Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alles anders #7

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alles anders #7

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ron is naar Putten en Eindhoven gegaan. Hij komt erachter dat zijn vader meerdere namen heeft. Hij is in de war en belt Gerben, die ook in Eindhoven woont.

“Hee, hallo!” Gerbens stem klonk enthousiast. “Wat leuk dat je me belt. Hoe gaat het met je?”
“Nou, daar bel ik om. Ik ben in Eindhoven en…”
“Wat vertel je nu? Ben je hier in de stad? Waar ben je? Kom even langs!”
Gerben klonk opgewekt en ik had hem nu wel aan de telefoon, maar ik wist eigenlijk niet wat ik tegen hem wilde zeggen. Zou ik het allemaal vertellen? Toen dacht ik eraan dat hij lang met mijn moeder gepraat had en hoe haar reactie was geweest. Ze had er een slapeloze nacht van gehad. Wist Gerben misschien al meer over mijn vader?
“Hallo, ben je daar nog?”
Ik zuchtte. Het moest maar.
“Ja, ik ben er nog. Waar woon je? Dan kom ik naar je toe.”
Hij gaf het adres door en we verbraken de verbinding. Ik keek omhoog naar de flat. Daar ergens had mijn vader een tweede huis gehad. Het kon niet anders. Maar ik wilde dit helemaal niet. Ik wilde dat het leven een delete-knop had. Maak de vorige handeling ongedaan! Ik toetste het adres van Gerben in mijn routeplanner en startte de auto. Het was acht minuten rijden.

Gerbens hand voelde warm aan. Of waren mijn eigen handen zo koud? Hij ging me voor naar de kamer en vroeg wat ik wilde drinken. Ik koos voor koffie. Ik ging voorzichtig op de zwartleren fauteuil bij het raam zitten. Zijn kamer was modern ingericht. Een groot abstract schilderij boven de witleren bank was zo ongeveer het enige dat kleur had in de kamer. Op de tafel in het achterste deel van de kamer stond een computer. Zou hij thuis werken?
Gerben kwam binnen en zette het koffiekopje voor mij op het lage tafeltje. Tot nu toe had hij bijna niets gezegd. Maar nu zou het gebeuren. Hij ging tegenover mij op de bank zitten en keek mij onderzoekend aan.
“Wat brengt jou naar Eindhoven, Ron? Het kan niet toevallig zijn.”
Ik pakte het kopje van de tafel en warmde mijn handen eraan.
Hij zuchtte en leunde tegen de rugleuning.
“Ik geloof trouwens niet in toeval. Vertel eens, wil je?”
Waar moest ik beginnen? Ik voelde in mijn zak naar de pasjes die ik in de Volvo in Putten gevonden had. Ik legde ze voor hem op tafel.
“Begrijp jij dit?” vroeg ik.
Hij bleef mij aankijken terwijl hij de pasjes oppakte.
“Misschien kan ik het raden.”
Hij bekeek de beide pasjes nauwkeurig en legde ze daarna terug op de tafel.
“Waar heb je dit gevonden?”
“In een Volvo V70 die in een garagebox in Putten staat.”
“Ben je aan de Geestakker geweest?” Dat was het adres dat op het kentekenbewijs stond.
Ik knikte.
“Wat erg Ron. Ik wilde dat ik je dit kon besparen. Maar ik vind ook dat je recht hebt op de waarheid. Ik heb dit ook verteld aan je moeder toen ik bij jullie was.”
Hij zuchtte en keek naar de pasjes op de tafel.
“Ron, ik heb je vader hier in de stad gezien. Meerdere keren zelfs. Hij herkende mij niet of wilde mij niet zien. Een paar keer was hij samen met een man waar ik niet graag mee gezien zou worden. Iemand met een twijfelachtige reputatie. Volgens mij deed hij hier in de stad dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Ik denk dat de waarheid is dat hij een dubbelleven leidde. Een verschrikkelijke waarheid waar jij nu tegenaan gelopen bent.”
De moed zonk mij in de schoenen. Ik wist het op het moment dat ik het naambordje had zien staan, maar nu ik het uit de mond van Gerben hoorde, was het meer werkelijkheid.
“Ik was van plan om je moeder een keer te bezoeken en om haar voorzichtig in te lichten. Maar toen hoorde ik dat je vader verongelukt was. Toen heb ik lang getwijfeld of ik het zou vertellen. Maar toch vond ik dat ze recht op de waarheid had. Heeft ze jou niets verteld?” Ik schudde mijn hoofd. Mijn keel zat dicht en ik kon geen woord uitbrengen. Toen ik een poosje later zei dat ik naar huis ging, stelde hij voor om samen te bidden.
Ik dacht aan wat mijn moeder gezegd had en knikte. Hij bad voor mij en voor mijn moeder. Maar ook voor de mensen waar mijn vader hier in de stad contact mee had gehad.
Op weg naar huis schoot mij opeens te binnen dat ik met Gerben alleen over de Volvo gesproken had en wat ik daarin gevonden had, maar niet over de Golf. Ik reed een parkeerplaats op en belde Gerben. Hij nam direct op.
“Gerben, er is nog iets dat ik je moet vertellen.”
“Is er dan nog meer?”
“Helaas wel. Er stond nog een auto. Met een derde alias.”
“Vertel!”
Ik vertelde hem wat ik gevonden had en ik hoorde dat hij zijn adem inhield.
“Hier moet je mee naar de politie! En dat moet je zo snel mogelijk doen.”
“Oké, dat zal ik doen.”
“Rijd er direct maar langs.”
Ik beloofde het en reed de snelweg weer op. Ik had me niet gerealiseerd dat het zo belangrijk kon zijn dat de politie op de hoogte gebracht moest worden. Toen ik bij het bureau aankwam, maakte ik met mijn mobiel eerst foto's van de pasjes. Ik dacht dat de politie ze wel zou willen houden. Ik moest even wachten tot De Graaf beschikbaar was. Intussen dacht ik aan het notitieboekje dat ik in het kantoor van mijn vader gevonden had. Misschien moest ik dat ook maar gelijk vertellen.
Ik vertelde hem alles wat ik wist. Het moeilijkst was om hem te vertellen over de drie identiteiten van mijn vader. Hij vroeg wel drie keer of ik echt alles gezegd had. En als mij iets te binnen schoot dat ik hem dan moest bellen, al was het midden in de nacht. Hij wilde direct met mij mee naar ons huis om het notitieboekje te zien. Ik wachtte op hem bij de lift van onze flat. Hij had nog een politieman meegenomen en met z’n drieën gingen we naar de verdieping van ons appartement. Ik draaide de deur van het slot en liet de beide politiemannen binnen. De politieman die ik niet kende, wees De Graaf op de camera boven de kamerdeur. De camera, die was aangesloten op een bewegingsmelder, had mijn vader ooit gemonteerd tegenover de voordeur. De Graaf ging er niet op in en vroeg me het boekje te pakken. Ik haalde het uit mijn kamer en gaf het hem. Hij bedankte me en bladerde er in. Hij bekeek de reeksen cijfers die er in stonden nauwkeurig en liet het aan zijn collega zien. Toen stak hij het in zijn zak.
“Die wil ik op het bureau eens grondig bestuderen.”

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 2019

Daniel | 32 Pagina's

Alles anders #7

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 2019

Daniel | 32 Pagina's