Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Eere zij God.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eere zij God.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lucas 2 vs. 14. Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen.

De nacht was aangebroken, van eeuwigheid bepaald in den liefderaad des Heeren, dat de Zone Gods verscheen in het vleesch. De Heere volbracht Zijn belofte, het eerst aan den gevallen mensch in het paradijs gegeven. Ten laatste door Zijn eeniggeboren Zoon volbracht.
In den stal van Bethlehem ligt nu de vrucht der aarde, die tot voortreffelijkheid zal zijn. Daar in de kribbe van den stal, ligt het voedsel der schapen; die ook de opperste Herder is der kudde. Alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eeniggeboren Zoon gegeven heeft. Hadde God geen gedachten des vredes gehad, de mensch ware verzonken in den eeuwigen nacht; geen ster der hope zou lichten aan den zwarten hemel van den goddelijken toorn. Maar, Hij heeft redenen genomen uit zichzelven om een gevallen wereld te redden. Van het paradijs af was de komst van Hem, die de Weg, de Waarheid en het Leven is, bekend gemaakt. De Geest had de begeerte naar Zijn komst opgewekt in de harten dergenen, die het leven bij zichzelven niet konden vinden, maar hongerden naar eene gerechtigheid die God bevredigt.
Wat aller heiligen hope was,
Wat Adam reeds verwachtte,
Wat reeds de ziel van Job genas,
Te midden van zijn klachte!
Wat Jacob droomde' David zond.
Heel Isrel moest ontvouwen,
Wat, als de ziel heel 't Woord doordrong,
Is alles hier te aanschouwen!

Hier is de geneesmeester voor het verwonde hart en verbrijzeld gemoed. Kom en zie den betaalsheer van de oneindige schuld. Zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegdraagt. Hij is de zonne der gerechtigheid, die opgaat over degenen die gezeten zijn in een land van de schaduwen des doods. Maakt u op, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heeren gaat over u op!
In de kribbe ligt de schat des Vaders, in Wien al Zijn welbehagen is. Zie daar de ware Silo; Hij zal ons rust geven van onzen arbeid en den Sabbath doen aanbreken, want wij die geloofd hebben gaan in in de rust! Daar ligt nu in de kribbe de vrede met God. Hij is het eeuwige leven en het recht der kinderen. Daar wordt aan Gods Kerk verzekerd, onwankelbare bewaring en gewaarborgd eeuwige zaligheid. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft, oodat wij zouden leven door Hem. Hier draagt de Heilige Geest het olijfblad des vredes met zich. M. L., is Hij dat voor u geworden? Anders is het nooit waarlijk Kerstfeest geweest. Al wat aan Hem is, is gansch begeerlijk! Is Hij uw vrede?
Doch, de Heere zorgde ook voor de bekendmaking Zijner onuitsprekelijke gave. Engelen brachten de boodschap aan herders, die de nachtwacht hielden bij hunne kudden in de velden van Efrata: Ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal! Doch op eenmaal schieten nu in dien eenzamen nacht uit de v«nsteren des hemels scharen van engelen toe, om het heil te bezingen, dat in Bethlehem is geschonken. En van stonde aan was daar met den engel eene menigte des hemelschen heirlegers prijzende God en zeggende: Eere zij God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in de menschen een welbehagen.
Een menigte van het hemelsche heirleger verlaat voor een wijle de troonzalen van den Almachtigen God, den Heere der heerlijkheid.
Zie duizend maal duizenden dienen Hem en tienduizend maal tienduizend staan voor Hem. Welk een groot en heerlijk God is Hij, vol van majesteit en aanbiddelijke heerlijkheid! Hoe heeft toch ooit eenig schepsel het gewaagd Hem te weerstaan? Het is, als stelde een stoppel zich in slagorde tegen het vuur! Maar ook moest Zijne heerlijkheid doen aanbidden tot in eeuwigheid.
We staan heden niet stil bij den dienst der engelen, maar trachten thans iets van hun Kerstlied te vertolken.
Van stonde aan prezen zij God.
Zij prezen God over de geboorte van het Koningskind in den stal. Hun zaligheid ligt in het aanbidden en verheerlijken Gods.
Eere zij God in de hoogste hemelen;
Bij vele aangrijpende gelegenheden waren de engelen tegenwoordig geweest en hadden Gods lof be zongen. De morgensterren tesamen en al de kinderen Gods juichten toen de Schepper van hemel en aarde een cirkel trok over het vlakke des afgronds; toer. Hij de aarde grondvestte op hare grondvesten; hing aan een niet.
Zij zongen, toen Hij den melkweg bereidde en de strengen van den Orion vastmaakte. Maar, zóó verheven als in den nacht van Bethlehem was hun lied toch nimmer geweest.
Eere zij God in de hoogste hemelen;
Hoe bekend is hun lied! Als kind reeds leerden wij dezen zang der engelen van buiten. En toch. . . . wie kent dit lied? Wie heeft den zin ervan verstaan, voor eigen hart en leven? Wil het zeggen: Breng nu Gode eer, om Zijne onuitsprekelijke gave? Prijs Hem nu met al wat leeft en adem heeft? Hij heeft gedacht aan zijn genade! Neen, dat is de beteekenis niet. Er staat kortweg: Eere aan God in de hoogste! Vrede op aarde! In menschen welbehagen,. ... of wellicht beter: vrede op aarde in menschen des welbehagens. De engelenzang bevat twee leden. Gode eere. Menschen vrede, namelijk menschen des welbehagens. Eere aan God in den hooge. . . . vrede den menschen op aarde!
De engelenzang bezingt het Kerstwonder! Wat beduidt Bethlehem? Wat beteekent de kribbe? In Jezus bereidt God zich eere en den menschen zaligheid.
Hij verliet troon en kroon en kwam op deze lage en verdorven aarde, om Gods lof te bereiden. Hier bereikt de muziek der engelen den hoogsten toon. In Jezus wordt God ten hoogste verheerlijkt. In Hem is Zijn roem gerezen hooger dan de hemelen. We moeten Bethlehem leeren zien als instrumnt van de glorie Gods in het zaligen van zondaars, in het vrijmaken van de schepping van den vloek die op haar lag om onzentwille. God wordt verheerlijkt in eiken dauwdrop, die parelt op het grassprietje, schitterend in de morgenzon. Zijn naam wordt groot gemaakt als de arend opstijgt in diep blauwe luchten, of de made schuifelt in het stof. Hoe heerlijk is Uw naam op de gansche aarde! De aarde is vol van uwe heerlijkheid o, Heere.
De hemel vertelt Gods eer en het uitspansel Zijner handen werk. Hoe groot zijn uwe werken! Zoo riep de Psalmdichter uit. Alle Uwe werken zullen U loven en Uwe gunstgenooten zullen U zeer zegenen.
De schepping is een instrument van lof, maar hooger rijst Zijn roem in de herschepping, in de kribbe en het kruis. In het: „Jezus in de kribbe" is dieper melodie dan in het harmonisch gezang der oneindige spheren.
De Christus verheerlijkt God in den hooge! Hij luistert Gods deugden op. Door den val heen heeft God aan eere niet verloren, maar gewonnen, door de kribbe en het kruis. God was in Christus de wereld met zichzelven verzoenende, hunne zonden hun niet toerekenende.
De verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vleesch. De hemel is de woonplaats van Gods eere. Hij schiep alles om Zijns zelfs wille. Aan God in den hemel, de plaats, waar Hij Zijn luister het meest openbaart, valt eere en heerlijkheid te beurt. Uitnemenden roem komt Hem toe in de kribbe!
Hier bij de kribbe van Bethlehem roept Gods Kerke uit: Gij gaaft rijke juichensstof; hier is Uwe eere en onze zaligheid. De Heere wordt in Christus verheerlijkt en Zijn deugden worden in Hem geopen baard. Nu heeft Hij zijn gerechtigheid zoo vlekkeloos en ongeschonden voor het heidendom ten toon gespreid, zong de Psalmist.
Mijne oogen hebben Uwe zaligheid gezien, zoo zong Simeon. Zijn zwanenzang! Wanneer in het werk der zaligheid ook maar iets aan den mensch wordt toegekend, dan is dat niet het evangelie. De engelen waren geen Remonstrant. Daarom rijst de vraag of Jezus ons ooit geworden is Degene, in en door Wien God aan Zijne eere komt, ook voor ons persoonlijk. Hier is Uw lof! Hier aanbidt ons hart, In een evangelie naar den mensch hebben engelen geen behagen, maar ook het ware volk van God keert zich daarvan met weerzin af.
Hebben wij dezen Jezus omhelst door het geloof? Hem ontvangen als het onwaardeerbaar Kerstge schenk des Vaders? Dan alleen kunnen wij met vrede tot God naderen in Hem, die Gode eere gaf. Niemand mag Hem rooven; niemand mag Hem ook onthouden aan God. Simeon ontving en omving Hem, maar gaf Hem ook weder en werd vervuld van vreugde en vrede. Hier is de kern van het Kerstfeest.
Voor de engelen is God alles! Als Hij maar verheerlijkt wordt! Al eeuwen lang hadden zij getuurd op het gouden verzoendeksel der ark, begeerig om in te zien in dat mysterieuze werk der verzoening. Thans is de ure gekomen dat het Woord vleesch werd. Wel bleef Hij, wat Hij was, maar Hij werd, wat Hij niet was. . . . God geopenbaard in het vleesch. Nu zingen zij van het wonder; van Hem die het Wonder is, van Immanuël. Zij zingen: Eere zij God, niet om Jezus in de schaduw te stellen, maar om Hem te plaatsen in het rechte licht. In Jezus wordt God verheerlijkt; komt God aan Zijn eer. Hij zou spreken bij zijn onwandeling op aarde: Ik zoek niet mijne eer, maar de eere Mijns Vaders, die Mij gezonden heeft.
O, wij zijn van nature eereroovers Gods. Eereroovers Gods, niet het minst op Kerstfeest, met onze kestiiederen inbegrepen. Eereroovers Gods! Daarom zijn wij des doods waardig. Daarom wordt Christus pas dierbaar en gepast als wij als zulke eereroovers Gods, voor God komen te staan. Als onze vroomheid verdwijnt als sneeuw voor de zon en als was voor het vuur. Wie zal voor Hem bestaan ten tijde Zijns toornigen aangezichts? O, wierd gij ooit bekommerd voor de eere Gods? Was het u beter te vergaan dan, dat één van Gods deugden werd gekrenkt? Zie, Lezer, daarop komt het toch aan. Al uw zoogenaamd zoeken is waardeloos als het u niet brengt voor den trooon van Gods majesteit en aan den voet van het kruis waar het kind uit de kribbe Zijn leven geeft voor eereroovers Gods.
Ook als God den zondaar zaligt, gaat het om Zijne eer!
Daar ligt Immanuël in de kribbe! Is het geen eere voor den Allerhoogste, dat een Kind is geboren, de gegeven Zoon, onnoozel, onbesmet, afgescheiden van de zondaren? Kom, blikken wij zóó in de kribbe. Daar worden al Gods deugden verheerlijkt.
Daar is Gods waarheid. Hij is de Waarachtige en Getrouwe, in alles wat Hij zegt.
God zal Zijn waarheid nimmer krenken, had de gemeente van ouds gezongen. Zijn waarheid was een rondas en beukelaar. Waarheid was het toen uit Zijne lippen ging: Ten dage als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven! En de dood was gekomen. Maar zie nu het kind in de kribbe. Alle beloften Gods zijn in Hem, ja, en zijn in Hem, amen. Ja, is de openbaring van Gods waarheid. Hij is de Waarheid.
Hier is zijn wijsheid. Zijne wijsheid heeft het plan der verlossing bedacht, dat Hij met behoud van Zijne eere, ja in den weg van de verheerlijking Zijner deugden, een volk zou zaligen van hunne zonden en de schepping opvoeren tot hooger plan, opdat Zijn naam meerder glorie zoude ontvangen.
Jezus is de glorie der gerechtigheid. Nu kan een goddelooze zalig worden, terwijl God rechtvaardig is, als Hij den goddelooze redt.
Hier is Zijne eeuwige liefde neergelegd in Hem, in wien al de volheid woont, naar des Vaders welbehagen. Zijn almacht had meer werelden kunnen scheppen, maar Zijne liefde kon maar één Zoon geven; Zijn Eenige! Daar ligt dan in de kribbe de vrucht van de rechtvaardige en heilige liefde Gods. God, die rijk is in barmhartigheid, door Zijne groote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad.
Maar, zie Hem nu liggen in de kribbe als de tweede Adam. In Hem verheerlijkt God de Kerk, maar ook, verheerlijkt de Kerk in Hem God. Hebt gij zoo ooit gestaan bij de kribbe? Mijn Jezus, onuitsprekelijke gave des Vaders, in en door U kan ik voor God bestaan. Ja in 'U wordt God meer verheerlijkt, dan ik in den staat der rechtheid zou hebben kunnen doen. In de engelenzang beluisteren wij den toon der nieuwe wereld en van den nieuwen hemel en de nieuwe menschheid.
O, welk een gave wordt dit Kindeke, als wij ontbloot voor God neerliggen in de schuld onzer zonde. Zie, hier ben Ik; zie, hier ben Ik!
Mozes hoorde eenmaal den Heere Zijn Naam uitroepen, toen Hij voor zijn aangezicht voorbijging: Heere, Heere, God barmhartig, en genadig, lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, die de ongerechtigheid en de zonde vergeeft. . . . Toen haastte Mozes zich en neigde het hoofd ter aarde en boog zich!
Wanneer Gods kind in Christus God mag ontmoeten, brengt hij Gode eere in Hem. Zij hebben waarlijk bekend dat Gij Mij gezonden hebt.
„Laat ons dan bedenken, dat het hoofddoel waarom God ons door Zijn eeniggeboren Zoon met zichzeiven verzoend heeft, is geweest, door de openbaring zijner genade en onmetelijke barmhartigheid zijn naam te verheerlijken. Ook heden ten dage kan men als een regel vaststellen, dat iemand opgewassen is in het geloof van Christus naarmate hij door de kennis der genade zich aangespoord gevoelt om de eere Gods te verkondigen. Aldus spreekt Calvijn zich uit.
Vrede op aarde, in menschen een welbehagen.
Eere.... aan God.... in de hoogste,
Vrede. . . . den mensch. ... op aarde. . . . door welbehagen!
De engelenzang. Hoe schoon luidt deze hemeltoon.
Maar hoe? Is er vrede op aarde? Christus in de kribbe, beduidt dat: vrede op aarde? Alles spreekt van krijg en roept om oorlog. De historie der menschheid is geschreven met bloed ,dat bij stroomen is vergoten en naarmate de menschheid hooger klimt in kennis en wetenschap, naar die mate wijkt de vrede en heerscht de oorlog te midden van den uitwendigen vrede. Daar is de strijd der volkeren om het goed der aarde, in onze dagen niet het minst. De christenvolkeren worden verteerd door haat en naijver. Zij zeggen den vrede te zoeken en bereiden zich ten krijg.
Gij zult hooren van oorlog en geruchten van oor logen.
