Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De N.S.B. en wij. - III.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De N.S.B. en wij. - III.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor ons kerkelijk leven is het niet van belang ontbloot op deze Nationaal socialistische beweging de aandacht eens te vestigen. Inzonderheid de lotgevallen der Duitsche kerken nopen er toe de vraag te stellen, wat wij er hier te lande van zouden kunnen verwachten. De Nederlandsche beweging moge zich, zooals zij pretendeert, eenigszins anders tegenover ons kerkelijk leven verhouden, toch mogen wij niet uit het oog verliezen, dat ook de Duitsche beweging niet begonnen is met op den voorgrond te stellen, hoe zij, eenmaal aan de macht, met de kerken doen zou. De veronderstelling is zelfs niet gewaagd, dat als het volk had kunnen voorzien, wat er later mee gebeurd is, de zaken waarschijnlijk nog niet zoo vlot in het Hitlersche spoor zouden verloopen zijn.
Het komt bij zulke bewegingen aan op een nauwkeurig bezien der beginselen, waardoor zij gedragen worden. Gewoonlijk wordt er aan de beginselen zeer weinig aandacht besteed. De man, die er nadruk op legt, heet meestal lastig.
Toch is er geen verzuim, dat zich bitterder wreekt dan juist het uit het oog verliezen der beginselen om practische voordeelen te bereiken. Ook in onzen kerkelijken strijd bleek dit voortdurend. Neem b.v. dat reglement op de predikantstractementen. De beginselen der belijdenis werden op den achtergrond gedrongen voor het groote tractement, dat in het uitzicht werd gesteld. Het werd als een zwaar te dragen juk op de gemeenten gelegd, naar de beginselen vroegen de leidende heeren niet meer. De gevolgen zijn . echter voor de Kerk rampzalig en voor hen, die het ons brachten, in geenen deele wat zij hoopten. De ervaring leert wel, hoe verloochening der beginselen nadeelige gevolgen heeft. Wie als het tijd is, daarop wijst, wordt door de halfslachtigen met onwil beantwoord, want wie op de beginselen staat, geldt licht voor een lastig, onbruikbaar mensch. Maar als later de ellende komt, dan kunnen de heeren het niet helpen en laten zij het volk rustig in zijne noodèn. Voor de erven laten zij, zooals het spreekwoord zegt, de pacht.
En ook deze N.S.B. noopt ons dus tot eene nauwkeurige overweging van de beginselen, waarop zij zegt zich te gronden, want daarin liggen de wortels van wat er later uit groeien kan niet alleen, maar uit groeien moet. Ook in deze dingen toch hebben wij niet van doen met toezeggingen, dat het hier te lande zoo niet zal gaan, maar met noodzakelijke consequenties van een eenmaal aanvaard standpunt.
Daarmede zijn de levensbelangen van ons geheele volk, met name dus ook van ons Hervormde Gereformeerden, ten nauwste verbonden. En nu zou ik allicht geene aanleiding hebben gehad tot deze nadere beschouwing der N.S.B., indien het mij niet gebleken was, dat er ook onder onze Hervormd Gereformeerde menschen zijn, die zeer sterk in die richting neigen, ja,, er zich bij aangesloten hebben.
Nu kunnen wij wel begrijpen, dat er zulke sympathieën opkomen, gegeven de nooden, waardoor wij worden bedreigd, gegeven het feit, dat er ook in Nederland in den loop der jaren eene democratische ontwikkeling intrad, die verre van gezond is gebleken. En wij kunnen het ook begrijpen, omdat er economisch zooveel brandstof ligt opgehoopt, dat er zooveel teleurstelling en ellende, vrijheidsbeperking en dwang is gekomen. Ja, we kunnen zelfs gelooven, dat er worden aangetroffen, die meenen, dat wij door machtsdaden van een nieuw regeeringssysteem ook nog uit de kerkelijke kluisters worden verlost. Doch hoe verklaarbaar dit alles moge zijn, worden wij hierdoor toch niet ontslagen van den plicht ons nauwkeurig rekenschap te geven van de vraag, waarheen wij door deze beweging worden gebracht. Het gaat natuurlijk wel gemakkelijk allerlei idealen voor te spiegelen, grootsche plannen in het uitzicht te stellen, maar daarmede zijn wij er nog niet. De sociaal-democraten hebben ook altijd aan de massa groote kudden koeien met gouden hoornen te geef aangeboden, als zij maar de stem kregen, doch gebracht hebben zij alleen allerlei, dat ligt boven het peil van het werkelijke volksvermogen. Het ware geluk des volks lag in het evangelie der ontevredenheid niet. En onze ellende zou heel wat geringer zijn, indien men wat minder het oor geleend had aan dit vooze idealisme, dat den hemel op aarde ons brengen zou. Ook ons volk is, dank zij het verlaten van de ware beginselen eener gezonde politiek, hoog gevlogen, dus moet het nu des te dieper dalen. Onwillekeurig denken we hierbij aan de oude Grieksche mythe, die verhaalt van Icarus, die zich met zijn vader Daedalos aan de gevaren van het labyrinth onttrok door vleugels aan te hechten met was. Doch hij vloog zoo hoog, dat de was begon te smelten en de man in de naar hem genoemde Icarische zee viel en verdronk.
