Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reorganisatie of Reformatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reorganisatie of Reformatie.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een der grootste bezwaren, waaronder onze Herv. Gereformeerde beweging lijdt, is het gebrek aan gezonde, degelijke kennis van de in Gods Woord ons geopenbaarde, door de Vaderen der Reformatie opnieuw ontdekte beginselen. Dat gebrek aan kennis treft men onder onze menschen, aan, maar niet alleen daar. Het wordt ook wel gevonden onder predikanten. Wij hebben gebrek aan Gereformeerde predikanten, maar het is beter te zeggen, dat wij eene groote behoefte hebben aan goed onderlegde Dienaren des Woords. Wat zou onze Herv. Gereformeerde actie meer te beteekenen hebben, indien er een corps degelijk onderlegde, Godvreezende Dienaren des Woords was, om zijne schouders te zetten onder de nooden onzer Kerk! Dat zou van zoo groot belang zijn, niet slechts om de vele vacante plaatsen te bezetten, maar het zou ook zoo nuttig zijn, omdat er dan mannen waren, die de bazuin konden blazen, als er gevaar dreigde. Er is zooveel oorzaak om te denken aan des Heeren vermaning om uitstooting van arbeiders, toen Hij wees op de velden, die wit waren om te oogsten.
Onze Vaderen hebben daarvoor dan ook een oog gehad. Zij hebben goed ingezien en begrepen, dat de Kerk had mede te arbeiden aan de vorming der Dienaren, die zij behoefde. Calvijn ging daarbij zelve reeds voorop in de stichting der universiteit te Genève. En overal elders, ook hier te lande, is dit voorbeeld gevolgd.
De Vaderen hebben heel anders gedaan en geleerd dan sommige buitennissige vromen en conventikelende broederen in onzen tijd, die meenen, dat de Dienaar van Gods Woord niet behoeft te studeeren, geene grondige kennis noodig heeft, ja, dat dit eigenlijk maar ballast is. De prediker moet van den Heere geleerd zijn, zoo zeggen zij. Nu dat is volkomen waar. Als de mensch buiten het licht van Gods Heiligen Geest leeft en werkt, dan kan hij geene ware kennis van God en van Zijn Woord hebben. Dat is de waarheid. Maar tot dat licht, dat de Heere aan Zijne kerk geeft, behoort nu ook het Woord, dat de Heere als een instrument haar heeft gegeven. En Hij zelve heeft onderzoek van dat Woord ons opgedragen en voorgehouden als eene heilige roeping van Gods kinderen, opdat zij het leven zullen deelachtig worden, dewijl deze Schriften van den Heere Jezus getuigen. En hoe zullen zij nu dat onderzoek der Schriften doen, indien zij het niet geleerd hebben. Daarvoor is opleiding en vorming onafwijsbaar noodig. Indien de Heere zelve die behoefte aan opleiding en vorming, aan degelijk onderwijs, niet gewekt had in Zijne Kerk, dan zouden wij zelfs Gods Woord niet hebben, omdat het dan niet door deskundige, geleerde mannen, leeraren van Gods Kerk, was overgezet in de landstalen. Gods Kerk kan niet bestaan zonder kundige leeraren. En deze zijn er nooit gekomen zonder vorming en opleiding. De Heere Jezus heeft zelve Zijne discipelen opgeleid. Heeft Hij niet in het hoogepriesterlijk gebed het ons gezegd, dat Hij den Naam Zijns Vaders den menschen geopenbaard heeft, die de Vader hem uit de wereld gegeven heeft? Hij heeft hen onderwezen en gezegd: Onderzoekt de Schriften. Hoe zouden zij dit kunnen, zonder dat zij daarvoor waren opgeleid en gevormd. Zij heeten immers daarom Zijne discipelen, Zijne leerlingen en zij noemden Hem hun Meester. En nu de Heere Jezus niet meer op de aarde is, heeft Hij door Zijnen Heiligen Geest Zijne Kerk er toe opgewekt, dat zij zorg zou dragen voor de vorming harer Dienaren, opdat zij het Woord Gods zou mogen beluisteren. Hoe ver zijn zij dan buiten den weg van Gods Woord, die meenen, dat onderwijs en onderzoek niet noodig is. Gods Heilige Geest leert niemand buiten het Woord des Heeren om en de behoefte aan onderzoek der Schriften wordt door den Heere zelve gewekt en ook geëischt. Dwaas zijn die menschen, die meenen, dat de dominee, die er maar