Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geheime clausules bij het Reorganisatie-Ontwerp.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geheime clausules bij het Reorganisatie-Ontwerp.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben er reeds de aandacht op gevestigd, dat er inzake de aanneming van het Reorganisatie-Ontwerp geheime clausules waren, die het verklaarden, dat de Synode haar besluit nam om het ontwerp door te zenden.
Hoe dit in elkander zit, wordt ons door de N w. R o t t. C r t. van 8 Februari l.l. duidelijk. Daarin werd een relaas gegeven van allerlei eigenaardige gestes, die er gemaakt werden. Het blijkt daaruit, dat er van een werk des Heiligen Geestes niet, van sluwigheden en handigheidjes meer te speuren valt. De politiek laat zich hier zien van eene zijde, die niet bepaald mooi is te noemen. Wij nemen de mededeelingen van de N w. R o t t. C r t. over, opdat onze lezers zullen weten, wat er alzoo is van dit Ontwerp. Misschien wordt het hun dan ook duidelijk, hoe Ds. van Grieken zoo goed bekend is met alles, dat hij als een „advocatus diaboli" bij het Ontwerp optreedt. Zie hier het verhaal van de geheime clausules uit het liberale blad:
Het telefoontje.
„Geen stijl."

Een medewerker schrijft ons:
Wij zeggen heusch niet te veel, als wij beweren, dat het ééne telefoongesprekje tusschen de hoogleeraren Berkelbach van der Sprenkel en Haitjema het voorloopig lot van het Reorganisatie- ontwerp heeft beslist; maar wij wagen nu evenzeer de voorzegging, dat dit zelfde telefoontje straks (èn bij de te geven consideraties der classicale vergaderingen, èn bij de definitieve beslissing ter Synode dezen zomer) een zeer belangrijke rol zal spelen, en wel eens juist den doorslag zou kunnen geven naar den anderen kant.
Had het maar nooit in een krant gestaan! Maar dit telefoontje is aanstonds publiek geworden en heeft zelfs reeds (de uitdrukking is afkomstig van prof. Haitjema) tot „legendevorming" geleid, welke legende deze Groningsche kerkelijke hoogleeraar getracht heeft „aleer zij voortwoekert, bij den wortel af te snijden". (Maar de wortel is blijven zitten.)
Wij willen hier zeer precies mededeelen,
wat er dan wèl is gebeurd:
In den vooravond — zoo vertelde prof. Haitjema — van de laatste zitting der buitengewone Synode werd hij opgebeld door zijn collega Berkelbach van der Sprenkel, die hem de vraag stelde, of het geheele Reorganisatievoorstel voor hem onaanvaardbaar worden zou, wanneer prof. Berkelbach op eigen initiatief een redactie-wijziging in het begin van art. 8, ten vijfde, voorstelde in dier voege, dat er in plaats van „belijdenis" zou worden gelezen „belijden", en dan de daarop volgende woorden „door hervorming en handhaving" zouden komen te vervallen. Hij (prof. Berkelbach) voegde er bij, dat naar zijn meening door deze wijzigingen geen enkel beginsel van het rapport werd aangetast; dat de bedoeling alleen zou zijn: in de woordkeuze zoo duidelijk mogelijk tot uitdrukking te brengen, dat belijdenis en belijdenisgeschrift niet een en het zelfde zijn, en dat bovendien hier niet de letter van de drie Formulieren van Eenigheid werd aangegeven als de norm voor de leertucht. Prof. Haitjema antwoordde, dat door deze overwogen redactiewijziging het reorganisatievoorstel voor hem niet onaannemelijk werd, wijl hij van overtuiging was, dat in het Ontwerp niets wezenlijks veranderde ten gevolge van deze verandering der bewoordingen. (Men sta ons echter de vraag toe: waarom dit dan maar niet dadelijk een jaar geleden is bedacht en tot uitdrukking gebracht?) Zoowel leertucht als herziening der belijdenisschriften bleven, naar de meening van prof. Haitjema, beginselen van het ontwerp, en bleven, afgezien van andere gedeelten van het voorstel ook omschreven in en met het dubbele „opdat" in art. 8 sub 5 *). Toen beëindigde de Groningsche kerkelijke hoogleeraar dit telefoongesprek met nog te onderstrepen, dat hij tot deze redactie-wijziging zeker niet het initiatief nemen zou, en dat dit daarom voor de verantwoording bleef en blijven moest van zijn Utrechtschen ambtgenoot.
Zóó is het dus gegaan. Wij gaven hier het eigen verslag van prof. Haitjema.
En nu dan
de eerste gevolgen èn onze beoordeeling van deze zaak.
Wat de gevolgen betreft: ds. W. H. Weeda, een der rechtsche tegenstemmers, deelt mede in het blad van Kerkopbouw, dat een der eerst nog „innerlijk verdeelden" (bedoeld moet zijn ir. P. Wolfensperger) in de hoop, dat later te behandelen en aan te nemen amendementen de ook door hem gedeelde bezwaren uit den weg zouden kunnen ruimen, en — het staat er letterlijk! gerustgesteld door een telefonisch gedane toezegging van de beide voorzitters van Kerkherstel en Kerkopbouw ten opzichte van het meest bestreden punt (art. 8 sub 5) op zijn oorspronkelijk plan om tegen te stemmen is teruggekomen, terwijl de beide andere rechtsche heeren dezen weg toch blijkbaar een te periculeuze hebben gevonden. Hieruit blijkt dan toch wel zonneklaar, dat het ontwerp door dat telefoontje dit keer althans gered is.
En dan nu ook de beoordeeling, waarbij wij onze volkomen instemming kunnen betuigen met wat ds. B. J. Aris in het blad van Kerkopbouw publiceerde, terwijl hij daar óók nog verklapte, dat de meerderheid van het moderamen van Kerkopbouw, zij het om verschillende redenen, tegen het ontwerp 1937 is, zooals het daar ligt, Ds. Aris schreef o.a.: Met alle respect voor de goede bedoelingen van prof. Berkelbach van der Sprenkel, die gedurende de Synodezittingen prof. Scholten en prof. Haitjema nog opbelde, om het ontwerp daarmee te „redden". Dit is geen stijl. Want het betrokken artikel 8 is in de eerste plaats zóó fundamenteel en daarover is enkele dagen lang vergaderd, en in de tweede plaats hangt het zóózeer samen met allerlei evenzeer fundamenteele artikelen, dat zoo iets maar niet eventjes op de valreep kan worden veranderd. Ook moet ernstig worden betwijfeld, of de beide voorzitters (van Kerkopbouw en Kerkherstel) wel het recht hadden hiertoe hun toestemming te geven zonder daarover al de andere voorstellers te raadplegen. Ds. Aris schreef volkomen terecht: waren er toch nog amendementen aangebracht, dan wist niemand immers meer welke waarde hij moest hechten aan de handteekeningen, die onder het ongewijzigde stuk stonden. En dus moest het stuk blijven zooals het was. Door amendementen meent ds. Aris, zou het ontwerp een ontwerp van de Synode zelf zijn geworden. Maar mogen wij hierbij dan toch even de vraag stellen: Is dit reorganisatievoorstel op dit oogenblik dan geen voorstel van onze Synode? Deze heeft het nu toch aangenomen, zij het dan ook voorloopig!
Er is echter nóg een groote moeilijkheid, waar prof. Haitjema, ook al wilde hij geen oogenblik er op worden aangezien, dat hijzelf tot dit amendement het initiatief genomen had, nu voor komt te staan. Ds. Aris heeft in het laatste nummer van het Orgaan van Kerkopbouw medegedeeld, dat die Groningsche hoogleeraar in de samenkomsten der reorganisatie-commissie meermalen heeft verklaard, dat hij aan het woordje „handhaven" sterk gehecht was, ja, daar zelfs een „providentieele" beteekenis aan toekende. Door deze mededeeling, die ons ook heelemaal niet verbaast, komt dus wel vast te staan, dat prof. Haitjema om der wille van de mogelijkheid van een (voorloopige) aanneming zich nu niet heeft willen kanten tegen, of althans geen onoverkomenlijk bezwaar gezien heeft in een wijziging, die hij in de commissievergaderingen tot geen prijs heeft willen aanvaarden.
En zoo is dan door verwachtingen, die door het telefoontje van prof. Berkelbach zijn gewekt, thans het reorganisatieontwerp nog nèt op het kantje aangenomen, maar zal die ééne voorstemmer, die eerst innerlijk verdeeld was, nu stellig zijn innerlijke verdeeldheid wel weer terug hebben, terwijl allen, die straks op de classicale vergadering hun stem zullen hebben uit te brengen er wel goed aan mogen denken, dat het voorstel er op 14 Januari 1938 nooit zou zijn doorgekomen, als niet de hoop was gewekt, dat het woordje „belijdenis" straks zal worden veranderd in „belijden", en dat de woorden „hervorming en handhaving" dan geheel zullen komen te vervallen.
Met andere woorden: het zelfde telefoontje, dat eerst 10—9 veroorzaakte, zal straks aanleiding geven op zijn minst tot 9-—10. En dat alles, omdat dit zoo diepingrijpende voorstel blijkbaar toch niet voldoende is voorbereid en lang niet voldoende doordacht.


*) Duidelijkheidshalve geven wij hier de betrokken alinea: „de zorg voor hare belijdenis door hervorming en handhaving, opdat het geloof der Kerk in hare verkondiging en in hare symbolische geschriften steeds zuiverder tot uitdrukking kome, en opdat de openbaring van God, Vader, Zoon en Heilige Geest naar de Heilige Schrift als regel van geloof en leven worde geëerbiedigd en het karakter der Kerk als Kerk van Christus worden bewaard".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Geheime clausules bij het Reorganisatie-Ontwerp.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 februari 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's