Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Algemeene verwarring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Algemeene verwarring

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is niet slechts de Hervormde Gereformeerde groep, die zich in deze dagen op ontstellende wijze in hare onsamenhangendheid openbaart als een hoop los droog zand, maar andere groepen zijn er niet beter aan toe. De ethischen zijn verdeeld in voor- en tegenstanders. De Vereeniging Kerkopbouw vertoont scheuren, althans van eenheid is ook daar niet te speuren. Prof. Brouwer, Prof. Korff zijn tegenstanders, anderen weer zijn voorstanders. Zelfs de Confessioneelen zijn niet homogeen. Zij hebben eene vergadering gehouden, die naar de bladen meldden, daarmede eindigde, dat Ds. Lingbeek zeer verbolgen de vergadering verliet onder den uitroep, dat zij allen Hoedemaker's leer hadden verworpen. Nu, daaraan had Ds. Lingbeek zeker gelijk. Hoedemaker. dien ik ook zelve persoonlijk gekend heb, zou zich nooit met dit ontwerp hebben vereenigd, zooals hij ook zeker heelemaal niets moest hebben van de dialectische theologie, die Barth hier in de mode bracht en door Prof. Haitjema wordt gepropageerd met een ijver eene betere zaak waardig.
Daar er echter over Ds. Lingbeek's verlaten van de vergadering allerlei commentaren zijn rondgestrooid, die evenmin juist en evenmin uit waarheidszin werden verspreid als de belachelijke onzin van de doleerende elementen binnen en buiten de Herv. Kerk over de attestatie van Prof. Visscher, meenden wij wel te doen met de volgende toelichting op Ds. Lingbeek's uitgang uit het confessioneele Babel. Het spreekt vanzelf, de duivel, die rondgaat als een brieschende leeuw, zoekende wien hij zou mogen verslinden, maakt gaarne relletjes en vindt daarbij in zijne vrome dienaren — want niet alle duivelsdienaren zijn steeds in goddeloos tenu — gewillige helpers, die blij zijn, als zij eens wat meenen te kunnen zeggen van menschen, waarop zij gewoonlijk geen vat kunnen krijgen. Zwendelaars en hoereerders komen er bij deze broeders, die als engelen des lichts zijn aangedaan, gewoonlijk veel beter af dan menschen, waarop zij eigenlijk heel niets weten aan te merken.
Ook Ds. Lingbeek moest wel een veer laten over zijn haastigen uittocht uit dit Egypte van reorganisatie. Doch nu wordt er eene toelichting op zijn exodus gegeven, die wij onzen lezers niet willen onthouden. In de N w. R o t t. C r t. van 9 Juni lazen wij het volgende:

HET WEGLOOPEN VAN Ds. LINGBEEK.
Een predikant schrijft ons:
In den tijd voor en tegen het veel besproken Reorganisatieontwerp kieze men partij, gelijk men dit naar eer en geweten plicht acht; doch men wachte zich voor de formuleering eener legende, waarvan ditmaal voor den zooveelsten keer ds. C. A. Lingbeek het slachtoffer staat te worden.
Ook uw uitnemende theologische medewerker doet daaraan — hoogstwaarschijnlijk onbewust -— mede, wanneer hij in het Ochtendblad A van 5 dezer gewaagt van de redding der reorganisatie door het rechts stemmen van een der vrijzinnige leden van het Provinciaal kerkbestuur van Noord-Holland en daarna verklaart, dat zulks door orthodoxen als een der schokkendste momenten uit het reorganisatiedrama beschouwd wordt en nog sensationeeler wordt geacht dan het ostentatieve wegloopen van ds. Lingbeek in de vergadering van de Confessioneele Vereeniging.
Welnu, van ostentatief wegloopen is in de Ernst Sillemhoeve geen sprake geweest. Wel was ds. Lingbeek op het oogenblik van zijn vertrek door het geheele verloop der vergadering geprikkeld; maar zijn heengaan was door niets anders veroorzaakt dan door tijdsgebrek, waarom hij naar zijn rijtuig ijlde, ten einde een lang van te voren vastgestelden trein te halen. En dat hij zijn reisplan aldus gefixeerd had, was eenig en alleen het gevolg van de vermelding op de agenda, dat de vergadering te vier uur zou worden gesloten.
Welnu, te vier uur ging ds. Lingbeek naar zijn rijtuig en het geheele geval zou de vermelding niet waard geweest zijn, wanneer men zich aan de agenda gehouden en de vergadering op het vastgestelde uur gesloten had.
Edoch hiervan kon tengevolge der eigenaardige leiding dier bijeenkomst geen sprake meer wezen. Wat was het geval?
Ondanks het ongunstige weer was men ter 79e jaarlijksche vergadering opgegaan in de zekere verwachting, dat men aanschouwer zou zijn van het duel prof. Haitjema.—ds. Lingbeek. Professor zou volgens de agenda des morgens spreken en zijn kerkrechterlijke tegenstander was als vanzelfsprekend vroegtijdig present. Helaas werd het referaat tot de middagvergadering verschoven en nadat professor inderdaad om ongeveer half twee aan het woord gekomen was, stond de klok al op ongeveer kwart over drie, toen het referaat geëindigd was. Tot verbazing van velen en zeker tot ontzetting van ds. Lingbeek deelde de voorzitter daarna doodleuk mede, dat men nu een kopje thee zou gaan drinken. Men kan zich de verbazing en ontzetting beide indenken en misschien was er van het geheele debat niets gekomen, als de vrienden van ds. Lingbeek hem niet geraden hadden, zich aanstonds tot den voorzitter te wenden en hem zijn moeilijke positie, waarin hij slechts door de wijziging der agenda geraakt was, bekend te maken.
De eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat deze hem inderdaad toestond als nummer een aan het debat deel te nemen en reeds te half vier kreeg ds. Lingbeek het woord, terwijl de voorzitter hem dit liet, totdat de spreker zelf om ongeveer vier uur zich terugtrok.
Toen geschiedde iets droevigs.
Een bekend ontwerpvoorstander schoot een giftigen pijl op den heengaande af. Daarmede was hij natuurlijk buiten de orde. De beantwoording van ds. Lingbeek was niet aan hem; zulks was de taak van den referent; nochtans onderwond hij zich tot een protest en beschuldigde den door gebrek aan tijd weerloozen debater — mijns erachtens geheel ten onrechte — van een bepaalde ketterij.
Lingbeek zelf kon natuurlijk niet meer antwoorden. Het gif van den pijl heeft hij natuurlijk wel gevoeld. In de deur schijnt hij — ik hoorde dit zelf niet — geroepen te hebben: „Jullie bent van Hoedemaker afgeweken", maar hij moest heen.
Wie belang stelt in de Lingbeeksche argumentatie inzake het bisschoppelijk systeem en de lastbrieven der synodeleden, leze in het Hervormd Weekblad: Ingezonden (No. 2591). Slechts vorme men geene legende.

Tot zoover het verhaal, waaruit wel blijkt, dat de stemming ook in dezen kring nog al geprikkeld was. Het laatste woord van Ds. Lingbeek had blijkbaar een scherpen naklank. Hoe dit ook zij: dit laatste woord was volkomen juist. Hoedemaker moest van de leer van Prof. Haitjema, en van heel deze en dergelijke reorganisatie-ontwerpen absoluut niets hebben, omdat hij vasthield aan het onveranderlijke recht der belijdenis. Het is echter misschien een geluk, dat ook in confessioneelen kring de geesten openbaar worden. Er zijn daar naast een groote meerderheid van ethische en remonstrantsche elementen, ook nog meer principieele mannen, die eigenlijk bij ons behoorden.
Doch wat merkwaardig is, ook bij de modernen is het niet pluis. Zij zijn eigenlijk van huis uit individualisten. Het modernisme heeft nooit een recht begrip gehad van de reformatie, zag en ziet het Protestantisme aan voor een naar geestelijke losbandigheid hunkerende beweging, waarin alle sociale levensband ontbrak. Het heeft nooit een begrip gehad van kerk en belijdenis, hield alle eenheid in levensopenbaring in positieven zin voor Roomsch. Het is dan ook altijd geweest een wild individualistische geestelijke beweging, die één was in negatie. Zoodra het op eene belijdenis aankwam, die moest openbaar doen worden, waarin de Heeren overeenstemden, dan hield het groepgevoel op. Zij waren alleen daarin één, dat de Vrijzinnigheid geene belijdenis begeerde. Men ontkende saam het goed recht van de Kerk om eene belijdenis zooal niet te hebben, dan toch daarmede ernst te maken. Ja, de besten onder hen — want alle modernen zijn nog niet gelijk — hielden zich zelfs voor Calvinisten, hoewel er geen enkel stuk was, waarin zij met Calvijn samenstemden, want zij waren de libertijnen, waartegen Calvijn zijn levenlang heeft gestreden. De modernen waren dan ook vrijwel allen homogeen in de erkentenis, dat dit Ontwerp moest worden afgewezen. Doch nu komt het merkwaardige. In Noord- Holland, dat steeds een modern man naar de Synode zendt, schuilt er onder de modernen een „amok-maker' , die in plaats van, zooals redelijker en zedelijker wijze van hem mocht worden verwacht een moderne te stemmen, zijn vaandel verliet om op Dr. Oorthuys, een orthodoxen, vurigen voorstander van het reorganisatie-ontwerp, zijne stem uit te brengen. Dat daarmede aan de voorstanders van het ontwerp een ongedachte en onverwachte steun geboden wordt, behoeft geen betoog. Ds. van Grieken kon er haast niet van slapen, zoo blij was hij, veel blijder over deze moderne stem dan bedroefd over de afkeuring van zijn eigen heelen Bond. Die ééne moderne stem woog hem meer dan de heele Bondsvergadering met haar banvonnis over hem en de zijnen.
Nu, dat is eenigszins te billijken. Dr. Oorthuys is een invloedrijk man. Wat dit ontwerp betreft, is het haast verwonderlijk, dat deze man er zulk een vurige voorstander van is, dat heel zijn zenuwleven er blijkbaar door van streek kwam. Wat ik er van zijne hand over gelezen heb, deed de vraag rijzen, of deze, overigens hoogst achtenswaardige man, door dit ontwerp niet is gebracht in een soort van hallucinatie, die hem allerlei schoone luchtkasteelen voor den geest toovert, waarvan een nuchter mensch zeker weten kan, dat het tegenovergestelde door dit ontwerp wordt gebracht. Maar hoe dit ook moge zijn, het modernisme is er door in rep en roer. Er heerscht onder deze modernen nog veel meer modern besef, als er gereformeerd besef leeft in den heelen Gereformeerden Bond.
Zie hier wat daarover verluidde in de N w. R o t t. C r t. ook van 9 Juni. Wij leggen dit curiositeitshalve onzen lezers voor, opdat zij zullen zien, welk een janboel dit ontwerp reeds nu te weeg brengt. Natuurlijk is dit nog slechts een voorspel, als het ontwerp er komt, wordt dit alles doorgedreven tot naar het uiteengaan der hedendaagsche Herv. Kerk. Doch zie hier het verhaal, dat herinnert aan al wat de Geref. Bond ook alzoo in den loop des tijds te zien gaf.

Men schrijft ons:
Wij lezen in het Ochtendblad van 31 Mei:
„Naar wij vernemen, heeft het provinciale kerkbestuur van Noord- Holland, in plaats van een vrijzinnigen predikant, den orthodoxen dr. G. Oorthuys, van Amsterdam, voorstander van het reorganisatieontwerp in de Ned. Herv. Kerk, tot lid der synode gekozen. De kansen van aanneming van dit ontwerp zijn daardoor aanmerkelijk gestegen."
In de Synode-vergadering van Januari zaten voor Noord-Holland ds. Van Reeuwijk (conf.) en ouderling Van den Bosch (ook orth.). In Juli treedt ds. Van Reeuwijk af. Indien dr. G. Oorthuys tot lid van de Synode is gekozen, dan verandert er dus in de verhoudingen n i e t s . Als tenminste dr. O. in de k e r k e l ij k e politiek geen Lingbeekiaan is.
Maar uw berichtgever is in ieder geval niet „bij". Het predikantlid van Z.-Holland, dat vóór was, is b.v. vervangen door een ouderling, die „tegen" is.
Mag een vrijzinnige geen zelfstandig oordeel hebben?
Men schrijft ons van vrijzinnige zijde: Hoe zeer het voor de tegenstanders van het reorganisatie-voorstel te betreuren moge zijn. dat door medewerking van een vrijzinnige (in casu de afvaardiging naar de Synode voor Noord-Holland), de kans van aanneming grooter geworden is, zoo mag dit toch niet tot gevolg hebben een dergelijke stem voor verraad of „onopgelost raadsel" uit te maken. Sedert wanneer zou een vrijzinnige niet meer een eigen oordeel mogen hebben en zich onvoorwaardelijk moeten verbinden aan hoogere partijbesluiten? Het is toch steeds de roem van de ware vrijzinnigheid geweest, een zelfstandige meening er op na te houden. Waarom kan de persoon in quaestie niet van oordeel zijn, dat deze reorganisatie beter dan geen enkele reorganisatie is of er iets heel anders van verwachten dan de meeste tegenstanders. Bij de ethischen zijn er toch ook velen fel vóór en fel tegen. Is dc „partij-discipline", waar de vrijzinnigen anders zoo op afgeven bij Gereformeerden of Roomschen. nu plotseling het hoogste geworden wat er bestaat en waaraan men zelfs zijn geweten moet ondergeschikt maken? Door dit te eischen, brengt men een ergeren doodssteek aan de ware vrijzinnigheid toe, dan de meest confessioneele reorganisatie doen zou.

Het verraad in Noord-Holland. (Ingezonden).
Naar aanleiding van een opmerking in het artikel in 't Zondagochtendblad van uwe courant (getiteld „De reorganisatie door een vrijzinnige gered) willen wij even een fout herstellen. Daar wordt gezegd, dat aan dit stukje „practische reorganisatie-politie" (n.1. de onverantwoordelijke houding van een lid van het Provinciaal kerkbestuur) geen woord gewijd is in de vergadering der provincie N.-Holland der Ver. van Vrijz. Hervormden. Wij gaven in deze courant verslag over deze vergadering en lieten met opzet een kleine episode weg, en wel deze: Ds. Aris stelde een vraag over deze zaak. Hij vroeg opheldering over wat er gebeurd was en sprak, onder applaus der vergadering, er zijn groote verontwaardiging over uit. Ds. Poldervaart antwoordde dat hij den tijd nog niet gekomen achtte om hierover te spreken in het openbaar. Ds. Aris zeide ook wel te weten hoe de vork in de steel zat, maar toch wilde hij, door zijn vraag, er even de aandacht op vestigen. Hij begreep echter wel dat in dezen met takt moest worden opgetreden. De vergadering ging er verder mee in, dat voor het oogenblik hiermede deze kwestie was afgehandeld. Wij meenden dus dit gedeelte uit het verslag te kunnen weglaten, niet vermoedende dat er verkeerde gevolgtrekkingen uit zonden worden getrokken. UW VERSLAGGEVER.

Onze lezers zien dus, dat er niets nieuws is onder de moderne zon. Beginselverraad als onder de Confessioneelen en onder de Herv. Gereformeerden. Het blijkt, dat in de Herv. Kerk onder alle groepen een Mephistofeles rondwaart, die zijn verkeerde leuzen fluistert in de ooren van hen, die hunkeren naar een ander kerkelijk leven dan ons thans door de Hervormde Kerk wordt geboden. Doch wat er onder dit al ontbreekt, dat is de begeerte om naar den Woorde Gods verlost te worden van onzen ijdelen kerkelijken wandel. De groepen willen zichzelf verlossen als het logisch gevolg van hun in den grond Remonstrantschen levensstand. Toch zal de ervaring leeren, dat wij er door deze wegen nooit komen. En vader Cats' woord wordt ten slotte aan alle deze politiekers bevestigd:
„Niets en wordt zoo fijn gesponnen,
Of 't en komt wel aan der zonne."
Dat zal ook van dit alles ten slotte gelden, want het is de omschrijving van Asaph's woord: Let op het einde! Mogen daarvoor onze oogen open gaan in het licht van des Heeren Geest en Woord!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Algemeene verwarring

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 juni 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's