gaat staan en er een praatje houdt, de beste is en door den Geest geleerd, ook al is hij de eerste eischen van den Geest des Heeren in Zijn Woord achteloos voorbijgegaan. Uit dat gebrek aan degelijke en grondige kennis der leer onzer kerk, zijn juist zoovele ellenden geboren, waaronder de kerk heden ten dage zucht. Ik behoef daartoe alleen maar te wijzen op de verachting der Sacramenten, die de Heere heeft ingesteld, aan Zijne Kerk heeft gegeven en die door tal van gemeenten op de schandelijkste wijze worden veracht en verworpen uit vleeschelijke vroomheid en schuldige onkunde, die hun werd aangepreekt door onkundige leeraren, die in het Woord van God en in de leer onzer Vaderen vreemdelingen waren, ook al spraken zij in een taal, die naar de klanken op die van Kanaan geleek. Toch is het zeker, dat geen gemeente straffeloos Gods ordinantieën en inzettingen kan verachten. En de ervaring leert dan ook, dat door zulk een onkunde, die kunstmatig aangekweekt wordt door onkundige Dienaren, de gemeente hoe langer hoe verder afdoolt van de wegens des Woords. Zoo zijn er in den loop der jaren geweest, die tot het modernisme zijn vervallen. Er is in het verlaten van Gods wegen, in het versmaden der waarheid, in het miskennen van de gave van Gods Woord, een oordeel, dat over de gemeente gaat en dat zich geslachten aaneen doorzet. De Heere laat Zich niet bespotten, ook niet door uit onkunde gevoede vleeschelijke vroomheid. De Heere heeft ons Zijn Woord en Sacramentne gegeven, opdat wij ze zouden ontvangen en niet opdat wij deze zouden verachten en versmaden. Als brood behoeven onze gemeenten eene gezonde dienst des Woords en der sacramenten, want de Heere heeft dit zoo verordend, omdat Hij weet, dat Zijne Kerk er niet buiten kan. En als zij er dan toch buiten gaan en leven wil, dan zal zij beschaamd worden.
Welnu vele dezer zonden en gebreken, waaronder wij Herv. Gereformeerden lijden, zijn een gevolg van het ontbreken van kundige en degelijk onderlegde Dienaren des Woords. En deze kunnen wij niet verkrijgen zonder degelijke opleiding en vorming, want dat is de weg door den Heere in Zijn Woord ons geleerd en geopenbaard. En die eisch klemt te meer, omdat Gods Kerk leeft te midden der wereld, te midden ook van alle geestelijke stroomingen dezer wereld. En de herder en de leeraar der gemeente heeft ook de roeping, zooals het formulier hunner bevestiging leert, niet alleen „Gods Woord grondelick haren volcke" voor te dragen en ,,'t zelve toeeygenen", maar ook te wederleggen met de Heilige Schrift „alle dwalingen en de ketterijen die tegen de suyvere Leere strijden". Hoe zullen zij nu in staat zijn het rechte spoor der waarheid Gods te wijzen, als zij de geestelijke stroomingen van dezen tijd niet vermogen te kennen en te onderscheiden en te wederleggen? Evenals voor den zendeling, zoo geldt het ook voor de Dienaren des Woords, dat de knapste er nooit knap genoeg voor is en den Heere heeft te bidden uit den ootmoed zijns harten om wijsheid en verstand, om inzicht en opklaring. En als hij daaraan waarlijk behoefte heeft, dan dringt de Heere hem ook tot naarstig onderzoek en tot ijverige studie, opdat niet door zijne traagheid de Naam en de zaak des Heeren schade lijden. Er zijn dwazen, die in hunne eigenwijsheid meenen, dat wat zij geleerdheid noemen, niet noodig is, omdat er van dit alles misbruik kan worden gemaakt en gemaakt wordt. Het is waar, dat wetenschap en kennis zonder vreeze Gods iemand voor den Dienst des Woords nog niet geschikt maken. Het blijft waar, dat indien iemand niet wederom geboren wordt, hij Gods Koninkrijk niet kan zien. Maar daaruit volgt niet, dat een Dienaar des Woords geen kennis en wetenschap noodig heeft. Hij moet bekwaam zijn om te leeren. En om die bekwaamheid te verwerven heeft de Heere zijn onderricht noodig verklaard. Hij zal, wanneer hij de vreeze Gods deelachtig is, juist eene diep gevoelde behoefte hebben aan onderwijzing, opdat hij de tegensprekers wat te antwoorden hebben zal.
