Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Catechisant, juli 1996 - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Catechisant, juli 1996 - pagina 4

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

Van een 12-jarig meisje ontving ik de volgende vraag: In II Samuël 13 vers 36 en 37 lezen we, dat koning David weende met een zeer groot geween over de dood van Amnon en hij droeg rouw over hem. In Leviticus 10 staat dat Aaron stil zweeg na de dood van Nadab en Abihu. Hoe komt het dat David wel weende en Aaron niet? Terwijl Amnon, Abihu en Nadab alle drie om hun eigen schuld stierven? Het antwoord is niet zo moeilijk. Het verschil tussen de beide vaders David en Aaron is dit: toen Nadab en Abihu stierven, had hun vader Aaron daaraan geen schuld. Toen Amnon stierf was het echter wèl Davids schuld. En over die schuld is David zeer bedroefd. Hij voelt het wel: door mijn zonde met Bathseba en tegen Uria, heb ik het oordeel van God over mijn huis en gezin gehaald en daarom komt nu het zwaard van God op Amnon. Natuurlijk, het is waar: Amnon stierf wegens zijn gruwelijke zonde. Het was 100% zijn eigen schuld. Maar toch heeft David zijn eigen schuld daarbij ervaren. Gods zei immers door de profeet Nathan in het voorgaande hoofdstuk, dat het zwaard niet van Davids huis zou wijken! En dat is uitgekomen: Amnon doet een vreselijke zonde, waar David niets van kan zeggen, omdat Amnon in zijn vader het zondige voorbeeld had. En nu moet Amnon sterven, terwijl David voelt: 'Ik had moeten sterven, want ik heb veel zwaarder gezondigd. Niet Amnon is de grootste zondaar, maar ik!' En wanneer we van de overtredingen en ellende bij anderen gevoelen dat de schuld daarvan bij ons ligt, kunnen we er niet onbewogen onder zijn, maar hebben wij leedwezen = verdriet. Daarom beleed David met groot verdriet: 'Het is mijn schuld, dat Amnon zo erg zondigde en nu door zijn broer Absalom is gedood.' Het is dus heel belangrijk, dat vaders en moeders dit goed lezen, want fn dit artikel gaat het niet zozeer over de jongeren, maar meer over hun ouders. Als de ouders kwaad doen, verleiden ze daarmee hun kinderen om ook kwaad te doen. En als straks de klap valt, de straf van God..., dan is het voor een groot gedeelte de schuld der ouders. Dit betekent niet, dat de kinderen geen schuld zouden hebben. Het is zeker waar: de zondestraf bij de kinderen volgt op de eigen zonde, niet op de zonde van ouders of grootouders.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.dspieters.refoweb.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1996

De Catechisant | 24 Pagina's

De Catechisant, juli 1996 - pagina 4

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 juli 1996

De Catechisant | 24 Pagina's