Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vrijheid in gebondenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrijheid in gebondenheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een klein zakbijbeltje staat zijn naam geschreven. Hij kreeg het Bijbeltje, als aandenken aan de bijeenkomsten die hij op zondag mocht houden voor een klein groepje mensen in Djambi, Nederlands-Indië. Hij was daar verpleger in dienst van het Nederlandse leger. In zijn gemakkelijke stoel vertelt de 91-jarige meneer B. Bulsink uit Bodegraven over zijn ervaringen als jongeman in Nederlands-Indië, tijdens de bezetting van het Nederlandse leger na de Tweede Wereldoorlog. Ook deelt hij met ons hoe de Heere hem leerde wat echte vrijheid betekent.

De vergeten oorlog
Op 15 augustus 1945 gooit Amerika een atoombom op Japan. 17 augustus 1945, twee dagen later, wordt de Republiek Indonesië uitgeroepen. Daar was Nederland niet van gediend. Indonesië, tot daarvoor Nederlands-Indië, was een kolonie van Nederland. Nederland werd rijk van dit land. Daarom werd er alles op alles gezet om Nederlands-Indië te behouden. Dat plan is echter niet gelukt en daarom wordt deze oorlog ook wel de vergeten oorlog genoemd. Zo snel mogelijk moet vergeten worden wat zich daar heeft afgespeeld. En dat terwijl 6200 Nederlandse soldaten zijn gesneuveld. Tweeënhalf jaar was meneer Bulsink in Nederlands-Indië als verpleger. Of Gods hand in deze oorlog was? “Nederland wilde geld halen uit Nederlands-Indië. Dat is niet gelukt. Moet je daar de hand van de Heere in zien?” Dat vindt meneer Bulsink moeilijk om te zeggen. Zelf mocht hij, pas achteraf, de hand van de Heere zien in zijn persoonlijk leven.

Afscheid
Januari 1947, de twintigjarige meneer Bulsink neemt afscheid van zijn familie om te vertrekken naar een hospitaal in Nederlands-Indië. Voordat hij weggaat neemt hij afscheid van zijn familie. “Mijn tante stelde voor om mij toe te zingen uit Psalm 27:6 Want, schoon ik zelfs van vader en van moeder verlaten ben, de HEER’ is goed en groot. Dat vergeet ik nooit!”
Per schip vertrok hij naar Nederlands-Indië. Op het schip was een legerpredikant aanwezig, die iedere avond een avondsluiting hield boven op het dek. Van de 1637 soldaten kwamen ongeveer vijftig soldaten luisteren. Meneer Bulsink vertelt dat de mannen van de legerpredikant een opdracht kregen. “‘Jullie gaan naar een groot hospitaal. Je moet proberen om daar elke avond een dagsluiting te houden.’ Toen ik aankwam in het ziekenhuis, deden we dat!”

Een bijzondere vraag
Eerst werkt meneer Bulsink in een hospitaal in Palembang, de hoofdstad van Zuid-Sumatra. Later wordt hij overgeplaatst naar Djambi. Op een dag komt er een legerpredikant naar het hospitaal in Djambi toe. Met verwondering op zijn gezicht vertelt meneer Bulsink: “Ik zie hem nog zitten. Hij stelde me de vraag of ik leesdiensten wilde houden. Ik was 22 jaar! Ik heb ja gezegd. Op zaterdagavond zat de ruimte waar de kerkdiensten werden gehouden nog vol met feestgangers, op zondagochtend maakten we de boel aan kant en daar stond ik dan.” Zelf is meneer Bulsink zich er op dat moment niet van bewust dat Gods hand hierin te zien is. “Ik zag dit allemaal pas achteraf.”

Gods hand
Veel militairen leefden een losbandig leven. Waarom meneer Bulsink dat niet deed, weet hij niet. “De Heere hield mij vast. Ik heb gewoon in getrouwheid mijn werk gedaan. Op het moment zelf had ik het niet in de gaten, maar het was de leiding van de Heere die me daar heeft gespaard. Ik ben nooit ziek geweest, terwijl andere jongemannen om mij heen stierven aan allerlei ziekten, waaronder de pokken.”
Een dagboek van een arts, ook werkzaam in het hospitaal, typeert het leven van meneer Bulsink. Hij bladert door het dagboek dat hij kreeg van de arts en de onderstreepte zinnen laten zien wat er over hem is geschreven: “Vandaag het gewone werk, wat administratie. Morgen is Bulsink jarig. Hij rookt niet en hij drinkt niet. Dat maakt de keus voor een cadeau moeilijk. Daarom geef ik hem maar een groot blik Verkadekoekjes, gekregen van een Chinees.” Een paar bladzijden verder: “Elke morgen worden we gewekt door zijn Psalmengezang.” Zelf kijkt meneer Bulsink vragend op uit zijn boek. “Daar was ik me echt niet van bewust. Elke morgen om zeven uur ging ik naar de polikliniek om alles klaar te zetten. Ondertussen zal ik wel gezongen hebben!”
Zelf kwam meneer Bulsink nooit in het gebied waar de gevechten plaatsvonden. Toch heeft hij moeilijke momenten meegemaakt. “Soldaten kregen allerlei ziekten zoals malaria, tyfus en pokken. Jonge mannen stierven door een ongeluk of ziekte. Ook jongemannen die de kerkdiensten bezochten. Verschrikkelijk, dat zal ik nooit vergeten!” Meneer Bulsink vertelt verder over de tijd erna. “In mei 1950 kwam ik terug in Nederland. Soldaten die terug kwamen, werden met de rug aangekeken. De missie was mislukt. Ik ben toen weer bij mijn ouders gaan wonen. In september ben ik met de opleiding tot onderwijzer gestart. Vijf jaar later ben ik getrouwd en we hebben een zoon en vijf kleinkinderen gekregen. Tot mijn pensioen ben ik leraar en schooldirecteur geweest.”