Inderdaad is het dan ook van het grootste gewicht, dat er gestreefd en geworsteld wordt om eene degelijke en goede opleiding onzer aanstaande Dienaren des Woords. Onze Vaderen hebben dat belang helder ingezien en zijn nooit tevreden geweest met predikers, die geen degelijke scholing hadden genoten. En leeren ons onze oude Schrijvers niet, hoe ijverig onze Vaderen hebben gestudeerd op hunne preeken en hoe zij hebben gewerkt op hunne studeerkamers om aan de gemeente het beste te geven, dat zij geven konden? De vruchten van hunnen arbeid zijn nog heden een rijk en heerlijk geestelijk voedsel van Gods kinderen. Maar zij toonen dan ook, zelfs aan onzen tijd nog, dat zij heel anders dachten dan die vrome dwazen onzer dagen, die raeenen, dat hij de beste dominee is, die niet studeert, die zoo maar op den preekstoel gaat staan, zooals het mij eens eenmaal werd gezegd, ,,want het zal u wel gegeven worden". Dat is de sprake van den verleider, die tot luiheid, traagheid, tot plichtsverzaking en ontrouw aan de roeping Gods verleiden wil, opdat de Dienaar des Woords, die als een wachter op Zions muren de bazuin heeft te blazen, zal gaan slapen op zijn post. Zooals het van den landman niet verstandig zou zijn om maar het ploegen en het eggen en het planten en nat maken na te laten, uit eene valsche vroomheid hopende, dat de Heere wel den wasdom zonder zijn arbeid geven zal, zoo is het dwaas van den prediker, die zich door valsche vromen laat verleiden tot een miskenning en verslordering van zijne levenstaak. Het is zijne roeping der gemeente een grondig onderwijs te geven en dat zal hij niet vermogen, indien hij zich niet grondig voorbereidt en omdat hij geene genoegzame opleiding kreeg, zich ook niet grondig voorbereiden kon. De ervaring in de geschiedenis heeft het geleerd, hoe het verval der kerk saamgaat met het verval in de opleiding, die aan de Hoogescholen werd gegeven. En dat wij in onze dagen zoo weinig degelijk voorbereide Gereformeerde Dienaren des Woords hebben, hangt samen met den diep ellendigen toestand, waarin de opleiding onzer predikanten zich bevindt. Het is zeer begrijpelijk, dat als er aan onze Universiteiten een man van Gereformeerde Confessie benoemd wordt, heel de ethische wereld opspringt van boosheid en geene woorden smadelijk genoeg acht om haar afkeer te uiten. Dat is niet alleen daarom, dat deze heeren meenen, dat er geen wetenschappelijk man Gereformeerd kan wezen, maar voornamelijk'om de besmettende kracht, die er van die beginselen gevreesd wordt voor de opleiding der studenten. Het is de vrees voor de herleving der Gereformeerde beginselen in de Kerk, die hen brengt tot zulk een houding.
Uit dezen tegenstand alleen reeds wordt het duidelijk, dat het de roeping is van de Herv. Gereformeerde actie in onze Kerk zich met kracht toe te leggen op de opleiding van degelijk onderlegde Gereformeerde predikanten. Wij moesten eigenlijk niet rusten, voordat wij hadden een aantal besliste, bekwame. Gereformeerde geleerde mannen, die te zamen een geheele Faculteit van echte Godgeleerdheid konden vormen om met kracht de opleiding ter hand te nemen van hen, die zich voorbereiden voor de taak der bediening van Gods Heilig Woord. Immers, door dat Woord alleen kan de redding geschieden, door dat Woord alleen ook in de toekomst Gods Kerk worden gebouwd en bewaard bij de zuiverheid der belijdenis ons van de Vaderen overgeleverd. Door dat Woord alleen wekt de Heere het leven.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Reorganisatie of Reformatie.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 december 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's