Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

kruis dragen (deel 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

kruis dragen (deel 3)

Christus tot een voorbeeld (7):

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 Johannes: 2: 1-6; Hebreeën 12: 1-13

Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft, luidt de opdracht van Johannes (1 Joh. 2:6). De vorige keer ging het over het drukken van de voetstappen van de Heere Jezus. Tegen de ware christen zegt Hij: “Volg Mij, wees geduldig in het lijden”. Nu willen wij nóg een aspect van het voorbeeld dat Christus in het lijden geeft benoemen. Het gaat om de richting waarnaar een lijdende christen moet kijken. Naar welke kant keek de Heere Jezus in Zijn lijden? Naar beneden, naar achteren? Nee. Hij keek vooruit. De goedertieren Vader bemoedigt Zijn kinderen en zegt tegen hen: “Kijk toch eens, hoe Mijn Zoon het kruis heeft gedragen…”. In de brief aan de Hebreeën worden Gods kinderen opgeroepen om met lijdzaamheid (te) lopen de loopbaan die ons voorgesteld is. Hoe dan? Wel zó. Eerst moeten ze afleggen allen last en de zonde die ons lichtelijk omringt. Deze last van ongeloof, van wereldzin, van verkeerde verwachtingen ten aanzien van dit leven, van ‘boosheid op God’ maakt dat we bijna niet vooruit kunnen komen. Je zeult met een zware last op je schouders, terwijl die last je geen enkele baat geeft. Die kun je dus beter van je schouders afwerpen. Daarom moet de christen de loopbaan met lijdzaamheid lopen. Lijdzaam betekent: volgzaam, innerlijk met vrede ‘ja’ zeggen op de moeilijke weg die je moet gaan. Niet achterom kijken. Dat heeft geen zin, want een weg terug is er niet. Dan dus vooruit kijken. En wie zie je dan voor je ogen? Als de Heere je ogen heeft geopend zie je de Meester, de Heere Jezus voor je lopen. Dat bedoelt de schrijver: ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus. En hoe zie je Hem dan? In zijn heerlijkheid? Jawel, maar niet alleen zó. Eerst moet je zien hoe Hij op aarde de lijdensweg en de lijdensbeker heeft aanvaard. Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht. Dus de Heere Jezus heeft het kruis verdragen, heel gewillig verdragen. Hij liep er niet voor weg. Integendeel, Hij ging vrijwillig op naar Jeruzalem. Tot vier keer toe heeft Hij het Zijn discipelen verteld, dat Hij naar Jeruzalem moest om daar te lijden… En te sterven… En zo zijn ze na de Paasmaaltijd in de Opperzaal en na de instelling van het Heilig Avondmaal naar buiten gegaan, naar de Olijfhof. De Zaligmaker wist dat Hij daar zou gezocht worden door Judas, de overpriesters en de dienaren. Daar zou Hij Zichzelf vrijwillig gevangen laten nemen. Jezus antwoordde: Ik heb u gezegd dat Ik het ben. Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan”(Joh. 18:8). Tegen Herodes antwoordde Hij niet met één woord en voor Pilatus bracht Hij niets in ter verdediging van Zichzelf. Gewillig boog hij om de kruispaal op zich te laden. Gewillig beklom hij de kruisheuvel. Gewillig liet Hij zich vastspijkeren, biddend voor Zijn vijanden. Maar wat dacht de Heere Jezus dan al die tijd? Dat staat in Hebreeën 12 vers 2, namelijk aan de vreugde die Hem voorgesteld was. De belofte van de Vader dat Hij in de hemelse heerlijkheid zou terugkeren, maar zoveel rijker dan eerst. Want de mensen die de Vader van eeuwigheid lief had, heeft Hij dan vrijgekocht. Zijn dierbare bloed heeft deze kinderen Gods verlost van schuld en straf. En straks mogen ze bij Hem zijn, in Zijn heerlijkheid delen. Dan wordt het gebed verhoord: Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt (Joh. 17:24). En daarom volgt in de tekst over het ‘nu’, het heden van de Heere Jezus: en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods (Hebr. 12:2). Hij heeft Zijn wens verkregen. Welnu, zo worden Gods kinderen opgewekt tot volharding. Denk, net als Christus, aan de vreugde die je in het vooruitzicht is gesteld. Aan de hemelse vreugde. De hemelse heerlijkheid. Dit leven en dit lijden is maar kort. Het is een handbreed, een paar centimeter (en dat niet eens) op de schaal van de eeuwigheid. Overdenk dat het lijden spoedig voorbij is. Dat perspectief kreeg Asaf ook toen hij op het einde ging zien. En daarom zong hij: “Gij zult mij leiden door Uw raad, o God, mijn heil, mijn toeverlaat; en mij, hiertoe door U bereid, opnemen in Uw heerlijkheid”. Mag jij dat ook zingen? Kan jij dat meezingen? Mag je weten dat aan het eind van dit tranendal, op de grens met de eeuwigheid, je mag aankomen in het nieuwe Jeruzalem?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2019

Daniel | 32 Pagina's

kruis dragen (deel 3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 2019

Daniel | 32 Pagina's