Vrijheid door de Bevrijder
Nu, bijna zeventig jaar later, kan hij terug kijken op deze tijd en vertelt hij wat vrijheid voor hem betekent. Meneer Bulsink antwoordt stellig. “Vrijheid is er alleen in de Heere Jezus. Vrijheid in gebondenheid. Anders heb je geen vrijheid. De zonde overheerst dan altijd, in ieder mens. Als je de Heere Jezus mag leren kennen, dan kun je soms wat vrijheid genieten in Hem. In Nederland zie je zoveel mensen die een schijnbaar ongebonden leven leiden, ze gaan maar door. Maar hebben ze dan vrijheid? Ze menen van wel, maar ze hebben geen vrijheid! Echte bevrijding is het zien op Jezus!”
Meneer Bulsink voelt zich alleen bevrijd als hij de nabijheid van de Heere mag ervaren. “Dat zijn momenten, dat zijn geen lange perioden. Als de Heere uit Zijn Woord tot jou spreekt en je mag Zijn stem verstaan, dan voel je eventjes dat je de vrijheid in Hem mag kennen. Als je het één keer hebt beleefd, dan verlang je er altijd weer naar terug.” Op de vraag hoe meneer Bulsink dat zelf ervaart, verzucht hij: “Het gaat niet om mij, maar om Zijn eer. Maar als God op een nacht tegen me zegt: Ik heb U liefgehad met eeuwige liefde, daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid, dat raak je niet zomaar kwijt! Deze tekst had ik heus ooit weleens gelezen, maar de tekst kwam nu zo krachtig in mijn gedachten. Ik werd erdoor geraakt dat de Heere door Zijn Woord laat zien dat Hij er voor zondige mensen wil zijn. Dat is pas echte vrijheid. Later voel ik mezelf weer schuldig, want je leeft je dagelijkse leven, je beslommeringen. Ik ben al zo oud, maar zelfs dan heb je dat nog. Zolang je op aarde bent, blijf je zondaar.”
Het kan lijken alsof het leven met de Heere je vrijheid inperkt. “Ik groeide op in een tijd dat je niet met de fiets naar de kerk mocht. Het zijn dingen die mensen elkaar opleggen. Wetten zijn niet verkeerd, maar het is niet het criterium, niet het punt waar het om gaat. Het punt is: je moet Jezus leren kennen als de zonde-vergevende God. In Hem kunnen al je zonden vergeven worden. Je hebt een Verlosser nodig.”

Bijbelteksten leren
Jongeren leven in een moeilijke tijd. Meneer Bulsink raadt hen aan om dicht bij de Bijbel te leven. Zelf leert hij elke dag een Bijbeltekst uit zijn hoofd, zodat hij het ’s nachts kan overdenken. “Als de Heere het wil gebruiken, kan Hij het gebruiken op Zijn tijd. Niet dat wij onze eigen zaligheid kunnen bewerken, maar we moeten ons wel inspannen om Zijn Woord te lezen! Lees het Woord van God intensief. Dat is het enige Houvast dat we hebben. Het geloof kan zo wankelen. Maar het Woord is vast! En waarom is dat Woord zo vast? Het is het Woord van God, waarin ik lees over Jezus Christus. De Heere Jezus is ons enige Houvast.”

Toekomst
“Naar de mens gesproken sta ik dicht bij de dood. Als ik eerlijk ben, heb ik geen angst voor de dood. Dat heeft de Heere van mij afgenomen. Hoe het zal gaan, dat weet ik niet. Je moet je voorbereiden. Ik zie er naar uit om nooit meer te zondigen en altijd te mogen leven tot Zijn eer, de enige ware vrijheid. Wat dat zal zijn, kunnen wij niet bevatten!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

Daniel | 32 Pagina's

Vrijheid in gebondenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 mei 2019

Daniel | 32 Pagina's