Het dramatisch verloop

Wij vernamen uit D e S t a n d a a r d , dat Ds. v. Grieken zijn voorzitterschap van den Gereformeerden Bond zal nederleggen. Dat verwondert ons niet. Slechts verwondert het ons dat hij zoolang heeft noodig gehad om tot dat besluit te komen. Daar is in deze ontknooping eene bedroevende tragiek. Wij hebben jaren lang de uit beginsel-oogpunt wonderlijke, meestal betreurenswaardige evoluties in de kerkelijke politiek met leedwezen aangezien. En deze heeft voor ons Hervormd Gereformeerde volk buitengewoon groot nadeel gebracht. De groote massa van dit volk staat buiten dezen Bond als gevolg van het feit, dat het hart der Belijdenis, waaruit dit volk leeft, in de Bondspolitiek niet klopte.
Ik geloof, dat het verloop van deze geschiedenis niet uitsluitend aan Ds. v. Grieken kan worden ten laste gelegd, al heeft hij op geen enkêl gebied getoond met krachtige hand het roer der beginselen vast te kunnen houden. Hij was het niet alleen, al was hij misschien de meest geschikte om aan allerlei gestreef te gemoet te komen. Er zitten in dien Bond figuren, die een listig gebruik gemaakt hebben van dien Bond. in strijd met de ware belangen van de Hervormde Kerk in het algemeen en van het Herv. Geref. volk in het bijzonder. Na zooveel jaren zal nu eindelijk Ds. v. Grieken heengaan! Ik meende wel te doen onze Hervormde Gereformeerde menschen te waarschuwen tegen de meening, dat hiermede nog iets ten goede bereikt zal worden.
Ds. Timmer, die nu al een tijdlang bezig is geweest dien Bond op te kalefateren in stede van hem tot een wederkeer naar de beginselen op te roepen met de kracht, die de zaak verdienen zou, heeft nu de Bondsdominees al opgeroepen onder leiding van Prof. Severijn tot een nieuwe optuiging te komen. Het spijt mij, maar evenals anderen, die de oppervlakkigheid zijner beschouwing en houding afkeurden, hebben ook wij geen gunstigen indruk van deze heele geschiedenis. De grondfout van dien Bond is, dat hij verpolitiekt is. Het is geen kerkelijke Bond, maar een Bond, die de Kerk voor niet-kerkelijke, in menig opzicht zelfs tegen-kerkelijke belangen exploiteert. Een aantal predikanten, die uit de collecten van dien Bond geprofiteerd hebben, collecteeren door en zijn tevens, op hoogst enkele uitzonderingen na, „politieke agenten". Indien ons Hervormd Gereformeerde volk zelfbewust was, zou het allang geweigerd hebben en aan dit wezenlijk armzalig gedoe een eind hebben gemaakt. Helaas, zelfbesef ontbreekt aan het Hervormde volk maar al te zeer.
En als ik mij niet vergis, zal deze door Ds. Timmer al met applaus aangekondigde reformatie-poging daarom op niets moeten uitloopen, omdat de firma principieel op denzelfden voet zal worden voortgezet. Ds. Batelaan was voor kort de eenige, die door het licht der beginselen geleid, het verkeerde inzag van de verpolitieking van dezen Bond en daarvan wordt de Bond niet verlost. Veeleer komt het mij voor, dat deze in het uitzicht gestelde poging van eenige Bondspredikanten slechts beschouwd kan worden als eene hernieuwde poging tot herleving van den reeds lang uit beginseloogpunt geoordeelden Bondsinvloed. Het is eene poging om te volharden in het kwaad in stede van eene bekeering tot God en een wederkeer in de banen zijns Woords. Met sluwheden en slimmigheidjes, waarover nu jaren lang geklaagd werd, zal de Bond simpel doorgaan op den ouden voet. Nieuw bloed en nieuw leven komt er niet in. En daarom, de ervaring zal het wel leeren, hetzelfde spel zal worden doorgespeeld. Alleen de voorzitter verdwijnt, maakt plaats voor een ander, die nog wel eens in het geheel niet beter kon blijken.
Indien er voor de Hervormd Gereformeerden nog een andere, betere tijd zal aanbreken, dan moeten wij van heel die Bond met zijn politiek, met zijn gebedel en klein gedoe, verlost worden. Deze toestand is eigenlijk te zeer verworden om er nog iets van te kunnen verwachten. Deze Bondskliek drijft een soort terrorisme in de predikanten-wereld. Wie politiek van de Heeren verschilt, wordt bedreigd met voorbijgang van beroep! Zoo wordt er een soort intimidatie-politiek gevolgd om predikanten af te houden van het volgen hunner overtuiging. Indien er uit iets het ongeestelijk, minderwaardig karakter van heel dit Bondsdrijven blijkt, dan zeker daaruit.
Onlangs werd mij zelfs duidelijk, dat een goed en degelijk predikant, die nog wat karakter overgehouden had, werd afgemaakt en belasterd, want hij zou te „bazig" zijn. Indien onze kerkeraden naar God en zijn Woord vroegen, zouden zij aan dit schandelijk terrorisme natuurlijk een eind maken en die Bondsheeren laten praten. Zij deden beter te vragen naar God en Zijn Woord en de wezenlijke behoeften der gemeente. Deze worden dan echter op de politieke schaal afgewogen met het gevolg, dat zij dan een echten „Bondsdominee" krijgen, die de Kerk leegpreekt, „de zwaren" kunnen die Heeren immers missen. En zoo blijven deze gemeenten zitten met een dominee, waarvan zij de kans loopen. dat hij „de schop" meebrengt, zooals het volk zegt.
Een Bond. die zulke toestanden oproept, is een ramp voor Gods Naam en zaak, daar met zulk een terrorisme vol van leugen en bedrog de Hervormde Kerk ten ondergang wordt gebracht.
Er moet waarlijk een wonder gebeuren met dien Bond, zal er iets van terecht komen. Een een wonder, dat is niet het tragisch aftreden van dezen Voorzitter. Dit aftreden is op zichzelf een natuurlijk beloop van het Bondsdrama, zooals heel dit pogen van Ds. Timmer een natuurlijke vrucht is van de ontrouw aan de beginselen. Een wonder is alleen het sterven om te leven. Dat alleen behoeft de Bond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen