De Duitsche kerkstrijd.
Verleden week schreven we: De strijd zal in Duitschland wel tot het bittere einde toe moeten worden volgehouden. Dat bittere einde schijnt nu spoedig te zullen aanbreken. We weten nu eenmaal, dat in een fascistisch land de Leider alles te zeggen heeft, wanneer het er op aan komt. Men schijnt nu Hitler zoover gekregen te hebben, dat hij in elk geval de kerk evenals de staat tot een eenheid wil maken. We troffen daarover het volgende in de N w. R o t t. C r t. aan:
In het kerkelijke rijksministerie onder Kerrl wordt in samenwerking met het rijksministerie van binnenlandsche zaken onder Flick een rijkskerkwet voorbereid, welke bestemd is om een eind te maken aan den kerkstrijd en beslissend zal zijn voor de toekomst der kerk.
Sedert de ontbinding van de rijkskerkcommissie in het voorjaar, bevindt zich de kerk in Duitschland in een overgangstoestand, welke slechts als een provisorium van zeer korten duur was bedoeld: in een toestand geheel zonder centrale kerkelijke autoriteit. De kerkcommissie, zoo was het door den Führer aangekondigde plan, zou worden vervangen door een bestuur, hetwelk zou moeten worden aangewezen door een wetgevende generale synode, welke op haar beurt uit algemeene kerkelijke verkiezingen zou tevoorschijn komen. Deze algemeene kerkelijke verkiezingen hebben toenmaals veel lof op voorschot geoogst, maar er is tot dusver niets van gekomen. De meeningen van de onderscheiden kerkgroepen bleken namelijk zoo ver uiteen te loopen, dat zelfs verkiezingen niet mogelijk bleken. Onder andere was men het over de wijze, waarop deze verkiezingen zouden worden uitgeschreven dermate oneens, dat geen enkele regeling van deze verkiezingen kon worden ontworpen zonder dat belangrijke groepen ze eenvoudig zouden hebben genegeerd of geboycott. Hoe het resultaat mocht worden, in alle geval zou de uitslag dus geen pacificatie hebben teweeggebracht. Daar er geen doelmatige kerkelijke verkiezingen konden worden gehouden, kon er ook geen algemeene constitueerende synode tot stand komen en kon dus de synode geen nieuw centraal kerkelijk bestuur benoemen, noch voor de kerk een nieuwe constitutie geven. Deze toestand kon op den duur niet worden gehandhaafd, want aldus blijft de kerk zonder centrale autoriteit. Het ministerie voor kerkelijke aangelegenheden is volgens de thans nog vigeerende wet geen autoriteit, welke voor een centraal kerkelijk bestuur in de plaats kon treden.
De nieuwe wet, die thans in de maak is en weldra door het kabinet zal worden goedgekeurd, schept een straf en centraal georganiseerde Duitsche kerk. Deze kerk zal uit den aard der zaak, naar men hoort, niet identiek zijn met de door de nationaal-socialistische rijksbeweging der Duitsche christenen verlangde Duitsche nationale kerk, maar zij zou er trekken mede gemeen hebben.
In alle geval is deze wet bestemd om eens en voor al den kerkstrijd met een slag te beslechten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1937
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 oktober 1937
Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's