De Duitsche kerkstrijd.

Van de zijde der belijdenisbeweging maakt men er ons op attent, dat de voorloopige leiding der Belijdeniskerk, dr. Mahrarens c.s., in naam der geheele belijdenisbeweging reeds 26 Jan. 1935 aan de rijksregeering rechtsmaatregelen vroeg om tot herstel van orde en rust in de Duitsche Evangelische kerk te kunnen komen, waaruit voortvloeit, dat de belijdenisbeweging op zichzelf tegen rechtshulp van den staat, om welke zij zelf gevraagd heeft, dus geen bezwaar maken kan en integendeel deze in principe aanvaard. Er is thans alleen verschil van inzicht over de wijze, waarop deze rechtshulp verleend wordt. De belijdeniskerk had gevraagd om aan een door de kerk te benoemen commissie rechtsen staatskundige volmachten te geven. In plaats daarvan heeft de staat zelf een commissie benoemd. Met voorbehoud van alle rechten Voor de kerkelijke organen zelve wil nu de belijdenisbeweging, eigen organen handhavende, een afwachtende houding aannemen, waardeerende wat de rijkskerkcommissie en landskerkcommissie in gebondenheid aan Schrift en belijdenis tot vrede der kerk willen ondernemen.
Aan de gemeenten is door de Voorloopige Leiding een rondschrijven gezonden, waarin dit nader wordt ontwikkeld en de kerkelijke gemeenten verzocht worden dienovereenkomstig te handelen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen