Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LUTHERS BIJBELVERTALING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LUTHERS BIJBELVERTALING

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Luther als Bijbelvertaler

Luthers Bijbel was de latijnse Bijbel, grote delen ervan moet hij uit het hoofd gekend hebben, zeker alle psalmen.

In zijn tijd was er al een sterke beweging die naar de grondtalen toewilde, naar de bronnen. Dat was bedreigend voor de kerkleiders die alleen latijn kenden en wier macht vaak op een interpretatie van de vaak onjuiste latijnse vertaling berustte!

Toch werd het door Luthers werk voor hen pas echt gevaarlijk. Luther zelf begon waarschijnlijk in 1506 met hebreeuws, toen de grammatica van Reuchlin verscheen. Een goede toegang tot het grieks kreeg hij pas later door de uitgave van het Nieuwe Testament met aantekeningen door Erasmus in 1516 en zeker toen Melanchton in Wittenberg zijn collega werd.

Aan zelf vertalen kwam hij echter pas toe tijdens zijn gedwongen verblijf op de Wartburg. Op 4 mei nadat hij nog even op familiebezoek geweest was in Mohra werd hij z.g. overvallen en via omwegen naar de burcht gebracht waar hij tussen de niet bepaald in literaire en culturele zaken geïnteresseerde ridders kwam te wonen. Hij had zijn griekse Nieuwe Testament en zijn hebreeuwse Bijbel nog mee kunnen pakken; dat betekent ook, dat hij ze onderweg bij zich had!

Hij voelt er zich erg ongelukkig, alleen en op zichzelf teruggeworpen, ziek en dat terwijl er zoveel te doen was. Hij schrijft veel: brieven en een aantal geschriften, discussiegeschriften, maar ook pastorale. Pas midden december begint hij op aandrang vanuit Wittenberg te vertalen: acht bladzijden per dag en als hij op 6 maart terugkeert naar Wittenberg is het eerste manuscript klaar om door Melanchton nog eens heel goed bekeken te worden. Inmiddels stond er nog iets op stapel -en dat is veel minder bekend- en wel de vertaling van de eerste vijf boeken van de Bijbel! Dat boek, vanaf Genesis tot en met Deuteronomium komt al in december uit, maar een paar maanden later dan het Nieuwe Testament dat in september verschijnt. Het is wel grappig even de prijzen te zien die men moest betalen: Het Nieuwe Testament kostte een halve gulden, het weekloon van een timmermansgezel, oftewel twaalf en een halve kilo vlees of 160 eieren -en ook net zoveel als de passiegravures van Albr. Durer! De hele Bijbel kostte later -in 1534- twee gulden en acht Groschen, net zoveel als vijf kalveren! Luther zelf en zijn collega's verdienden er niets aan, de drukkers des te meer, want de boeken werden enorm verkocht.

Tot in 1545 werd door een team van vertalers onder leiding van Melanchton en Luther de Bijbel herzien. Ook nu nog gebruikt men in Duitsland de "Lutherbijbel", al zijn er natuurlijk vanwege de taal herzieningen geweest. In Nederland verscheen in 1648 een nederlandse vertaling van deze Bijbel, maar sinds het verschijnen van de NBG-vertaling, in 1951, is men op deze overgegaan.

Luthers vertaalmethode

Luther is vaak beschouwd als de pleitbezorger van een vrije vertaling. Wij zullen nog zien hoe dat komt. Het is echter maar zeer tendele waar. Hij wil zo trouw mogelijk blijven aan de tekst, maar heeft heel scherp in het oog gehouden dat het ook verstaan moest worden -en dat voornamelijk op het gehoor- door niet literair geschoolde mensen. Maar die zorg mag niet zover gaan, dat de mensen het niet meer vertrouwen kunnen. Zijn theologie bouwt op het verstaan van de Schrift: wie niet getrouw vertaalt "ontsteelt de mensen het zicht op de waarheid", zoals Th. Müntzer het eens heeft gezegd. Luther zei: "Ik zou niet graag ook maar een letter lichtvaardig fout vertalen".

Hij werd hevig aangevallen en verdedigt zich met verve, dat deed hij altijd, maar hier ging het in directe zin om de trouw aan de Schrift en daar kan hij de kritiek wel het allerminst negeren, vandaar een passage als deze uit zijn tractaat over het vertalen: "Ik weet heel goed wat een vertaler aan vakmanschap in huis moet hebben, aan ijver en verstand, -zij de kritici, hebben daarvan nog minder benul dan het tredmolenbeest van de molenaar, ze hebben zich immers nog nooit aan een vertaling gewaagd...

Het is ons vaak genoeg overkomen, dat we veertien dagen, drie, ja vier weken lang naar een enkel woord gezocht hebben, soms zonder het te vinden..., nu de vertaUng klaar is, kan iedereen haar lezen en kritiseren. Hij leest drie, vier bladzijden door en struikelt over geen enkel woord, merkt niet eens wat voor rotsstenen en hobbels er gelegen hebben op plaatsen waar hij er nu zonder gevaar voor splinters overheen glijdt. Wij hebben in bange spanning zitten zweten, voor we zulke stenen en hobbels konden opruimen, opdat niemand zich bij het lezen stoot. Het is fijn ploegen in zachte grond, maar een bos met wortel en al rooien en een akker aanleggen, daar beginnen ze niet aan!

Er zal altijd wel wat modder aan een wiel blijven hangen, dus niemand zal zo ongeletterd zijn dat hij mij niet af en toe zou kunnen bekritiseren. Laat ze. Ik wist van het begin af wel, dat er eerder tienduizend te vinden zijn die mijn werk kritiseren, dan een die het mij ook maar voor een twintigste nadoet -is iemand zoveel geleerder dan ik, laat die het maar op zich nemen de Bijbel geheel te verduitsen, laat hij maar eens zien wat hij kan..., doet hij het beter waarom zou men hem dan niet de voorkeur geven boven mij.

Ik dacht ook dat ik geleerd was en ik weet ook best dat ik knapper ben dan de theologen van de oude school aan alle universiteiten, door Gods genade..., maar nu zie ik, dat ik zelfs nog niet eens de mij aangeboren taal ken; ik heb tot nu toe ook geen boek of brief gelezen waarin echt het goede Duits te vinden is... Niemand spant zich er ook voor in..."

Luther schreef dat boekje over het vertalen (Vom Dolmetschen) op de Coburg, waar hij, nog net op het grondgebied van zijn keurvorst, moest achterblijven, toen zijn metgezellen naar de rijksdag van Augsburg doorreisden waar hij als veroordeelde "ketter" niet verschijnen mocht. Het moet hem herinnerd hebben aan zijn verblijf op de Wartburg, toen hij met vertalen begonnen was. Het is alsof het vertaalgevecht weer helemaal terugkomt.

"Wie Duits wil spreken die moet niet letterlijk de Hebreeuwse woorden volgen, maar, als hij de Hebreeuwse mens verstaat, de betekenis goed vatten kan en zich dan afvragen: hoe zegt een Duitser dat? Maar aan de andere kant heb ik mij ook niet al te vrij opgesteld. Veel meer heb ik er met zijn medewerkers zorgvuldig op toegezien, dat ik me waar het erop aankomt aan de letter gehouden heb en niet vrij heb vertaald."

En dan geeft hij een voorbeeld uit het door hem zo hooggeschatte evangelie van Johannes: "In Joh.6:27 bijvoorbeeld, waar Christus zegt: "Diesen hat Gott der Vater versiegelt". Beter Duits was geweest: "Diesen hat Gott der Vater gezeichnet", of "Diesen meint Gott der Vater". Maar ik heb hier liever het Duits afbreuk gedaan dan af te wijken van de preciese tekst. Ach, vertalen is niet ieders vak, anders dan die vlotte broeders menen! Zonder een oprecht, vroom, trouw, vlijtig, godvrezend, christelijk, geleerd en geoefend hart gaat het niet."

Op een punt werd hij wel heel hevig aangevallen en dat was maar al te begrijpelijk. In de vertaling van Rom.3:28 had hij voor het woord "geloof" het woord "alleen" gezet: "alleen door geloof gerechtvaardigd".

Dat is natuurlijk een duideUjke toevoeging, dus eigenlijk al uitleg, parafrase. Maar hij verdedigt zich meesterlijk, op theologische en ook literaire gronden. Hij weet dat hij eigenlijk niet sterk staat, je kunt je afvragen of dit nog wel bij vertalen hoort, maar hoor hoe hij er probeert uit te komen: "Maar ik wil u -en de onzen- zeggen waarom ik het woord sola, "allein", heb willen gebruiken. Het ging er bij mij bij het vertalen om, helder en duidelijk Duits te schrijven. Zo heb ik hier (Rom. 3:28) heel goed geweten, dat in de Latijnse en Griekse tekst het woord "allein" niet voorkomt; dat hoef ik van de papisten niet te leren. Het is waar, die vier letters "sola" staan er niet. Letters overigens, waar die ezelskoppen naar staan te staren zoals een koe naar een nieuw geplaatst hek. Ze zien niet dat, ook al staat het woord er niet, de bedoeling van de tekst duidelijk in die richting wijst. Wil je de tekst duidelijk, krachtig en in z'n geheel verduitsen, dan hoort dat woord erin; want ik wilde Duits schrijven en geen Latijn of Grieks, omdat ik me nu een keer had voorgenomen in het Duits te vertalen.

Een kenmerk van onze Duitse taal is: wanneer van twee dingen sprake is, waarvan het een positief beweerd en het andere ontkend wordt, dan gebruikt men het woord "allein", naast het woord "nicht" of "kein". Voorbeeld: "Der Bauer bringt allein Korn und kein Geld", of "Nein ich habe wahrlich jetzt nicht Geld, sondern allein Korn", of "Ich habe allein gegessen und noch nicht getrunken", of "Hast du allein geschrieben und es noch nicht durchgelesen?" Van die dingen dus. De omgangstaal zit er vol van. Hoewel het Latijn en Grieks dat in al die zinswendingen niet doen, voegt onze taal het woord "allein" toe, dat is nu juist haar taaieigen, om het woord "nicht" of "kein" meer nadruk te geven en te verduidelijken. Natuurlijk kan ik best zeggen "Der Bauer bringt Korn und kein Geld", maar dat is toch minder duidelijk dan wanneer ik zeg "Der Bauer bringt allein Korn und kein Geld".

Dat het echt onmogelijk is altijd geheel letterlijk te vertalen laat hij goed zien aan de volgende voorbeelden:

"Wanneer Christus zegt: "Ex abundantia cordis os loquitur", dan zou dat volgens die ezels zo vertaald moeten worden: Aus dem Ueberfluss des Herzens redet der Mund". Is dat Duits? Welke Duitser begrijpt daar iets van? Wat is dat voor iets: "Ueberfluss des Herzens"? Dat zegt geen enkele Duitser zo, tenzij hij bedoelt dat z'n hart al te groot is, of dat hij te veel hart heeft. En dan zou het nog niet kloppen, want "Ueberfluss des Herzens" is geen goed Duits, net zo min als "Ueberfluss des Hauses, of Ueberfluss des Kachelofens" goed Duits is. De doorsnee huismoeder en de man in de straat zeggen het eerder zo: "Wes das Herz voll ist, des geht der Mund über". Dat is pas goed Duits spreken; daar heb ik naar gestreefd. Jammergenoeg is me dat niet overal gelukt, want de Latijnse manier van zeggen en de zinsbouw maken het wel uitermate moeilijk tot echt goed Duits te komen.

Judas zegt volgens Mattheüs 26:8: "Ut quid perditio haec?" en volgens Marcus 14:4: "Ut quid perditio ista unguenti facta est?" Zou ik hier de ezels en lettermaniakken volgen, dan moet ik zo vertalen: Warum ist diese Verlierung der Salbe geschehen?" Maar wat is dat voor een Duits, welke Duitser praat zo: "Verlierung der Salbe ist geschehen"? En als al iemand dat misschien begrijpt, dan denkt hij dat de zalfolie op de een of andere wijze is verloren gegaan en dat men maar moet zien haar terug te vinden (hoewel de uitspraak ook dan nog onduidelijk genoeg zou zijn). Maar goed, als men dat Duits noemt, waarom komen ze niet voor de dag met een op die manier geschreven prachtig en aangenaam Testament in het Duits. Dan kunnen ze Luthers Testament laten voor wat het is. Ik vind werkelijk, dat ze met hun kennis en kunnen voor de dag moeten komen.

Nee, een Duitser zegt voor "ud quid" etc.: "Was soil doch diese Vergeudung?" of "Was soil doch dieser Schaden?", "Nein, es ist schade um die Salbe", dat is goed Duits. Op die manier begrijpt men dat Magdalena niet verspillend met die uitgegoten zalfolie te werk gaat. Dat ze iets gedaan heeft waarvan men zegt: jammer, zonde van de zalfolie. Want dat vond Judas; hij meende een betere bestemming voor die zalfolie te hebben."

Het meest bekende is zijn verdediging van zijn vertaling van de groet van de engel in Luc. 1:28. Dat lag daarom zo gevoelig, omdat het "wees gegroet" zo bekend was voor iedereen. In het latijn was het griekse "begenadigd" vertaald met "plena gratia" Daar is Luther ook zo fel tegen, omdat het een theologisch misverstand kon oproepen: de genade als een ons in handen gelegde gave! Misschien dat hij daarom juist hier eigenlijk veel liever heel vrij zou willen vertalen. Vanwege deze passage is Luther vaak gezien als de kampioen van het vrije vertalen, wij hebben al gezien, dat de waarheid heel wat genuanceerder is. Interessant is trouwens bij het volgende alvast te weten, dat Luther uiteindelijk niet koos voor de meest radicale vertaling "Uebe" (terecht!), maar voor "holdselig", omdat dat woord "Huid" in zijn betekenis toen heel dicht bij de warme betekenis van "genade" komt.

"Precies eender is het daar waar de engel Maria begroet en zegt: "Gegrusset seist du, Maria voU Gnaden, der Herr sei mit dir." Nu ja, zo is die passage tot nu toe, slaafs de Latijnse letters volgend, verduitst. Zeg mij, is dat goed Duits? Waar ooit zegt een Duitse man: "Du bist voll Gnaden"? En welke Duitser begrijpt wat daarmee bedoeld wordt: "Voll Gnaden"? Iedereen denkt toch onwillekeurig aan een vat "voll" bier, of aan een buidel "voU" geld. Daarom heb ik het zo verduitst: "Du Holdselige"; daardoor kan een Duitser zich des te beter indenken wat die engel met z'n groet bedoelt.

Maar daar raken de papisten natuurlijk weer door buiten zinnen: ik zou de groet van de engel bedorven hebben. Terwijl ik nog niet eens de beste manier van zeggen heb opgeschreven. Het beste Duits had ik moeten nemen en dus zo vertalen: "Gott grüsse dich, du liebe Maria", want dat bedoelt de engel, en hij zou het gezegd hebben als hij haar in het Duits had willen begroeten. Maar dan zouden de heren zich wel opgehangen hebben uit pure verering voor die goede Maria, want dan zou ik de groet helemaal verprutst hebben. Maar wat zal dat mij een zorg zijn, hoe ze razen en tieren. Ik wil ze niet verbieden te verduitsen wat ze maar willen; ik echter wil verduitsen zoals ik wil, niet zoals zij willen. Wie daar niet aan wil, die moet maar niet lezen en z'n frikkerige kritiek voor zich houden, want die kritiek wil horen noch zien! Wie het Duits enigszins beheerst, die weet wel wat "liebe" voor een heerlijk woord is: die liebe Maria, der Liebe Gott, der Liebe Kaiser, der liebe Fürst, der liebe Mann, das liebe Kind. Ik weet niet of men "liebe" in het Latijn of in een andere taal zo hartelijk, gevoelig en kompleet kan uitdrukken dat het tot diep in hart en zinnen doordringt en doorklinkt, zoals dat in onze taal kan.

Want ik ben ervan overtuigd dat Lucas, toch kenner van het Grieks en Hebreeuws, het Hebreeuwse woord dat de engel spreekt met het Griekse "kecharitomene" precies en duidelijk heeft willen weergeven. En ik denk bij mijzelf, dat de engel Gabriel met Maria net zo sprak als met Daniël toen hij die "chamudoth" en "isch chamudoth" "vir desideriorum" noemde. Dat betekent: "Du lieber Daniël". Want dat is Gabriels manier van praten, dat zien we in het boek Daniël. Zou ik op de manier van die ezels vertalen en dus de lettertjes volgen, dat zou ik het engelenwoord zo moeten verduitsen: "Daniel, du Mann der Begehrungen", of "Daniel, du Mann der Luste". O, wat een schitterend Duits! Een Duitser zou heus wel horen dat "Mann", "Luste" en "Begehrungen" Duitse woorden zijn (hoewel niet goed in het Duits vertaald, "Lust" en "Begier" zouden beter zijn). Maar de kombinatie "Du Mann der Begehrungen" zou geen Duitser begrijpen, hij zou denken dat Daniel overloopt van boze lusten. Fraai vertaald, zouden ze nog denken ook!

Daarom vertaal ik hier niet letterlijk. Ik ga na hoe een Duitser uitdrukt, wat een Hebreeër met "isch chamudoth" bedoelt. En dan denk ik dat een Duitser het zo zegt: "Du lieber Daniel", "du liebe Maria, of "du holdselige Maid", "du feine Jungfrau", "Du zartes Weib", enz. Want die vertalen wil, die moet veel woorden tot zijn beschikking hebben voor het geval dat een woord niet overal past."

Het is een geluk, dat Luther dit allemaal maar eens opgeschreven heeft, in dat opzicht moeten wij zijn critici dankbaar zijn. Het is ook duidelijk dat hij heel zorgvuldig te werk ging, soms krijgt de latijnse vertaling er van langs, omdat die bepaalde kernwoorden in de vertaling afwisselt om mooier latijn te krijgen: "Ik verlies liever een goudgulden dan het eigenlijke woord"! Wij noemen dat nu het "concordante" principe. Hoe precies hij ook details wilde verzorgen blijkt uit een brief aan de secretaris van de keurvorst waarin het volgende voorkomt: "Heel dringend verzoek ik je ons te helpen; beschrijf de volgende dieren: Roofvogels: Weih, Geyr, Habicht, Sperber en wat er nog meer is van die soort; ik kan die naar hun uiterlijk niet goed onderscheiden.

Jachtwild: Reh, Sempfen, Steinbock, Waldbock of Silvestris hircus. Kruipende dieren: is stellio juist met "slamander" weergegeven? En lacerta limaria - is dat een "vuurpad"? In het Hebreeuws, Latijn en Grieks gaat het dermate door elkaar, dat we ernaar raden moeten uit de beschrijving van hun aard. Daarom wil ik zo mogelijk graag alle namen, bijzonderheden en aard van alle roofvogels, alle wild, maar ook van alle gifslangen weten."

Het is zeker zo, dat hij vaak wat minder dichtbij de tekst blijft dan de Statenvertaling, maar hij staat er veel dichterbij dan vaak beweerd wordt. Soms, zegt hij, hebben wij ons toch maar "steif" aan het hebreeuws gehouden ten koste van vloeiend duits.Voor hebreeuws had hij ook een nog grotere bewondering dan voor het grieks: "geen taal is zo bloemrijk en heeft zoveel beeldende woorden". Maar dan zo'n boek Job, je hoort hem zuchten, als hij vertelt hoe zij van dit boek -"de taal is zo groots en prachtig als van geen enkel ander boek in de hele Schrift"- de taal besHst niet woord voor woord konden vertalen, "dan zou niemand het kunnen verstaan".

Achter dit alles zit zijn grote eerbied voor de Schrift. Luther is geen letterknecht, zijn Schriftopvatting is "centrisch" zou je kunnen zeggen. Hij maakt onderscheid tussen de kern en wat verder van die kern afligt en vanuit het midden bezien en gehoord moet worden. Er mag ook geen kortsluiting ontstaan tussen wat toen onder leiding van de Heilige Geest (Luther kan ook zeggen, dat de Geest de Schrift heeft geschreven, maar in mensenwoorden) door Mozes, profeten, apostelen aan ons gegeven is en ons die het horen. Er zijn dingen toen en daar gezegd en je moet weten of en hoe dat nu voor ons geldt: Noach moest een ark bouwen, maar wij niet!

Dat was nodig tegenover een fundamentalistische uitleg toen in de kringen van de radicale reformatie; iemand als Müntzer zag zichzelf bijv. als de nieuwe Gideon! Maar dat leidt tot interpretatieve en hermeneutische vragen die wel al beginnen bij het vertaalwerk, maar toch nog veel verder voeren. Luthers eerbied voor de Schrift is gegrond in het besef, dat zo-c2-' Gods Woord tot ons komt: "De Heilige Schrift is Gods Woord, geschreven, in letters gevormd, zoals Christus het eeuwige Woord Gods is, verhuld in de mensheid en zoals men met Christus in de wereld omgaat en handelt, zo gaat het ook met de Schrift"! Dit woord moet ook klinken, gehoord worden, eigenlijk is het Oude Testament de Schrift, zegt hij en het Nieuwe Testament een gestolde "roep" (Geschrei) over Christus!

Geen wonder dat hij vanuit die gedachte een trouw vertaler wilde zijn. Trouw aan de tekst, waardoor het Woord tot ons komt, maar ook trouw aan hen die het gingen lezen en horen, trouw ook aan hun taal, zodat het heilswoord niet vreemder zou blijven dan nodig en goed was.

Dit artikel werd u aangeboden door: Driestar Educatief

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 januari 1988

Driestar bundels | 115 Pagina's

LUTHERS BIJBELVERTALING

Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 januari 1988

Driestar bundels | 115 Pagina's