Daar is de geweldige klassenstrijd, die steeds scherper vormen aanneemt en zich door bonden van allerlei soort zoekt door te zetten. Onvrede alom ook op dit kerstfeest. Alles wordt door onvrede verteert. . . . omdat de vrede van de kribbe wordt veracht en gemist. Twist en krakeel is er tot in de gezinnen toe. Tusschen ouders en kinderen vaak! Vrede op aarde?
Waarom woeden de volken en bedenken de natiën ijdelheid?
Daar is een inlandschen oorlog in het hart des menschen, die den vrede bant. Ons hart is krijg. De goddeloozen, zegt mijn God, hebben geen vrede!
Wat al vredestichters dienen zich aan in onzen tijd. De volkenbond gordt zich aan, met als helper de wereldbond van kerken, om een blijvenden vrede onder de volken te bewerken. Maar wat zal een volkenbond zonder God en een bond van wereldsche kerken, waar Godes Kerk buiten staat, zonder den God der Schriften tot stand brengen? De zonde is een schandvlek der natiën; alleen door gerechtigheid wordt een volk verhoogd. Wat al congressen! Wat al vergaderingen!
Zie, de betrekkingen zijn verbroken tusschen God en mensch. De oorlogsverklaring is reeds in het paradijs afgekondigd. De mensch heeft Zijn Maker den oorlog verklaard. Maar dit kon niet ongestraft geschieden. God verzond hem uit den hof van Eden en zijn oorlogsverklaring werd gemanifesteerd in den cherub met zijn blinkend zwaard. Wie tegen Mij zondigt doet zijne ziel geweld aan, allen die Mij haten hebben den dood lief. Het is, als stelt zich een stoppel in slagorde tegen het vuur.
Wie zal bestaan te twisten met Zijn macht? Verdoolde stervelingen!
Zoo leven wij van nature in onvrede met God; en onvrede woont in het hart. De wet Gods spreekt geen woord van vrede tot den overtreder, maar dreigt met den vloek. Onvrede heerscht in de gansche schepping, want het schepsel zucht onder den vloek en is in barensnood, als tot nu toe! Wij leven in onvrede met de heilige engelen, die gereed staan om te binden en op het bevel Gods te werpen in het verderf. Lezer, is die onvrede u ondekt door den Heiligen Geest? Verstaat gij het, dat de aarde moede is zulk een last te dragen, als gij haar zijt? Dat de zon met weerzin haar stralen ook over u uitzendt? .. Vrede op aarde. ... in menschen een welbehagen.
Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen, sprak het in Bethlehem geboren kindeke, toen Hij uittrad onder de schare. Zijn komst zal de vlam der vijandschap des te hooger doen oplaaien. Meent gij, dat Ik gekomen ben om vrede te geven op de aarde? Ik zeg u neen, maar veeleer verdeeldheid.
In het paradijs toch ligt een tweede oorlogsverklaring, tevens vredesboodschap. Ik zal vijandschap zetten tusschen u en tusschen deze vrouw!
