Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rome en het Nationaal-Socialisme in Duitschland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rome en het Nationaal-Socialisme in Duitschland

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het ziet er met het Christendom in het algemeen in deze wereld niet mooi uit. Misschien mag ik nog iets verder gaan en zeggen, dat het er met de religie niet goed voorstaat. Superstitie en bijgeloof bloeien. Daarvoor besteden millioenen hun geld. Maar met de ware vreeze Gods is het sober gesteld. Het wordt aan de hedendaagsche volkerenwereld vervuld: Als de Heere Zijn aangezicht verbergt, wie zal Hem dan zien. Deze geestelijke verwording is een der bedenkelijkste teekenen des tijds. Doch zij zijn niet plotseling opgekomen, hebben al eene langdurige geschiedenis, zijn de vrucht van de ongezonde ontwikkeling der laatste halve eeuw.
In Duitschland heerscht er onrust op kerkelijk gebied, want de nieuwe staatsorde van het derde Rijk kan blijkbaar slechts moeilijk de aanpassing vinden aan de bestaande religieuse levensvormen. De groote moeilijkheid is daar niet slechts, dat er in het algemeen twee groote kerkformaties zijn, die zich wezenlijk niet met het Nationaal-Socialisme verdragen kunnen, want ook dit Duitsche Nationaal-Socialisme pretendeert eene levensbeschouwing te zijn van eigen orde. Dit is eigenlijk het ongeluk. Inderdaad is het slechts naar den vorm iets nieuws, naar zijn wezen een soort philosophie, die op hare beurt de vrucht is van een anti-christelijke geestesrichting, die in de laatste twee eeuwen in het Duitsche volk grooten invloed verworven had. Er schuilt in het Duitsche Nationaal-Socialisme een kiem, die ook in het Marxisme zich deed gelden. En wat er nu nog aan Christelijk leven over is, voegt zich niet zoo gemakkelijk onder dit régime, dat in den waan van een universalistische levensbeschouwing te zijn. die voor iedereen geschikt is, een niets ontzienden druk legt op de geestelijke levensopenbaringen des volks. Dus moesten de conflicten wel komen, niet alleen met het orthodoxe Lutheranisme en wat er verder in die Unirte Kirche nog wegschuilt, maar ook met Rome. Eigenlijk is het jammer voor het Duitsche volk, dat deze conflicten er zijn, want als alle diepgaande conflicten, strekken zij niet tot verhooging der volkskracht.
De Paus heeft nu zelfs een speciale Encycliek aan deze kwestie gewijd, die de Duitsche regeering geheel onverwacht overvallen schijnt te zijn, plotseling in alle Roomsche kerken werd voorgelezen en in de officieele regeeringskringen nog al eenige consternatie heeft verwekt. Zelfs schijnt de verhouding tusschen de pauselijke Kerk en de Nationaal-Socialistische regeering het karakter van een nieuwen „Kulturkampf" aan te nemen. Kort na den Fransch-Duitschen oorlog heeft de Duitsche regeering tegen een steeds oppermachtiger wordend ultramontanisme in December 1871 de zoogenaamde ..Kanzelparapraph" afgekondigd, waarbij ieder, die den kansel gebruikte voor politieke agitatie, met vestingstraf bedreigd werd. Dit trof met name de Jezuieten, die feitelijk den Duitschen klerus beheerschten. Daarop volgde in Juli 1872 de opheffing der Jezuieten-orde, aan welke alle werkzaamheid in kerk en school verboden werd. En daarna werden in Mei 1873 de zoogenaamde Meiwetten afgekondigd, die het Staatstoezicht uitstrekten tot zelfs over de opleiding en aanstelling der geestelijken. En daarmede was de „Kulturkampf" ontketend. De Jezuieten moesten Duitschland verlaten, terwijl de bisschoppen weigerden deze Meiwetten te gehoorzamen. Dit leidde er toen toe, dat onderscheidene bisschoppen in de gevangenis werden gezet.
De politieke toestand in Duitschland was destijds geheel anders dan nu. Men kende er nog een parlementairen regeeringsvorm. En onder leiding van Windthorst vond de regeering toen tegenover zich de Roomsche Centrum-partij, die tegenover de toenmalige regeering een groote kracht ontwikkelde. zoodat Bismarck wel het beroemde woord sprak, waarin hij zeide: „Naar Canossa gaan wij niet", maar waardoor toch niet kon worden voorkomen, dat hij tot steeds grooter consessies genoopt werd. Ook in deze worsteling bleek, dat door drukking het ultramontanisme juist aan kracht won. De Jezuieten-paters trokken het land door, overal het volk bewerkend, terwijl de Roomsche pers groote kracht ontwikkelde. Het aantal Roomsche bladen vermeerderde van 13 in 1860 tot meer dan 300 in 1875, waarin uit den aard der zaak ook het Protestantisme op alles behalve liefelijke wijze werd behandeld. Over Luther werd op de schandelijkste wijze geschreven. De „Kulturkampf" liep dus uit op een groote versterking der Roomsche Kerk en verhooging van den invloed der priesterschap.
