Federatie van Herv. (Geref.) Bonden.

Op initiatief en verzoek van het Bestuur van den Bond van Ned. Herv. Mannenvereenigingen op G G. vergaderden den 27en December 1933 in Utrecht bijna alle Herv. (Geref.) Bonden, teneinde te komen tot een federatief verband. Tegenwoordig waren de Bonden van Mannen-, Jongelings, Meisjes-, Knapenvereenigingen, benevens de Bond van Godsdienstonderwijzers, Zondagsscholen en de Evangelisatiecommissie van Noord-Holland. Op die vergadering werden besproken het nut, de noodzakelijkheid en de mogelijkheid om tot een federatie te komen.
Teneinde meerdere bekendheid aan grondslag, doel en werkwijze te geven, diene het volgende:
Verschillende groepen in onze Hervormde Kerk zijn reeds korteren of langeren tijd georganiseerd. De gansche jeugd van kind tot den huwbaren leeftijd,,de mannen, godsdienstonderwijzers, enz. hebben hun landelijke organisatiën. Evenwel stonden deze georganiseerde groepen tot dusverre los naast elkaar. Ieder werkte aan eigen doelstellingen en bemoeide zich weinig of niet met elkanders werkzaamheden Er bestond een vriendschappelijke verhouding onderling, men bezocht elkanders jaarvergaderingen, maar meerder contact werd er niet gevonden.
Deze toestanden mogen niet langer blijven bestaan. Alle organisatiën, die uit dezelfde beginselen wenschen te leven zijn op elkander aangewezen. Daarom is het een goede daad van het Bestuur van onzen Bond van Mannenvereenigingen geweest aan dezen ongewenschten toestand een einde te maken, door te trachten om tot een federatief verband te komen. Het spreekt van zelf, dat de grondslag van deze nieuwe organisatie, dezelfde moet zijn. dan die der samenstellende deelen. d.i. Gods Woord, opgevat naar de Drie Formulieren van Eenigheid, zooals die op de Nationale Synode te Dordrecht in 1618 en 1619 werden vastgesteld.
Het doel van de toenadering is middelen te beramen tot meerdere krachtsontplooiing naar den eisch van Gods Woord van de Gereformeerde groepen in onze Hervormde Kerk op alle terreinen des levens. De tot nu toe los van elkander staande organi-atiën bij elkander te brengen^om gezamenlijk te arbeid tot elkanders nut in het bijzonder en tot heil onzer Vaderlandsche Kerk in het algemeen. Doordat alle Herv. Geref. Organisatiën bij elkander komen in een federatief verband kan er van daaruit door een krachtige leiding meerdere eenheid in het uitleven van ons beginsel bewerkstelligd worden. Het spreekt vanzelf dat dit verband geen dwingende macht heeft. Alle organisatiën worden in eigen kring volkomen vrijheid van hun werken gelaten. De regelen van de interne aangelegenheden staat dus bij ieder der groepen afzonderlijk. De zedelijke band van samenwerken bestaat dus in dit geval uit de meerdere krachtsontwikkeling van het gemeenschappelijk beginsel. Zoodra de uitleving van het beginsel in verkeerde banen geleid wordt kan iedere groep zich in haar isolement terugtrekken en het verband verbreken.
Na de doelstelling dringt zich onmiddellijk de vraag op, wat de werkwijze zal zijn.
In eerste instantie kan het federatief verband veel administratief werk verrichten, als b.v. het plaatselijk verzamelen van adressen van vereenigingen en personen en deze aan de onderscheidene aangesloten organisatiën doorgeven. Het samenstellen van een gemeenschappelijke ledenlijst of z.g.n. jaarboek. Het samenstellen van onderlinge requesten, teneinde bij Overheid, predikanten, kerkeraden, synode, organisatiën, betoogingen, enz. enz. den wensch van de geheele Gereformeerde groep in de Hervormde Kerk kenbaar te maken.
In tweede instantie zou de Federatie plannen kunnen beramen om tot uitgave van gemeenschappelijke periodieken, geschriften, enz. te geraken. Het zoeken van geschikte personen, die hierbij de behulpzame hand zouden kunnen bieden. Ook zou het mogelijk zijn, dat, zoolang door andere personen of organisaties hiertoe niet werd overgegaan, commissiën te benoemen, die het initiatief zouden nemen tot het vormen van een Hervormde persvereeniging en het uitgeven van onderscheidene periodieken, geschriften, enz. enz. Onder hetzelfde voorbehoud als hierboven zou door deze Federatie overwogen kunnen worden, of er niets gedaan zou kunnen worden op het kerkelijk, maatschappelijk en staatkundig terrein. Op het gebied van het schoolwezen. Om slechts enkele voorbeelden te noemen. Het vormen van organisaties voor predikanten, kerkeraden, diaconiën, instellingen van liefdadige doeleinden, de mogelijkheid openen, opdat de Hervormden op het s aatkundig terrein meerderen invloed krijgen, het stichten van een Scholenbond, Kweekschool, Onderwijzersorganisatie, informatie-bureau voor Schoolbesturen, solliciteerende hoofden, onderwijzers, leeraren, enz enz. De ontwikkelingsmogelijkheden van ons Gereformeerde volk zijn zeer verscheiden en zoolang deze niei door andere personen of- organisatiën behartigd worden, zou het federatief verband in dezen eenige stuwkracht kunnen ontwikkelen. Veel is er nog te doen.
Bestaat het federatief verband uit de onderscheidene Gereformeerde bonden, die nu reeds bestaan of later nog gesticht kunnen worden, toch dient er ook een federatiebestuur gevormd te worden, bestaande b.v. uit twee of meer hoofdbestuursleden van elk der aangesloten Bonden. Een gelijke vertegenwoordiging van ieder is zeer gewenscht.
Ook wat de financieele bijdragen betreffen, moet een billijke draagkracht in acht genomen worden. Hetzij dat deze gevonden wordt naar verhouding van het aantal aangesloten leden, of de geheele bron van inkomsten, of dat een bepaald bedrag voor iederen bond aangewezen wordt.
Bij een geschikte, beproefde leiding en een eendrachtig samenwerken kan voor ons volk door zulk een federatie nog veel gedaan worden.
Hilversum. M. NOTEBOOM.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen