkomen aan hun vijanden. Voor de Egyptenaren een vernietigende straf. God komt in deze geschiedenis zo wonderlijk aan Zijn eer. Zowel in het straffen van de goddelozen, als in het ontfermen over Zijn volk. Dwars door de onmogelijkheid heen baant Hij een weg. Het is tegelijk een voorbeeld voor de toekomst. Al waren de Israëlieten verlost uit Egypte, de vervolging is niet voorbij. Maar hoe groot het gevaar ook is, God is hun verlossing.

Onmogelijk, zo kan het lijken als je naar jezelf kijkt. Het gevecht tegen de zonde verlies je keer op keer. De weg naar God is afgesneden, van ons vandaan komt het nooit meer goed. Je worstelt, want jij kunt jezelf geen gelovige maken… Wat een wonder, dat God juist door de onmogelijkheid heen werkt. Hij baande in Christus een weg terug. Bij Hem is redding, verlossing van de macht van de duivel en ons ongeloof.

Geen zee meer
Als Johannes op het eiland Patmos is, ziet hij in een visioen een glazen zee. Er is geen golf, geen rimpeling te zien. Het lijkt een glasplaat, helder en doorzichtig. Onder water zijn vuurvlammen. Aan de oever van de zee staan allerlei mensen. Het is een grote schare, die niemand tellen kan.

Als de Heere terugkomt, dan zal Hij Zijn kinderen thuis halen. Dan mogen zij daar staan, aan de oever van de glazen zee. Daarna zal Hij het vuur van Zijn toorn uitstorten over al Zijn vijanden. Over hen die hun verzet tegen God volgehouden hebben. Die Christus als Redder hebben verworpen, zullen Hem hier als Rechter tegen. Mensen die grote zonden hebben gedaan: moordenaars, criminelen. Zij die God vaarwel hebben gezegd. Maar ook keurige kerkmensen, die Gods boodschap van zonde én genade steeds weer naast zich neer legden.

Gods kinderen zullen daar zingen tot Gods eer. Dat lied zal volmaakt klinken. God Zelf wordt daar verheerlijkt, in het rechtvaardig straffen van de zondaren én in het lied van hen die Hij verlost heeft. Ze zijn niet beter, het is niet door eigen verdiensten. Ook zij waren ‘kinderen des toorns’. Door genade hebben zij Christus leren kennen. Hij heeft hun zondeschuld betaald, de toorn van Zijn vader gedragen. Ze zingen er over in het lied van Mozes en het Lam: Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere, Gij almachtige God, rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij Koning der heiligen! (Openb. 15:3).

Daarna ziet Johannes de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Eén ding ontbreekt: en de zee was niet meer (Openb. 21:1). De zee was het beeld van de dreigende macht van de zonde, van Gods toorn, van de opstandige volkenmassa. Hiervoor is geen plaats op de nieuwe aarde. Daar zal God alle eer krijgen in en door alles!

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2018

Daniel | 32 Pagina's

Sterker dan de zee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juli 2018

Daniel | 32 Pagina's