Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rome en andere godsdiensten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rome en andere godsdiensten

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is geen Kerk, die zich meer leent om volkskerk te zijn dan de Roomsche Kerk. De eeuwen door had zij voor alles, als het er op aankwam, plaats. Zij heeft dan ook vele elementen aan het Jodendom ontleend, in haren eeredienst opgenomen. En ook vele godsdienstige, in het heidendom levende factoren in den Roomschen eeredienst Ingelijfd. In hare leer is zij meer een product van oud Grieksche wijsgeerige scholen, dan dat zij uit Gods Woord zou zijn opgebouwd. En het is dan ook geen wonder, dat wij kunnen waarnemen, vooral in dezen ontkerstenden tijd, hoe de Roomsche Kerk als propagandist verschijnt van allerlei in de geschiedenis der godsdiensten voorkomende verschijnselen, die men zou kunnen meenen, dat door de Christelijke religie overwonnen werden. Een der voornaamste, onder de heidenen algemeen voorkomende middelen, om met ter zijde stelling van alle wetmatigheid, die ons in de natuur geopenbaard wordt, zijne doeleinden te bereiken, is wat men de „magie" noemt. In alle heidensche religie speelt de magie een zeer grooten rol. Bij de Chaldeeën was zij tot een geweldig systeem geworden. Een zeer rijk ritueel, waarin formules van bezwering een voorname plaats innamen, deed zich in het gansche menschelijk leven gelden. Men zocht bescherming tegen geheimzinnige machten, die ziekte en ellende, dood en verderf brengen konden. Bezweringen en vervloekingen. wonderen verrichtende woorden en bewegingen, waren in dagelijksch gebruik. En datzelfde geldt nu van de Egyptenaren en van alle oude volken zonder onderscheid en van alle volken, die buiten Gods bijzondere openbaring leefden. En als het er op aankwam de toekomst te ontsluieren, dan beschikten zij eveneens over magische middelen om zich daarvan te vergewissen.
Merkwaardig is nu ongetwijfeld, dat Gods Woord zich met grooten ernst daartegen verzet. Toen de gansche volkerenwereld zich met magische kunsten bezighield, liét de Heere zijn afmanend, waarschuwend getuigenis daartegen uitgaan. ,.Onder u", zoo spreekt de Heere (Deut. 18) ,,zal niet gevonden worden, die zijn zoon of dochter door het vuur doet doorgaan." Dus geen menschenoffer, zooals ook voorkwam. Maar er wordt ook bovendien bijgevoegd, dat er ook in Israël niet zijn mag ,,die met waarzeggerijen omgaat, geen guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, geen toovenaar, geen bezweerder, geen waarzegger, geen duivelskunstenaar of die de dooden vraagt". Van dat alles wordt gezegd, dat ,,het den Heere een gruwel is". Ja, om deze gruwelen oordeelt Hij de heidenen. Dat is dus wel iets bijzonders, waardoor zich Gods Woord onderscheidt, dat het volstrekt alle soort van magie afsnijdt en oordeelt, hoewel deze bij alle andere volken in gebruik was.
Hoewel dat nu zoo is, heeft de Roomsche Kerk toch voor magische woorden, zaken en handelingen plaats. Denk slechts aan dingen als amuletten en andere afweermiddelen tegen booze machten, die bij Rome in gebruik zijn. Opvallend is het, dat naarmate de ontkerstening voortschrijdt, dergelijke verschijnselen, die de Heere van oude tijden af verboden heeft, weer op den voorgrond treden. En het behoeft ons niet te verwonderen, dat met name Roomsche landen daarbij in het voorste gelid staan. De magie toch heeft zelfs in den Roomschen eeredienst een plaats, want den priester wordt het vermogen toegekend door het uitspreken der formule „hoe est corpus rneum", dit is mijn lichaam, een stukje brood in den vorm van een ouwel, te doen veranderen in het ware lichaam Christi, zoodat het geen ouwel meer zou zijn, maai het ware lichaam des Heeren zelf. En zoo zien wij de waarde, die de Roomschen toekennen aan afweermiddelen, zien wij de auto's bewerken met wijwater-kwast, zooals wij verder van de vliegeniers hooren, dat zij middelen meenemen om zich tegen gevaar te behoeden. Gedurende den oorlog werd er een heele industrie ingericht voor de fabricage van voorbehoedingsmiddelen voor soldaten tegen trefkans. Zoo blijkt dus, dat de Roomsche kerk tegen dergelijke, door God verboden magie en magische middelen niet alleen niet optreedt, zooals de Hervorming gedaan heeft, maar deze veeleer bevordert. Zij houdt dus Gods geopenbaarde religie niet rein, maar verzwagert zich met al deze uit het heidendom stammende practijken van bijgeloof.
Daarentegen hebben ook de apostelen grooten nadruk gelegd op het beproeven der geesten of zij uit God zijn en reinhouding der Kerk in geloof en leven zeer sterk, ook onder dreiging van Gods oordeelen en straffende gerechtigheid, aanbevolen. De Kerk Gods heeft dan ook tegen het steeds weer optredend, zoogenaamd syncretisme, d.w.z. dooreenmenging met andere godsdiensten, met kracht zich gesteld, opdat de Kerk blijven zou bij Gods onbezoedelde Waarheid, want daardoor alleen kan haar leven in de wereld gezond zijn.
Maar zie nu de houding der Roomsche Kerk. In Algiers wordt ditmaal het zoogenaamde „Eucharistisch congres" gehouden, dat wij ook al binnen Amsterdam genoten hebben. Rome reist met dit door magie gecreëerde lichaam van Christus de wereld rond, houdt elk jaar ergens ter wereld een geweldige vertooning, waarbij de praal en pracht van Rome als propaganda-middel dienst moet doen. Dit jaar zal in Algiers dus de glorie der Roomsche kerk worden tentoongespreid. Een voorproef van de Roomsche propaganda gaf reeds de N. R o 11. C r t. van 5 Mef in een verhaal over de houding, die Rome aannemen kan tegenover andere godsdiensten, hoewel het officieel zijn „anathema" uitroept over een ieder en allen, die de Roomsche leer niet aanvaarden kunnen. Zie hier het verhaal:

VERBROEDERING TUSSCHEN GODSDIENSTEN.

Op het eucharistisch congres te Algiers.

Havas meldt uit Algiers 4 dezer:
De eerste dag van het verblijf van den kardinaal-legaat Verdier te Algiers werd gekenmerkt door een plechtigheid, waarop de vertegenwoordigers van de drie godsdiensten te Algiers, de Katholieken, de Mohammedanen en Joden broederlijk samenwerking beloofden.
De kardinaal-legaat zette zich in de ontvangzaal van het Noordsche paleis, waar de bisschop van Algiers woont, op een soort Arabischen troon, rijk met tapijten versierd.
De vicaris-generaal stelde eerst den groot-moefti van Algiers en de Imams van de drie voornaamste moskeeën voor. Kardinaal Verdier zeide tot hen, dat hij wist, dat zij medehielpen aan het bewaren van de geestelijke waarden van den mensch en hij beloofde de Fransche regeering te zullen zeggen, dat hun tegenwoordigheid de loyaliteit van de Algerijnsche bevolking beteekende.
De groot-moefti dankte voor deze woorden, waarna de aartsbisschop van Algiers den leiders der Mohammedanen de verzekering gaf van de toewijding van den heiligen Vader. De groot-moefti antwoordde: „Wij hebben allen denzelfden God, die ons gezegd heeft elkander te beminnen en niet elkander te hinderen."
Na de leiders der Mohammedanen leidde een witte pater den opperrabbijn van Algiers, Eisenbeth, binnen, gevolgd door de vertegenwoordigers van alle cultureele en Joodsche vereenigingen. De opper-rabbijn hield een toespraak, waarin hij hulde bracht aan de nagedachtenis van Paus Pius XI.
In bewogen bewoordingen dankte kardinaal Verdier den opperrabbijn voor zijn woorden en vervolgens, hem bij de hand nemend, zeide hij: „Gij hebt beproevingen meegemaakt en kwade dagen, maar wij zijn met u; op de eerste plaats omdat wij uw broeders zijn en op de tweede plaats omdat wij ons de banden tusschen Katholicisme en Jodendom herinneren. Evenals wij denkt gij, dat God in eere moet worden hersteld voor het welzijn der gezinnen en voor alles voor den vrede tusschen de mogendheden. De Katholieken zullen tot het einde uw vrienden blijven in de beproevingen, welke niet altijd zullen duren."
Tenslotte werd de kardinaal-legaat in het patio gefotografeerd tusschen den gróot-moefti en den opperrabbijn.

Tot zoover de N. R o 11. C r t. W a t blijkt daaruit nu? Dat Rome, ondanks zijn veelvuldige „anathema's", voor het oog der wereld een buitengewoon ruimhartig standpunt schijnt te kunnen innemen. Wij zien hier den kardinaal-legaat, die den Paus vertegenwoordigt, een vicaris-generaal, die hem den groot-moefti van Algiers voorstelt en de Imams der moskeeën. De Moefti is de officieele wetsverklaarder in Algiers, een der hoogste cultische persoonlijkheden in de Muselmansche maatschappij, terwijl de Imams de leiders des gCbeds zijn in de moskeeën. Bovendien waren hier de Joden vertegenwoordigd door den opperrabbijn van Algiers, die een schitterende lofrede hield op paus Pius XI. Geen wonder, dat kardinaal Verdier door deze verschijningen zeer vereerd en ontroerd was en met name liet verstaan, hoe geheel anders Rome staat tegenover het Jodendom, dat niet om religieuse, maar op grond van economische motieven in Duitschland en Italië minder begeerd wordt. Zoo sneed het mes naar twee kanten. Naar de politieke kant richtte zich de oratie, die de mogendheden van „de as" ter harte kunnen nemen. En anderzijds richtte zich de propaganda tot de wereld der ontkerstende volken, die nu eens konden vernemen, hoe ruimhartig Rome heden wel geworden is. Het verbroedert zich met alle godsdiensten. Het „anathema" der Kerk over allen, die hare staatsstukken niet gelooven, verstomde voor de Joden en de Mohammedanen. Het verleden bleek vergeten! Rome bidt nu voor de zielen der duizenden Moren, die het voorheen in Spanje slachten liet, en met de Joden heeft het medelijden, want Jodendom en Rome zijn nauw verbonden door den eeredienst. Samen zullen zij „God in eere herstellen". Een eigenaardige godheid, die daaraan behoefte heeft. En het schoonste van alles was zeker, dat Rome en de Joden samen zouden werken „voor alles voor den vrede". De katholieken zullen „tot het einde uw vrienden blijven in de beproevingen, welke niet altijd zullen duren." Inderdaad, aan alles komt een einde, zoo luidt de profetie tegen Hitier en Mussolini. Daarna kwam het effectvolle moment: de kardinaal-legaat, de groot-moefti en de opperrabbijn werden samen gephotographeerd. Weldra zullen wij in de bladen het aanschouwen.
W i e moet nu bij deze vertooning van den Roomschen prelaat, den Muselmanschen moefti en den Joodschen rabbi, in hooger eenheid voorgesteld, die alle drie „denzelfden God dienen, die ons gezegd heeft elkander te beminnen", niet denken aan Lessing's „Nathan der Weise"! In dit schoone kunstwerk leerde hij, een der vaderen van het modernisme, dat alle godsdienst in haar wezen humaniteit is. En elke godsdienst is als eene straalbreking der ware humaniteit, hoe ook haar vorm moge zijn. Onder de aan Bocaccio ontleende parabel der drie ringen wordt geleerd door den wijzen rechter, dat men niet weten kan, welke der drie godsdiensten de ware is. Hiermede is Christus van zijn ware wezen als het vleeschgeworden Woord, als het Licht der wereld beroofd, de Roomsche Kerk niet meer de alleen zaligmakende.
En de moefti hield den Roomschen prelaat het vonnis van „Nathan de wijze" voor. De parabel was deze: De vader had een kostbaren steen in den ring, die het vermogen had dengene, die hem in vertrouwen op zijne kracht draagt, bij God en menschen aangenaam te maken. Hij had echter drie zonen en wilde ze alle drie gelukkig maken. Aan welken zoon moest nu de ring gelegateerd worden? Daarom liet hij nog twee gelijke ringen maken. En bij zijn dood was het de vraag, welke ring de echte was. En de rechter, die het uitmaken zou, besliste aldus: „Ik hoor, dat de echte ring het vermogen heeft bij God en menschen aangenaam te maken. Welnu laat dat beslissen! W i e van u heeft de twee anderen het meest lief? Gij zwijgt? Ieder schijnt zichzelven het meest lief te hebben. O, gij zijt alle drie slechts bedrogen bedriegers. De echte ring ging waarschijnlijk verloren en uw vader zal, om dat verlies te verbergen, drie nagemaakten hebben doen vervaardigen."
En hiermede was het vonnis geveld over de waarheid van alle religie, ook over die van Rome, over deze vooral, want Rome's kerk stelt zich als de alleen zaligmakende voor. die alleen den echten ring heeft en over alle andere haar „anathema" uitroept.
Welnu, daar in Algiers heeft de Mohammedaansche moefti den legaat des pausen Lessing's vonnis in herinnering gebracht. En wij hebben niet gelezen, dat hij daarop nog een antwoord had. Dat was toch noodig geweest, want de moefti sprak het vonnis over de Roomsche kerk vooral.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 mei 1939

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Rome en andere godsdiensten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 mei 1939

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's