Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Drie vogels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Drie vogels

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie als schrijver dezes een groot aantal jaren op kerkelijk en politiek gebied meeleefde, is allicht geneigd bij de vergelijking van heden en verleden aan het eerste de voorkeur te geven. En dat niet alleen daarom, dat ouderen gewoonlijk het verleden idealiseeren en het heden pessimistisch beschouwen, maar vooral omdat de laatste halve eeuw, die aan den oorlog voorafging, inderdaad het beeld van een opgang vertoonde, dat wel, toen het tegenwoordig was, door de menschen niet op prijs werd gesteld, maar toch heden zóó wordt gekend, dat duizenden en duizenden er naar terug hunkeren.
Uit het kerkelijk oogpunt was er na de doleantie eerst een opbloei der scheiding in al hare vormen. En de Hervormde Kerk, die door hen, die haar verlaten hadden, dood was verklaard, leefde door Gods wondere leidingen langzaam weder op. Althans er werd weder een Gereformeerde groep geboren, die als een rijsje uit dorre aarde van de reuke der wateren weder opgroeide. Het ging langzaam, schier verborgen, maar het ging! En al mogen wij thans de Hervormde Gereformeerde beweging niet overschatten, dat zij er is, kan moeilijk worden ontkend. Zij moge nog zwak zijn, soms nog aan kinder-mazelen lijden, maar zij is er. Het kerkelijk bewustzijn leeft weer, al kon het beter.
En wie op politiek gebied meeleefde, voor dien valt de vergelijking van verleden en heden zeer zeker ook in het voordeel niet van het heden. De Anti-Revolutionaire Partij, door Groen in het leven geroepen, werd onder Kuyper's leiding niet alleen georganiseerd, maar ook geïnspireerd.
Zij was toen nog één en ongedeeld. En al wat principieel rechts stond, steunde haar bij verkiezingen. Men streed met ware geestdrift, ook al was er geen schijn, die op mogelijkheid van overwinning wees. De hoop op stoffelijke voordeden kwam niet in aanmerking. Wie mede optrok, kampte tegen hope op hope om des beginsels wille mede. Smaad en hoon van het liberalisme deerde onze mannen niet. Het ging om het groote beginsel, dat er in ons staatsleven weer gerekend zou worden met God en Zijn Woord! De middelen, die aan de leiding ter beschikking stonden, waren gewoonlijk uiterst gering, maar wat zij stoffelijk te kort kwamen, werd rijkelijk door het enthousiasme vergoed, dat de kleine, doch aaneengesloten partij bezielde. En geen nederlaag was in staat den moed der A.R. te breken en het vuur van de liefde voor het beginsel te dooven.
Allengskens echter is dit anders geworden. Naarmate de partij aan invloed won, werd zij geestelijk niet sterker. Wij zouden kunnen zeggen: „Als Jeshurun vet werd, sloeg hij achteruit." Er zijn in den loop der jaren allerlei veranderingen ingetreden, waarvan sommige op daling van den geestelijken thermometer wijzen, hoewel zij gepaard gingen met eene verrijking in uiterlijken glans, aan invloed op schier elk gebied. En daar de dagen van voorheen, met hunne armoedige uitrusting voorbij waren, kon men zich een organisatie scheppen, die de voorgeslachten zich nauwelijks hebben durven droomen. Het getob met de finantiën der partij was voorbij en in het Kuyperhuis kwam er een bureau, dat alles zou kunnen doen, wat de belangen der beginselen vorderen. Het is echter jammer, dat er niet het profijt van werd getrokken, dat mogelijk was. Het betreurenswaardige toch is, dat de lijn, waarin zich de Anti- Revolutionaire politiek heeft ontwikkeld, steeds meer ging in de richting van gescheiden kerkelijke belangen. Had Dr. Kuyper steeds angstvallig in het oog gehouden, dat de A.R. eene inter-kerkelijke partij was, en deed hij alles, opdat zij zulks zou blijven, wetend dat met het verlies van dat karakter, deze partij slechts een kerkelijke groep moest worden, de nakomers hebben dit uit het oog verloren. Men ging steeds meer in de richting van het kerkisme. Alle invloedrijke posities moesten door de menschen der kerk worden bezet en hier en daar werd er een slappe Gereformeerde man uit de Herv. Kerk geplaatst, die als een soort lokvogel dienst moest doen. Zoo was het op elk gebied en ook in het Kuyper-huis volgde men dezelfde methode.
Het ligt echter voor de hand, dat deze politiek in Hervormde kringen is opgemerkt en ook dat zij er groote ontevredenheid heeft gewekt. De gevolgen daarvan zijn geweest een sterke toename der Staatk. Gereformeerde stemmen en een sterker zich ontplooiend aantal Christelijk Historische stemmen. En aan de andere zijde een steeds grooter wordende verdeeldheid onder de Herv. Gereformeerden op politiek gebied. En wat zien wij nu gebeuren?
In plaats dat de leiders der A.R.-Partij de hand in eigen boezem steken en zich eens rekenschap geven van de fatale gevolgen dezer uit gebrek aan politiek inzicht en overmoed geboren bezwaren, heffen zij dreigend en verwijtend de vuisten op tegen Prof. Visscher, alsof die kan helpen, dat het Hervormd Gereformeerde volk ontevreden zich afkeert van deze benepen politiek der Partij, die het trouwens aan den lijve in al hare ergernis-barende uitwerking ondervindt. En dan wordt er een lokvogel uit het Kuyperhuis gestuurd, die de Hervormd Gereformeerde mensehen eene waarschuwing moet geven tegen dezen gevaarlijken professor. Een quasi Hervormd „Gereformeerd" ambtenaar van het Kuyperhuis, een jongeman, pas gepromoveerd op een geheel onbeteekenende dissertatie, moest er op uit om zijne politieke wijsheid daartoe te luchten, op eene vergadering der Hervormd Geref. Jeugdcentrale in het Kralingerhout bij Rotterdam vergaderd. Het verslag dezer rede werd ons door vriendenhand toegezonden, zooals dit is verschenen in De R o t t e r d a m m e r van Maandag 2 Juli, 4e blad. Ziehier wat deze Hervormd „Gereformeerde" ambtenaar van het Kuyperhuis vertelde:

