Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Met twee maten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Met twee maten

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is merkwaardig, hoe de Heeren der S.G.P. doordraven. Avond aan avond trekken zij te velde tegen de vrijheid der consciëntie en de daarmede gegeven vrijheid van godsdienst, alsof wij bij deze verkiezing de vrijheid van godsdienst tot inzet hadden. Hoewel niets verder van dezen tijd af is dan dat vraagstuk, dat eerst aan de orde komen kan, wanneer, óf het Nederlandsche volk in zijne overgroote meerderheid zich weder bekeerde tot de levens- en wereldbeschouwing der Gereformeerde Vaderen, óf er sprake komt van eene dictatuur, die van den godsdienst geen last wil hebben en dus met geweld alle godsdienstvrijheid eenvoudig onderdrukt. W a t dat beteekent, leert Rusland en leert ook de roode Spaansche republiek, die beiden het bloed van duizenden onschuldigen hebben geplengd uit vrees, haat en wraak jegens allen godsdienst.
Hoewel God machtig is het Nederlandsche volk te bekeeren, zien wij daarvan momenteel nog niet. Veeleer rijst soms de vraag, of er geen teekenen zijn, die wijzen op tijden, waarin Jezus' profetie wordt vervuld: „Zij zullen de handen aan ulieden slaan, u vervolgen en overleveren in de Synagogen en gevangenissen." En wat het tweede aangaat, zijn er ook teekenen, die doen vragen, of niet eene dictatoriale macht in aantocht is, ook over die volken als het onze, die tot heden nog vrij bleven van deze moderne regeeringsvormen.
Daar de toestanden zóó zijn — en dit kan toch niemand ontkennen — daar moet men toch met verbazing zich afvragen, hoe het mogelijk is, dat wijze en verstandige menschen met zulk een drang naar onderdrukking van de godsdienstvrijheid kunnen staan? Het nut van zulk een politiek kabaal kan toch niemand aanwijzen, daar het geheel buiten alle contact met de werkelijkheid staat, waarin wij leven, tenzij dan, dat aan dit drijven der S.G.P. ten grondslag ligt een meer of minder onbewuste drang tot eene revolutionaire omkeering van onze constitutioneele instellingen. Doch voor de practische vragen, die aan de orde zijn, heeft heel dit lawaai van D e B a n i e r niets, maar ook in het geheel niets te beduiden.
En wat brengen deze zich opwindende Heeren der S.G.P. nu voor en met welke argumenten treden zij op? Met allerlei, waaraan niemand onzer ook maar iets heeft. Zij zijn steeds bezig, om, zooals een Fransch spreekwoord zegt, open deuren in te trappen. Onze Vaderen leefden onder een in wezen Christelijken Staat, die onze Confessie aanvaard had en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken als Staatskerk handhaafden. Dat zij onder die wettelijke orde leefden, bracht natuurlijk met zich, dat zij aan de machthebbers in de steden en Provinciën eischen stelden om hen, als hun dat noodig scheen, aan te manen tot een krachtiger handhaven van de bestaande wetgeving. En dat deze wetgeving, die met de Staatskerk verband hield, ook maatregelen met zich bracht, die in den vorm van placcaten zich keerden tegen hetgeen de Staatsorde en de Staatskerk bedreigde of geacht werd te bedreigen, dat spreekt vanzelf. Daar behoeft men geen lange en felle artikelen over te schrijven. Dat bestrijdt niemand, dat ontkent niemand en kan niemand ontkennen. Die heele geschiedenis is het noodzakelijk gevolg van de rechtsorde, waaronder de Vaderen verkeerden.
Doch wie nu zijn nuchter en gezond verstand gebruikt, die zal toch moeten vragen: W a t hebben wij daar nu aan, dat men voorheen een Staatsgodsdienst en een Staatskerk had, om placcaten vroeg tegen allerlei kerk en staat bedreigende ketterijen en valsche godsdiensten? Wat kunnen wij er nu mede doen, dat voor drie eeuwen de geünieerde Provinciën onder een Christelijke Staatsorde leefden en onder eene wetgeving, die daarbij behoorde? Immers niets, want — en dit is juist het groote verschil -— wij verkeeren in een geheel anderen rechtstoestand, leven onder een geheel anderen regeeringsvorm, waarin van een Staatsgodsdienst en een Staatskerk geene sprake meer is.
En nu roepen deze Heeren der S.G.P., alsof zij thans nog onder dezelfde Wetgeving verkeeren, om diezelfde placcaten, waarom de Vaderen riepen, terwijl er geene regeering en geene wetgeving is, die er toe in staat kan stellen zulke placcaten af te kondigen. Als zij het wilde, zou de Regeering het niet eens kunnen doen, omdat haar het wettelijk vermogen daartoe ontbreekt.
Ik kan absoluut niet begrijpen, welk nut ons Gereformeerd volk van zulk een drijven kan hebben en welke wijsheid er zit in het vertellen, hoe voor drie eeuwen de Vaderen riepen om placcaten, die het gevolg waren van de wetten, waaronder zij verkeerden en van de klachten, die zij terecht hadden over de nalatigheid der regenten. W i j hebben aan deze geschiedkundige bijzonderheden absoluut niets voor de hedendaagsche practijk. Wij leven niet meer onder een Christelijke regeering, kennen geen Staatskerk meer, kunnen dus van de regeering geen placcaten meer eischen als de Ouden dit gedaan hebben. En nog dwazer is dat geroep van D e B a n i e r , omdat diezelfde menschen de heele leer der Vaderen aan hun laars lappen op het gebied van de Kerk. Zij leven meestal in afgescheiden Kerken. En daarvan moest geen der Gereformeerde Vaderen iets hebben.
Zoo meten deze Heeren der S.G.P. met twee maten. Kerkelijk leven zij geheel in strijd met de leer der Vaderen in separatie. En op politiek gebied schreeuwen zij om hernieuwde placcaten tegen alle andere kerkformatie dan de hunne.
Welnu, wanneer hier te lande wederom wordt ingevoerd eene wetgeving als die van Genève in de dagen van Calvijn of die welke geldig was in de dagen onzer Republiek in den bloeitijd, dan zal ik, waarschijnlijk nog krasser dan de Heeren van de S.G.P., aandringen op handhaving van de rechten der Staatskerk. Als het volk van Nederland in zijn geheel weer terugkeert tot het geloof der Vaderen, een Christelijk, een Gereformeerd volk wordt, dan zal ook ik van de regeering eischen de onderdrukking van alle geestelijke stroomingen, die zich keeren tegen den Christelijken, tegen den Gereformeerden Staat. Dan heeft dit zin en beteekenis. Maar wie als de Heeren van de S.G.P. een libertijnsche Grondwet bezweert, die moet. niet komen met den eisch om onderdrukking der godsdienstvrijheid. Die eisch strijdt met den eed op de Grondwet. Moge ons gebed opgaan om bekeering van ons volk, moge de Heere dat gebed verhooren en dan zal de tijd er zijn voor eischen als de Vaderen stelden en stellen konden. Doch wij moeten niet op Gods daden vooruitloopen.
i e dat doet bewijst geen geloof, maar getuigt slechts van vleeschelijke verwachtingen, die daarom ijdel zijn, omdat de Heere alleen werkt op Zijn tijd en ook op Zijne wijze. Maar altijd door Zijnen Heiligen Geest.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Met twee maten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's