Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schijn-Katholiciteit.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schijn-Katholiciteit.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Kerk is eene eenheid in den Heere Jezus Christus, wiens lichaam zij genoemd wordt. Doch deze eenheid moet wel worden onderscheiden van de eenvormigheid, waarmede zij maar al te dikwijls wordt verward. Er zijn vele menschen, die aan de kerk geene andere verschijningsvormen kunnen toekennen dan alleen die van hun eigen kerk. De Roomsche kerkleer is daarvan misschien wel het meest consequente voorbeeld, daar zij aan geene enkele kerkformatie naast zich eene plaats kan toekennen. Zij houdt zich alleen met uitsluiting van alle andere kerkelijke instituten voor de eenige ware, door Christus zeiven gestichte kerk, die de alleen zaligmakende kerk is. Alle andere vormen van kerk, die in den loop der eeuwen geboren zijn, verklaart zij in het gunstigste geval voor schismatieke kerken, dus voor scheurkerken, die in strikten zin geen wezenlijk bestaansrecht hebben en dan ook door haar nooit worden erkend. Het is dan ook uit dit oogpunt gezien zeer begrijpelijk, dat bij alle pogingen van de laatste paar jaren, van Protestantsche zijde in het werk gesteld, om eene internationale bijeenkomst van kerken, zoo mogelijk van alle Christelijke kerken samen te brengen, dus om een soort van oecumenische kerkvergadering te houden om de groote internationale zedelijke vraagstukken met elkander te bespreken en mede te werken aan de verzoening der volkeren, de Roomsche kerk schitterde door afwezigheid. Rome werd wel uitgenoodigd door de Protestantsche heeren, maar het bedankte, dacht er niet aan zich in zulk gezelschap te mengen en het kan zulks ook niet doen. Als het zulks deed, zou het daarmede de schismatieke kerken erkennen in haar recht van bestaan, zou Rome ophouden zich als de eenig ware, zaligmakende kerk aan de wereld voor te stellen. Van Roomsch standpunt kan daarvan nimmer sprake zijn. Het was dan ook van te voren zeker, dat zulk eene uitnoodiging niet zou worden aanvaard.
Anderzijds kan men de vraag ook stellen, of het van de Protestantsche kerkelijke heeren, die er op deze internationale samenkomst gezeten waren, wel verstandig is geweest dergelijke uitnoodiging te doen toekomen aan Rome. Het was toch van te voren wel duidelijk, dat Rome zich daarmede niet op voet van gelijkheid kon plaatsen met de Protestanten. En was het dan verstandig te vragen naar den bekenden weg? Lag in dat uitnoodigen van Rome tot zulk eene samenkomst ook niet eene miskenning van het Protestantisme, een prijsgeven van de eer van het Protestantisme, daar toch de diepe beginselen, waaruit de Reformatie is opgekomen, in zich sloten de erkenning eener volstrekte onmogelijkheid om langer in de Roomsche kerk te blijven en met de Roomsche kerk samen te werken. Het komt mij voor, dat Rome met zijne weigering zich trouwer betoond heeft aan het Roomsch beginsel dan de Protestantsche heeren met hunne uitnoodiging aan het Protestantsch beginsel.
De groote fout in heel dit Protestantsche internationalistische streven naar de gemeenschap der kerken, die sinds de Reformatie bestaan, om gemeenschappelijk 't mogelijke te doen om de pacificatie der volken te bevorderen, ligt juist hierin, dat het althans wat ons land betreft, eigenlijk geheel buiten de kerken als zoodanig omgaat. Er zijn eenige idealistische heeren en dames, die zich voor deze internationalistische beweging interesseeren, maar bij de onderscheidene kerken, althans hier te lande, vindt zulks nauwelijks eenigen weerklank. Af en toe worden er wel eenige met veel reclame aangekondigde samenkomsten gehouden om dat doelwit te propageeren. Er worden zang-solo's en concerten bijgegeven om de attractie te verhoogen en een handvol idealisten wordt daardoor saamgebracht. Maar wie zou meenen, dat het volk in zijn breede en diepe lagen zooals het onze kerken bezoekt op den Zondag, daardoor bewogen wordt, die vergist zich. Het zijn enkele meestal ethische heeren, geflankeerd door enkele modernen, uit modernistische kerkjes als de doopsgezinden en de remonstranten, die zich er druk mede maken, maar de groote massa van het kerkgaand publiek wordt er nauwlijks door aangeroerd. Het gevoelt als bij intuïtie, dat aan deze met veel reclame aangediende internationalistische strevingen, het ware beginsel volkomen ontbreekt. Zulke pogingen, waarover de groote bladen gewoonlijk gaarne vele kolommen vol schrijven, die met veel ophef worden aangeprezen, geven aan de deelnemers een cachet van groote gewichtigheid, van eene beteekenis, die zij overigens onder ons volk in het geheel niet hebben. Maar het werkelijke resultaat van al deze internationalistische grootdoenerij is omgekeerd evenredig met de drukte, die ervan gemaakt wordt. De werkelijke vruchten ontbreken geheel. De kerken hebben tot nu toe in het internationale leven der volken zeer weinig van belang kunnen doen. Het was geen onwil, maar onvermogen. Zij hebben niets kunnen doen en zij kunnen het nog niet. Heel deze internationale beweging is rijk aan woorden. Een stroom van phrasen gaat er over die met grooten ophef aangekondigde vergaderingen, doch daarbij blijft het. Iets dat waarlijk effect heeft, bereiken zij niet. Zelfs de Roomsche kerk, hoewel zij onder de kerkformaties de eenige is, die zelve internationaal bestaat en hoewel zij gemeenlijk over hare leden heerscht, dank zij de hiërarchie, die in den pauselijken zetel tot haar hoogtepunt klimt, zelfs de Roomsche kerk heeft zoowat niets vermocht, noch in den oorlog, noch na den oorlog. Ook zij heeft op de mentaliteit der volken en der machthebbers eigenlijk niet den minsten invloed kunnen oefenen. Al heeft de Paus af en toe zijne stem laten hooren, naar hem geluisterd hebben de volken en hunne leidslieden niet. Zelfs dan niet, als hij toch wijze dingen aan hen voorhield. Maar hoeveel geringer is dan de beteekenis van hetgeen de Protestantsche internationale kerkelijke samenkomsten hebben vermocht, die daar samenkomen, hoewel zij vaak noch door de kerken, noch door dat deel der volken, dat nog de kerken bezoekt, werden afgezonden. Wat er aan dit internationalistisch streven ontbreekt, dat zijn juist de kerken. Het wordt door de kerken niet gedragen, omdat aan de kerken een geestelijk leven ontbreekt, waarin de ware Protestantsche katholiciteit nog eene kracht is. De kerken zijn vrijwel gestorven, omdat zij het geloof verloren hebben, waarvan hare belijdenissen uit het verleden nog spreken. En deze taal is vreemd zelfs aan de beraadslagende heeren op de oecumenisch schijnende vergaderingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Schijn-Katholiciteit.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's