Mr. Dr. C. B e e k e n k a m p , van Leiden, heeft vervolgens een toespraak gehouden, welke door haar aanvankelijk eenigszins raadselachtige titel, n.l. „Het IJsvogeltje", de aandacht gespannen hield.
Spr. wees er allereerst op, dat een der weinige voordeelen van de huidige crisisperiode is, dat het streven naar nationale eenheid er door bevorderd wordt. In dit verband noemde hij tevens eenheidstendenzen van Nationaal Herstel en N.S.B., die ondanks het goede, dat ook zij ongetwijfeld hebben, niet onze sympathie kunnen verwerven. Hij toonde aan dat de nationale eenheid, welke het huidige kabinet nastreeft, er een is van geheel anderen aard, niet een van dwang, maar van vrijheid, van vrijwillig steunen van wat in het belang is van allen.
In eigen gelederen, aldus spr., zijn mannen, die geheel op zichzelf willen blijven, uit vrees, dat uit samenwerking met anderen gevaar voorkomt voor het eigen beginsel.
Wij moeten echter, onze eigen principes vasthoudend, niet uit het oog verliezen, dat er ook gevaar is van versplintering. In dit verband noemde spr. een actie in zekere Hervormde kringen, die tot uiting komt onder leiding van mannen als Prof. Visscher. Er bestaat ook een geheime circulaire, welke tot de Hervormden van A. R. huize de vraag richt: zijn wij tevreden?, met het doel; om te komen tot het stichten van een eigen Herv. A. R. partij.
Spr. waarschuwde tegen een dergelijke streven en roemde in de kracht der A. R. beginselen, welke tot uiting komt ook in het optreden van Minister Colijn.
Tenslotte verhaalde bij de mythe van Ceyx, de dochter van Alcyose, welke in een ijsvogelje veranderd was. Aeolus, de god der winden, zorgde daarop voor een week windstilte in den broedtijd dezer vogeltjes.
De penningsnijder Coenraad Blok ontwierp in 1577 een penning voor Prins Willem, waarop dit verhaal is in beeld gebracht. Maar in de plaats van Aeolus beeldde hij een zon af, met het monogram van Christus. Zoo werd dit verhaal met het Latijnsche opschrift: „rustig te midden der golven" een symbool van geloofszekerheid, en is Willem van Oranje tevens een merkteeken van nationale eenheid.
Spr. wekte allen op, even beginselvast als Willem van Oranje, als Colijn, het beste te zoeken voor ons vaderland.
Na deze met aandacht gevolgde rede heeft tenslotte Ds, J. Fokkema van Amsterdam, dezen zoo wel geslaagden Landdag met een krachtig opwekkend woord besloten.

Laat mij nu slechts deze nuchtere vragen stellen: Kan Prof. Visscher helpen, dat duizenden Hervormde Gereformeerde menschen hun sympathie voelden verkoelen tegenover de A.R.-Partij? Is het zijne schuld, dat vele jaren lang, sinds Dr. Kuyper's treden naar den achtergrond, de leiders der A.R.-Partij eene politiek hebben gevoerd, die in Hervormde kringen ergernis wekte door haar bekrompen kerkistische eenzijdigheid, waardoor de groote politieke vraagstukken uit het oog werden verloren en de vruchten van den strijd, mede verworven door de duizenden stemmen der Herv. Gereformeerden, werden uitgebuit voor vrijwel uitsluitend eenzijdige belangen der „Gereformeerde Kerken"? Is dit de schuld van Prof. Visscher of heeft hij jarenlang nog getracht voor de A.R.-Partij te behouden wat mogelijk was en steeds weerstand geboden aan den aandrang, soms door zijne naaste vrienden op hem uitgeoefend, om eene Herv. Anti-Revolutionaire organisatie te creëeren?
Inderdaad, er is ook eene dergelijke circulaire verzonden. Doch laat ons nu onmiddellijk wederom de vraag stellen: Heeft Prof. Visscher daartoe het advies gegeven? Heeft Prof. Visscher daarop aangedrongen of op eenigerlei wijze daartoe meegewerkt? Hij, Idie deze circulaire verzonden heeft, zal kunnen getuigen, hoe Prof. Visscher daarbij is en bleef uitgeschakeld. Dat die circulaire werd rondgezonden, is het bewijs voor de groeiende ontevredenheid onder ons Hervormd Gereformeerde volk, dat niet langer zich wenscht te laten gebruiken voor belangen, die met de politieke beginselen niets te maken hebben. Daarvan is die circulaire het uitvloeisel.
Al wat deze zich als Hervormd „Gereformeerd" aandienende ambtenaar van het Kuyperhuis debiteerde, bewijst slechts, hoe ons Hervormd Gereformeerde volk wordt misleid door menschen, die op de zelfkant der Gereformeerde beweging in de Herv. Kerk, zich uitsloven voor „Kerkherstel" eenerzijds en door dik en dun voor de A.R.-Partij anderzijds. En dit laatste niet, omdat zij voor de beginselen der Partij strijden, want die kennen zij niet, gelijk zij ook verre staan van ons Herv. Gereformeerde volk, dat trouwens ook niets van hen moet hebben. Hunne namen zijn meer eene af- dan een aanbeveling bij onze Gereformeerde mannen, die heel wel beseffen, waarom het die enkele Hervormde lokvogels is te doen, die een baantje of eer gekregen hebben, opdat zij als lokvogel zouden kunnen en willen dienen. Kan nu iemand meenen, dat door zulk een spreker de belangen der A.R.-Partij worden gediend? En is dat nu eene wijze om den Heer Colijn te eeren? Dat zulk een Jongeheer dit meent, bewijst meer dan iets anders, hoe groen hij nog is, hoe noodig het hem wel moet zijn om eerst eens werkelijk te gaan studeeren in de Calvinistische leer en daarna in de beginselen, die de A.R.-Partij in haren oorsprong heeft gedragen.
Wat heeft hij nu te zien gegeven? Dat drie vogels hebben gefloten op die vergadering der Rotterdamsche Jongelingschap door dien éénen quasi Hervormd Gereformeerden mond: De eerste was een lokvogel, de tweede een ijsvogel en de derde een eendvogel!
Welk een leerzame middag voor de Hervormd Gereformeerde Jeugdcentrale in het Kralingerhout!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1934

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Drie vogels

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1934

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's