Het eerste evangeliewoord is een oorlogsverklaring aan duivel, zonde en dood. In de ziel des zondaars wordt, in de waarachtige bekeering, een wigge gedreven om hem te scheiden van zichzelven en de zonde en den duivel. Toen wij nog vijanden waren zijn zij verzoend door den dood des Zoons. Het kind in de kribbe zal den strijd aanbinden tegen de mach ten der zonde en des doods en der hel. Maar, Hij zal ook God Zijnen Vader bevredigen, zoodat het wraakzwaard wordt opgestoken en de witte vlag des vredes wordt geplant. Hij brengt Gode het rantsoen. Hij betaalt der wereld zondeschuld. Hij verheerlijkt de deugden Gods. Zoo is dan God rechtvaardig als Hij den goddelooze rechtvaardigt om niet. Want Hij is onze vrede. In Hem mag gezongen: Het zal alles door den vrede bloeien totdat geen maan meer schijn. In Zijn arbeid is schepping en menschheid betrokken. Deze vrede, in den Vredevorst, wordt geboren als God als Rechter den zondaar stelt in de betrek king Zijns Zoons. Hij heeft vrede gemaakt door het bloed des kruises. De vrede begint met: Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede met God door onzen Heere Jezus Christus door welken wij nu de verzoening verkregen hebben. De engelenzang stelt ons voor den vollen rijkdom van het werk en den persoon van Christus. Zoo ver het West verwijderd is van het Oosten, heeft Hij, om onze ziel te troosten, van ons de schuld en zonde weggedaan. Het woord vrede is diep als de zee. Geen gramschap is meer in den boezem des Rechters, maar Zijn vriendelijk hart is ons geopend voor eeuwig. Deze vrede is verbonden met een stroom van eeuwige liefde en doet haar zonder verhindering genieten. Vrede is de vrucht der verzoening. Vrede met God! Vrede met de schepping, want wij ook zelve die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelve, zeg ik, zuchten in onszelven bezwaard zijnde, verlangende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams. Nu zuchten wij met de aarde mee, wetende dat de dag der vrijheid daagt, gelijk de nacht is voorbijgegaan. Vrede met de engelen! Zij zijn dienaren der kinderen Gods. Zij zullen in gevaren voor hen strijden. Hen voeren in Abrahams schoot.
Hebt gij dien vrede met God? Is dit Koningskind uw deel geworden?
Anders is het geen kerstfeest. Stel u niet gerust met een schijnvrede, want die zal u teleurstellen. Zeker, wij weten het wel, dat een breede schare eigen priester is. Maar wee de gerusten te Sion en de verzekerden op den berg van Samaria. Anderen zoeken hun rust in hun onrust en worden op dien grond als christenen behandeld. Ten onrechte! Om christen te zijn moeten wij der zalving van Christus deelachtig zijn. „Vrede en geen gevaar" roept een breede schare van naamchristenen van allerlei slag: Wij gelooven in Jezus! Men kan dan de confessie zelfs ondertee kenen en toch een bittere vijand zijn van het arme volk van God.
Alleen het werk der gerechtigheid zal vrede zijn. En de vrede Gods die alle verstand te boven gaat, zal uwe harten en zinnen bewaren in Christus Jezus.
De vrede Gods heersche in uwe harten. Genade, barmhartigheid en vrede, zij over Israël. Dit is de zegegroet ook op den Kerstdag voor Sions kinderen!
Vrede op aarde, in menschen een welbehagen.
De eere gewordt Gode in den hemel; de vrede den menschen op aarde. Want, zullen wij eenmaal eeuwig den vrede genieten, dan moeten wij haar op aarde, in den tijd des welbehagens, leeren kennen. Er is geen verzinning noch wetenschap in het graf waar wij henengaan! Aan deze zijde wordt ons lot beslist voor immer! Lezer, bedenk dat, en haast u om uwes levens wil.
Welbehagen in menschen, dit wil zeggen: God zet zijn hart op menschen Zijner vrije keuze in Christus en die menschen schenkt Hij vrede. De roeping en verkiezing Gods toch zijn onberouwelijk. God heeft vrede met Zijn volk in den Vredevorst! Hebt gij vrede met den God des vredes? Is wèderzijdsch de oorlogsverklaring teniet gedaan?
Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne!
Zoo is dan de vrede een vrucht van het weibeha gen, dat God heeft in den Zoon. Nooit kunnen wij daarom den vrede verwerven tenzij wij ingaan in de vrijmacht, in het welbehagen Gods ten leven, nadat wij de vrijmacht ten eeuwigen doode hebben doorleefd. Dan juicht ons hart: Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen.
Vrede, welk een vrede! Vrede door welbehagen.
De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd en allerlei wijze!
Doch de toegemeten ruimte is verbruikt. Wij konden slechts enkele grepen doen. Onze Kerstbede moge verhooring vinden aan den troon, in de aanschouwing van den Gezelfden Koning.
K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Eere zij God.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 december 1932

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's