Hetgeen achter ons ligt, moge ons tot voorzichtigheid stemmen bij de nieuwe aanbiedingen, die worden gedaan, want de ervaring kan leeren, dat ook al zijn wij niet tevreden met het heden, daaruit nog niet volgt, dat de voorgespiegelde idealen werkelijkheid worden en als met een tooverslag de gevolgen van een zoo langdurige politieke periode van democratische verwording overwonnen zullen zijn. De geweldige schulden- massa, die het land drukt, de economische kneveling ons door het buitenland aangelegd, de weeldezucht van een pas voorbijgegaan verleden, en zoovele andere en daaronder ook geestelijke nooden, zijn met woorden en beloften niet weg te vagen. Ook hier geldt het Friesche spreekwoord: Het is met zeggen niet te doen.
Zooals eene kerkformatie in de eerste plaats aan hare belijdenis wordt gekend en eene richting aan haar uitgangspunt, zoo wordt eene politieke groep gekend aan haar program van beginselen in de eerste plaats. Ook de Nationaalsocialistische beweging heeft dit begrepen en haar programma het licht doen zien, dat ons kan inlichten over hetgeen zij pretendeert te zijn en te willen.
Wie nu dat programma ter hand neemt, wordt daardoor getroffen, dat het over hetgeen deze beweging wezenlijk is, eigenlijk niets bevat, over hetgeen zij wil des te meer. Het is niet zonder belang daarop nadruk te leggen, omdat er uit blijkt, dat wij hier te doen hebben meer met een practisch streven dan met een grondig overdachte staatkundige beweging. In de toelichting op dat program (Programma der Nat. Socialistische .beweging .in .Nederland, Utrecht, 1931) wordt dan ook op blz. 11 er nadrukkelijk op gewezen, dat de bedoeling dezer beweging niet is eene nieuwe politieke partij te stichten. Integendeel, hare idealen gaan veel verder, „Zij wil in de eerste plaats vernieuwing van den geest, op staatkundig en economisch terrein, in het Rijk der Nederlanden. Er is binnen dit Rijk, waarin inderdaad de zon niet ondergaat, een zoodanig toenemende geest van futloosheid, onmacht, onwil, onverschilligheid, ongeloof, verdeeldheid, schotjesgeest, krakeelzucht, dat het de spuigaten uitloopt, dat het somtijds lijkt, of de natie de ontbindende krachten verzamelt om zelfwoord te plegen." Er is in deze beschuldiging aan ons Nederlandsche volk zeker veel, dat niemand ontkennen kan. Dat onze democratische ontwikkeling teekenen van verval en verrotting vertoont, is ook dezerzijds meer dan eenmaal in het licht gesteld. Maar het is niet genoeg dit te omschrijven en op de gebreken nadruk te leggen.
Zijn zijn het noodzakelijk gevolg van de geheele Westersche cultuurontwikkeling, die in hare ontkerstening door de wijsbegeerte, al deze verrotting heeft voortgebracht. Een maatschappelijk leven, dat geen andere dan materialistische idealen kende, waarin de massa, bewogen door de zweep van den klassen-strijd, geen oog en geen oor meer open had voor iets, dat daarboven uitgaat, kan moeilijk iets anders voortbrengen dan eene verrotting der democratie. Voor God en zijn Woord heeft de maatschappij der Westersche volken geen plaats meer. Al de ideëele voortbrengselen der volken, volkenbond en al wat zich om deze idealen groepeert, zijn al te samen bedenkselen, die buiten alle hoogere beginselen omgaan. Het is alles de vrucht van onmiddellijk eigenbelang, waarbij alle hoogere beginselen uitgeschakeld zijn en blijven.
Dat nu het programma der N.S.B. op deze gevolgen het licht laat vallen, ontmoet dus onzerzijds reeds daarom geen bezwaar, omdat wij dit reeds lange jaren wisten. Zelfs is de antirevolutionaire partij onder Groen v. Prinsterer geboren uit het diepe besef van de verkeerde levensbeginselen der volkeren en uit het klare inzicht in de vruchten, die de revolutie noodwendig moest meebrengen.
Maar zie nu het onderscheid.
Als het programma der N.S.B. op de ellende heeft gewezen, dan komt haar remedie in deze woorden: „Daartegenover wil het nationaal socialisme een grondslag samenstellen van wilskracht, fierheid, plichtsgevoel, geloof in eigen kracht en bestaansrecht, nationalen zin, solidariteitsgevoel, gezindheid tot samenwerking, offervaardigheid, opdat op dezen grondslag opbloeie eene hernieuwde natie, welke hare zonen en dochteren uit eiken stand en elk beroep voor hun zedelijk en lichamelijk welzijn de beste mogelijkheid kan bieden". Wij zien hieruit, dat deze N.S.B. inderdaad schoone idealen voorhoudt aan de massa. Alleen maar blijft zij daarbij aan de uiterste oppervlakte staan. Zij noemt dit wel „in de eerste plaats eene geestelijke beweging", maar het kan toch wie nadenkt, niet ontgaan, dat alle deze idealen, welker verwezenlijking ook wij gaarne zouden begeeren, voor ons volk, niet zoo maar verkrijgbaar zijn. Wij hebben ook in het politieke leven van doen met dieper liggende beginselen. Alles wat hier wordt gewenscht, zijn ten slotte toch vruchten, die alleen groeien kunnen aan een geestelijke planting, waarop zij kiemen. Men kan ze zoo maar niet verwachten, ze zoo niet te voorschijn tooveren. Groen van Prinsterer heeft al deze dingen ook gewenscht, maar hij had dieper inzicht in de geestelijke volksontwikkeling en stelde daarom het Evangelie als de groote geestelijke krachtbron op den voorgrond. Tegen de revolutie hield hij hoog het Evangelie, zich daarvan bewust, dat alleen dit in staat was zoo op de volksziel in te werken, dat daaruit eene wedergeboorte kon worden verwacht. Hij wist, dat het niet genoeg was tegenover de volkszonden eenige volksdeugden te stellen, wijl daarvan alleen geen heil te wachten kon zijn. Ook volksdeugden kunnen alleen wortelen in een geestelijken ondergrond, dien het volk in zich omdragen moet. Daarom concentreerde zich zijne politiek dan ook om al die groote vragen, die eigenlijk tot op den huidigen dag nog de spillen zijn, waarom de redding uit de nooden draait.
Dat na zoovele jaren er van zijne idealen betrekkelijk zoo weinig is verwezenlijkt, lag niet daaraan, dat zijne inzichten niet de juiste waren, maar aan de overwoekering van het materialisme, dat het natuurlijke kind was van de liberale staatsleer eenerzijds, van het modernisme op kerkelijk gebied anderzijds. Het bondgenootschap dezer twee met elkander samenhangende machten heeft de ontkerstening des volks voortgebracht. En wie nu de Christelijke deugden wil herstellen, hij zal daarin niet slagen alleen door deze als leuzen te proclameeren. Verwachting kan er alleen wederom zijn, als in de volksziel de Christelijke religie weer een zedelijke kracht wordt, waaruit een nieuw volksleven opkomt. Zonder de vervulling van dit ideaal wacht ons geen dageraad van een nieuwen dag. Het gebed om de komst van Gods Koninkrijk behoeven wij.
Als dit opwaakt, zal er kracht herboren worden in de volksziel en dan ook alleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 april 1934

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De N.S.B. en wij. - III.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 april 1934

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's