Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Catechisatie.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Catechisatie.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een van de vele taken, die een predikant zijn opgelegd, is het onderwijzen van de jeugd. In de beroepsbrief van den predikant kan men dan ook lezen, dat de taak van een herder en leeraar o.a. is: het onderwijzen van de Bijbelsche en kerkelijke geschiedenis, en van de geloofs- en zedeleer van den christelijken godsdienst in catechisatiën, gedurende het gansche jaar wekelijks te houden. Hoewel men in de meeste plaatsen vergeet dat er staat „gedurende het geheele jaar" te houden, toch zullen er niet veel plaatsen zijn, waar tegenwoordig ten minste niet gedurende de wintermaanden wordt gecatechiseerd. Hoewel ook sommige predikanten wel wat getrouwer mochten zijn in het catechiseeren, toch ligt het meestal aan de ouders en de jeugd zelve, dat de kinderen van tegenwoordig niet voldoende onderwezen worden in den christelijken godsdienst. En toch is het zoo nuttig en noodig dat onze tegenwoordige jeugd weer bekend gemaakt wordt met de grondwaarheden van den gereformeerden godsdienst. Het verval der kerk is voor een groot deel te wijten aan de weinige kennis, die tegenwoordig ook onder de kerkmenschen gevonden wordt. Wij hebben u verleden week laten zien, dat volgens de verslagen van de kerkvisitatie in de Ned. Herv. Kerk slechts 20% van hen, die voor de catechisatie in aanmerking komen, die catechisatie bezoeken. Ook vroeger had men vele klachten over dit onderdeel van het werk van den predikant. Zoo vonden we in de N w. R o t t. C r t. een artikeltje over de catechisatie in vroeger tijd:
In 1679 verscheen van de hand van den vermaarden Dordtschen predikant Jacobus Hondius een tijdpreek, getiteld: „Swart Register van duysent sonden". In dit geschrift, dat groot opzien baarde en in duizenden handen kwam, werd op heftige wijze gefulmineerd tegen „slappigheydt ende onstichtelijckheydt" zoowel van gemeenteleden als van predikanten.
Zoo beweerde ds. Borstius dat „veele ouders ende meesters ende vrouwen, haer kinderen en dienstboden niet catechiseerden en geen predikatiën verhaalden, terwijl dat de leeraars meest alle overal slap in dit werek, soodat de jonckheydt opgroeide in blinde onwetenheydt ende onkennis van Godt ende haer zeiven ende haer pligten".
Kan men ds. Borstius gelooven, dan moet het in die dagen met de opvoeding der jeugd treurig zijn gesteld geweest, aangezien van de ouders werd gezegd, dat zij over 't algemeen hun kinderen „lieten loopen als een deel wilde Wout-ezels in de woestijne sonder daar op te letten waer datse loopen".
Het schijnt, dat voor een deel de dominees door hun laksheid en onwilligheid om te catechiseeren schuldig waren aan de verwaarloozing van de godsdienstige opvoeding der jeugd. In de verhandelingen der provinciale Synode in die dagen ontbreekt het dan ook niet aan ernstige vermaningen en opwekkingen aan dc predikanten om getrouw te zijn in het catechetisch onderricht. De Geldcrsche Synode besloot in 1645 zelfs tot het aanstellen van „inspectors", die tot taak hadden geregeld contröle uit te oefenen in de gemeenten, opdat „het kostelick werk der catechisatiën" niet zou worden verwaarloosd.
Deze inspecteurs moesten „de gebreekige tot haer schuldige pligt brengen ende bij onvermogentheyt van dien het selve aan den eerwaerden Synodus openbaren om na bevindinge van saken daarin te handelen. Het bleek, dat tal van predikanten ondanks de aanschrijving van bovenaf het catechetisch onderwijs aan de schoolmeesters overlieten. Deze onwillige houding had tot gevolg dat enkele provinciale Synoden te dien opzichte strenge maatregelen gingen nemen. Den nalatigen dominees werd aangezegd, dat zij, indien zij hun gedrag niet wijzigden „van alle classicale en synodale sessiën en digniteiten" verstoken zouden zijn.
Zoo lezen wij van een predikant, die bevonden was „suijmachtigh in 't catechiseeren" te zijn, dat hij ter verantwoording werd geroepen voor de kerkelijke overheid. De man voerde ter verdediging aan „dat het catechizeren maer een deel luye menschen maeckte ofte een deel neuswijse, fijmelachtighe menschen ofte een deel hooveerdighe menschen, hoogh gevoelende van haer selven ende pronckende met haer kennisse."
Hij beriep zich op den vermaarden ds. Hondius, die in een zijner geschriften had beweerd, dat door het gedurig catechiseeren de menschen „al te wijs en daerdoor stout en opgeblasen" werden.
De hooge heeren bleken door deze argumenten verre van overtuigd en spraken van „lebbige redenen", die slechts werden aangevoerd om „slappigheydt ende onwilliqheydt" goed te praten.
De klachten over gebrek van lust en ijver bij de predikanten in het onderwijs aan de jeugd bleven aanhouden, zoodat de overheid er zich mee bemoeide. Zoo gelasten de Staten van Holland in 1654 den predikanten, dat zij de jeugd zouden onderwijzen „in de fondamenteele gronden van de religie en sich daerin meer als voor deesen met allen ijver ende naerstigheydt te evertueeren.
Een kwarteeuw later beweerde de vermaarde ds. Koelman, dat het op dit punt nog lang niet in orde was. De predikanten achtten het beneden hun waardigheid kinderen te onderwijzen en als zij catechisatie hielden, dan deden zij er geen moeite voor het den leerlingen aangenaam te maken. Volgens bovengenoemde Koelman „vroegen zij of te hoog of te donker of te onvriendelijck, niet schikkende zich na haar begrip, zij catechiseerden zoo zwaar, zijn zoo vremt, haalden de kinderen niet aan, zodat de kinderen daerna niet komen maar achterblijven".
De vermaarde Wilhelmus a Brakel, die in zijn dagen de onverschilligheid en nalatigheid van zijn collega ten aanzien van het catechetisch onderwijs fel hekelde, zeide eens „ick kan niet sien hoe een predikant met een goet gemoet kan leven ende sterven, die sijn werek niet maekt van catechiseeren".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Catechisatie.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 september 1938

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's