Jij en de ambten
Een ambt is iets bijzonders, iets speciaals. Een burgemeester draagt een zilveren ambtsketen en wordt door de koning zelf benoemd. Een rechter wordt door de regering benoemd en draagt ook speciale ambtskleding: een toga. Een ambt is blijkbaar bijzonder en ook eervol. Maar waarom eigenlijk?
Een ambt krijgt niet zomaar iedereen. Het is een functie met veel verantwoordelijkheid. Een ambt is altijd bedoeld om anderen te dienen. Een burgemeester dient de belangen van de gemeente. Een rechter dient de samenleving en overheid. Een professor aan de universiteit dient de wetenschap. Een koning is geen koning voor zichzelf, maar voor het volk.
Niet voor zichzelf
Zo is het ook in de kerk. Een predikant, ouderling of diaken is niet geroepen voor zichzelf, maar om God en Zijn gemeente trouw te dienen. Predikanten en ouderlingen hebben een bijzondere en verantwoordelijke taak: om de kudde van God te weiden en daar opzicht over te hebben. Zij moeten Gods kerk regeren. Nee, niet door de baas te spelen. Ouderlingen en predikanten mogen als herders leiding geven, door zelf nederige voorbeelden voor de kudde te zijn (1 Petr. 5:3).
Een ambt krijg je
Een ambt neem je niet, een ambt krijg je van hogerhand. In de samenleving doet de koning of de regering dat.
En in de kerk is het God Zelf Die mensen roept tot een ambt. En niemand neemt zichzelf die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aäron (Hebr. 5:4). Je kunt er niet zomaar zelf voor kiezen om predikant, ouderling of diaken te worden. Wel zegt de Bijbel dat je naar een ambt mag verlangen, als je daar de Heere in wilt dienen. Dit is een getrouw woord; zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk (1 Tim. 3:1). Jongens, heb je daar wel eens over nagedacht voor jezelf? Het mag je gebed zijn: “Heere, zend ook mij in Uw wijngaard”. Daar hoef je geen dertig, veertig of vijftig jaar voor te zijn.
Gave van God
De ambten zijn goede gaven van God (Rom. 12:6). Goede gaven voor de samenleving, maar ook voor de kerk. Zie jij het ook zo? Ben je de Heere dankbaar voor de diakenen, predikanten en ouderlingen? Dat Hij ze heeft geroepen om voor jouw ziel te zorgen? God gebruikt de ambten om Zijn koninkrijk uit te breiden. Bid dan de Heere des oogstes, dat Hij arbeiders uitstote in Zijn wijngaard (Matth. 9:38). Bid jij mee? Want alle goede en volmaakte gift is van boven (Jak. 1:17).
Eeuwig loon
Een ambt brengt eer en eeuwig loon met zich mee. Als men tenminste het ambt trouw heeft vervuld. Aan trouwe ouderlingen wordt beloofd: En als de overste Herder verschenen zal zijn, zo zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen (1 Petr. 5:4). En de leraars nu zullen blinken als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren, altoos en eeuwiglijk (Dan. 12:3). En Paulus zegt: Ik heb de goede strijd gestreden (...) Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal (2 Tim. 4:8).
Jezus Christus, de Heere
Hoeveel ambten heeft de Heere Jezus? Misschien zeg je: “Drie; Profeet, Priester en Koning”. Dat is ook zo. Tegelijk kun je ook zeggen dat Hij één ambt heeft: Zijn Middelaarsambt. De Vader zond Hem naar deze aarde met één taak, één ambt. Hij moest Middelaar zijn tussen God en mensen. Hij moest God en verloren zondaren weer met elkaar verzoenen. Alles wat Christus heeft gedaan, en alles wat Hij nu nog in de hemel doet, heeft daarmee te maken. En dat Middelaarsambt is zó groot, en zó bijzonder, dat alle ambten in het Oude Testament daaronder vallen. Daarom is Hij Profeet, Priester en Koning. Dit is een bijzondere boodschap. Dit laat zien dat in Jezus Christus, de Middelaar, álles is wat zondaren nodig hebben. Wie in het Oude Testament een priester nodig had, kon niet bij David terecht. Hij was wel koning en ook profeet (denk aan de psalmen), maar geen priester. Aäron verzoende als hogepriester wel de zonde van het volk. Maar het volk had aan hem geen goede leider in de woestijn. Mozes was voorbidder en leider van het volk. Maar in de verzoening van de zonden door bloed, kon hij niets voor hen doen. Maar bij Christus kun je voor alles terecht. Hij staat nooit met lege, machteloze handen. Hij is de Held Die verlossen kan. Hij kan volkomen zalig maken degenen die door Hem tot God gaan (Hebr. 7:25). Hoe onmogelijk, of ver weg het voor jou ook is om zalig te worden, bij Hem is het mogelijk. Nooit kun je te groot van Hem denken. Nooit kun je teveel van Hem verwachten. Inderdaad, zalig worden is onmogelijk aan onze kant. Maar nu is het mogelijk, omdat er Iemand is Die het kan. Juist Hij kreeg deze taak van de Vader, omdat voor Hem geen geval onmogelijk is. Blijf Hem daarom vragen of Hij ook jouw Zaligmaker wil zijn.
Bid voor ons!
Broeders, bid voor ons (1 Thess. 5:25). Paulus stelt hier een indringende vraag. Het is een vraag die alle ambtsdragers ook nu nog stellen. Paulus was een apostel, maar in zichzelf was hij zwak. Hij kon niets zonder de hulp en genade van God. Daarom heeft hij het gebed van de gemeente nodig. In het lichaam van Christus heeft iedereen elkaar nodig. Het oog kan niet zeggen tot de hand: Ik heb u niet nodig; of wederom het hoofd tot de voeten: ik heb u niet nodig (1 Kor 12:21). Daarom heb jij de opdracht om te bidden voor de predikant, ouderlingen, diakenen, zendelingen en evangelisten. Bijvoorbeeld:
• Of zij Christus, de grote Ambtsdrager, steeds meer mogen leren kennen. Want Jezus heeft gezegd: zonder Mij kunt gij niets doen (Joh. 15:5). En: Leert van Mij dat Ik zachtmoedig ben, en nederig van hart (Matth. 11:29).
• Of God hen een bewogen hart wil geven en liefde tot de mensen.
• Of God hen wijsheid wil geven in alle moeilijke dingen die bij het werk komen kijken.
• Of God hun werk rijk wil zegenen voor jezelf en voor anderen.
Kritiek
Ambtsdragers krijgen soms kritiek. De één vindt dit, de ander vindt dat. Doe daar niet zomaar aan mee. Nooit mag je vergeten dat zij door God Zelf zijn geroepen. God Zelf wil door middel van hen voor jouw ziel zorgen. God heeft hen gezag over jou gegeven.
Wel mag je altijd vergelijken met de Bijbel. Dat vindt een ouderling of diaken als het goed is niet erg. Ze zijn, net als Paulus, erg blij als ze merken dat van jou geldt: onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren (Hand. 17:11). Aan de andere kant is het heel aangrijpend als ambtsdragers niet volgens de Schrift dienen. Als een ambtsdrager een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onze Heere Jezus Christus (1 Tim. 6:3). Of als ambtsdragers het Evangelie van Christus willen verkeren (Gal. 1:7). Dat betekent (bewust of onbewust) de mensen op het verkeerde been zetten. Dat kan door dingen te verkondigen die mensen hebben bedacht, maar die niet in het Woord van God staan. Paulus noemt hen opgeblazen, en ingekropen valse broederen (Gal. 2:4). Zij zoeken eer voor zichzelf door mensen te behagen (Gal. 1:10).
Maar let op. Wees niet snel met oordelen. Wie Gods knechten aanraakt, raakt Zijn oogappel aan. Denk er goed over na of het hoofdzaak of bijzaak is, waar je moeite mee hebt. Als het een bijzaak is, kun je jezelf er beter niet druk over maken (Rom. 14). Het is Gods wil dat wij geduld hebben met de zwakheden van degenen die over ons gesteld zijn (H.C. 39). En nog iets: Als jij denkt dat een ambtsdrager het niet goed doet, is er één vraag die je jezelf eerst moet stellen. Heb ik ernstig voor hem gebeden? Of heb je alleen koude kritiek, en vind je het fijn om alles beter te weten? Waar ga je naar toe met je kritiek? Zeg het niet zomaar tegen anderen. Daarmee kwets je al snel de naam van degene waar je over praat. Beter is het om je vragen eerlijk met de ambtsdrager zelf te bespreken (Matth.18:15). Maar voor je jezelf druk maakt over de splinter in het oog van de ander, kijk eerst of je niet met een balk in je eigen oog rondloopt (Matth. 7:3,4). Kijk eerst eerlijk naar jezelf. Het is vaak zo dat we bepaalde dingen uit Gods Woord wel graag willen horen, maar andere dingen helemaal niet. In de Bijbel lezen we dat er juist veel kritiek is op trouwe profeten van God. Zo was het met Jeremia en Ezechiël. De mensen konden hun boodschap niet verdragen. Ze hoorden liever de zachte en vleiende woorden van valse profeten.
Draag jij ambtskleding?
Alle gelovigen hebben een ambt. Zij zijn geroepen om hun Heere te volgen en te dienen (2 Kor. 5:15). Om als profeet Zijn naam te belijden voor de mensen (1 Petr. 2:9). Om als priester hun hele leven aan de Heere op te offeren (1 Petr.2:5), te wandelen in de liefde (Ef. 5:2), en barmhartig te zijn. Om als koning moedig tegen de zonde en de duivel te vechten (1 Petr. 2:11). Bij een ambt hoort ambtskleding. Zo ook bij een christen. In de Bijbel lezen we: Zijt met de ootmoedigheid bekleed (1 Petr. 5:5). Zo doet dan aan, als uitverkorenen van God, heiligen en beminden, de innerlijke bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid (Kol. 3:12). Het spreekwoord zegt: De kleren maken de man. Met je kleding straal je uit wie je bent. Zoals een mens altijd zijn kleren aan heeft, zo moet een christen ook altijd met ootmoedigheid bekleed zijn. Dus altijd nederig zijn. En alles wat je doet moet barmhartigheid, goedertierenheid, zachtmoedigheid en geduld uitstralen. Dat zijn de kleren van een christen. Zijn het ook jouw kleren? Het bijzonderste kleed van een christen is wel dit: Maar doet aan den Heere Jezus Christus (Rom. 13:14a). Dat betekent: volg Hem in alles. Laat je leven versierd zijn met de leer van Christus. Als je Christus door het geloof kent, ga je door Gods genade steeds meer op Hem lijken. Als je Zijn liefde kent, blijkt dat in je leven. En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft (Ef. 5:2). Als het goed is, trek je deze kleding niet alleen op zondag of op JV aan, maar iedere dag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 2019
Daniel | 32 Pagina's