Met dit voorbeeld voor oogen is een nieuw conflict tusschen den Nationaal-Socialistischen Staat en de Roomsche Kerk geen aangenaam vooruitzicht voor de Duitsche regeering, die toch ook met de Protestantsche kerkformaties in nog verre van gezonde harmonieuse verhoudingen is. Toch zou het niet juist zijn te meenen, dat een nieuw conflict met de Roomsche Kerk op dezelfde wijze moet eindigen als voorheen onder Bismarck het geval is geweest. Men moet niet uit het oog verliezen, dat de toestanden heden ten dage geheel andere zijn dan in de jaren na den oorlog van 1870. In de eerste plaats is de geestelijke toestand van de massa gewijzigd. Men mag niet uit het oog verliezen, dat de Roomsche politiek jaren lang door het Centrum gevoerd, nadeelig heeft gewerkt op de Roomsche volksmassa's. Rome heeft door het „liebaageln" met de groote Marxistische partij in eigen gelederen Marxistische geesten aangekweekt. Hetzelfde gebeurt hier te lande op kleine schaal. De Roomsch-Katholieke Staatspartij is ook alles behalve rein Katholiek. In Duitschland heeft het voortdurend gelonk met de sociaal-democraten de krachten van het Centruni gebroken. De Roomsche arbeiders zijn daar voor een aanmerkelijk deel van onder den invloed der Roomsche Kerk losgeraakt. Het was den menschen geleerd. want de Roomsche en sociaal-democratische idealen liepen niet zoover uiteen. W a r e dit niet zóó, dan zou in sterk Roomsche streken de macht van het Nationaal-Socialisme niet zoo groot zijn.
In de tweede plaats moet niet worden voorbijgezien, dat het godsdienstig leven na den oorlog ingezonken is. Er is ook in Duitschland een veel breeder anti-godsdienstige bodem in het maatschappelijk leven dan voorheen. W i e zijn oog laat gaan over de groote Westersche volken, ziet overal hetzelfde verschijnsel. In Spanje, in Mexico, in Frankrijk, van ouds Roomsche landen, die voor geen Protestantsche bewegingen ruimte lieten, is de ongodsdienstigheid nog veel grooter dan ergens anders. En er is reden om aan te nemen, dat ook in overigens Roomsche gedeelten van Duitschland de eerbied voor de Roomsche traditie niet meer zoo diep is ingeworteld als zulks nog na den oorlog van 1870 het geval was. De laatste halve eeuw was ook voor de Roomsche Kerk niet onbeperkt gunstig. Zij scheen soms in uitwendige glorie toe te nemen, terwijl zij innerlijk verzwakte. En daarom, al is er voorheen een ..Kulturkampf" geweest, in welks uitslag zelfs een Bismarck zich vergiste, de vraag is toch, of de hedendaagsche omstandigheden niet zóó gewijzigd zijn, dat bij eene nieuwe worsteling er een andere uitslag komen kan.
In elk geval is er voor ons uit deze nieuwe complicatie te leeren, dat de Roomsche politiek in Duitschland over het geheel niet gunstig is verloopen. En niet alleen in Duitschland, eigenlijk elders evenmin. In Duitschland was het Centrum mede een voorbereiding voor wat nu is door het gekonkel met de Marxistische beweging. In Spanje leidde de Roomsche Kerk, die er de absolute alleenheerschappij had, tot de communistische overheersching. In Frankrijk heerscht er een volksfront, even rood en rossig als voorheen de revolutie was, wordt de ondergang voorbereid van het cultureele leven, terwijl de Roomsche Kerk er niet den minsten weerstand biedt. In Mexico wordt Rusland nagevolgd.
En zoo blijkt uit de feiten, dat de Roomsche Kerk geen bederf-werende sociale kracht baart in het leven der volken. Rome mag, zooals nu ook geschiedde, eene Encycliek de wereld inzenden tegen het Communisme, er is blijkbaar geen kerkformatie, die er meer den bodem voor bereidt.
Ook hier te lande mag men zich aan deze verschijnselen spiegelen. Met name de Protestantsch Christelijke volksgroepen hebben oorzaak zich bewust te worden van de gevaren, die uit de voortzetting der coalitie dreigen voor onze volksontwikkeling. De dwaling van Rome is, dat het meent het sociale en economische leven te kunnen en te mogen dwingen naar philosophische idealen, die wezenlijk socialistisch zijn. Het heeft nooit geluisterd naar de les van Jezus, die tot de deelers van de erfenis zeide: „Wie heeft Mij tot een scheidsrechter over ulieden gesteld?" Rome strijdt nu tegen den totalen staat, terwijl het de volken wil gelukkig maken met de totale Kerk. De gulden weg, door Calvijn gewezen, ligt in het midden, want hij leert den keizer te geven wat des keizers is en Gode wat Godes is. Tot dien weg zal het Protestantsch Christelijk Nederland moeten terugkeeren. Doch dat kan alleen, wanneer wij weer ons zeiven worden, ons weer orienteeren naar de oude beginselen, door Groen van Prinsterer gepredikt en dus ons losmaken van eene coalitie, die geen bestaansgrond meer heeft in de politieke behoeften dezes tijds.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Rome en het Nationaal-Socialisme in Duitschland

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1937

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's