Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De smalle streep tusschen beide afgronden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De smalle streep tusschen beide afgronden

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij wezen er reeds dadelijk na de verwerping van het reorganisatie-voorstel op, dat wij allerminst mochten denken dat met die verwerping het pogen der ageerende vereenigingen nu ook afgedaan had. W i e dit dacht, miskende de beweging. Op zichzelf beschouwd, hebben wij in deze actie van doen met eene beweging, wel niet in grooten, maar dan toch in kleinen zin, die uit den nood dezes tijds is opgekomen en het bewijs levert, dat ook in kringen, die vele tientallen jaren ongevoelig schenen voor het kerkelijk vraagstuk, het besef levendig werd van het belang der Kerk. Immers, de ethische richting heeft steeds een zeer passieve houding aangenomen, als het aankwam op eene kerkelijke actie, die zich richtte tegen de bestaande organisatie. En dit niet omdat zij die organisatie zoo goed vond, maar omdat zij in het algemeen tegenover het vraagstuk der Kerk zich zeer passief verhield. De Kerk interesseerde de Ethischen niet. In de nevelen hunner mystische beschouwingen waren zij verre uit boven de Kerk, zooals zij onder ons verscheen. Hoogstens gold zij als eene vereeniging, die dienstig was bij de zending, was de Kerk een soort zendingsvereeniging. En in zooverre kan de kentering in de houding der Ethische beweging geapprecieerd worden, dat althans uit de vereeniging „Kerkopbouw en hare actie, eene andere zienswijze naar voren treedt.
Alleen maar, daarmede zijn de verkeerde beginselen, die in de Ethische richting zich doen gelden, niet weggenomen, veeleer slechts in eene andere richting geleid. Deze werden in de nieuwe kerkelijke politiek opgenomen en vormen eene drijvende kracht, die aangelegd wordt op eene wezenlijke omzetting van de Kerk in het kader van het vereenigingsleven dezer vereeniging. En de gevolgen daarvan zijn, dat van dat oogenblik af het doel van het nieuw geboren streven wel moest worden: de objectief gegeven Ned. Her. Kerkformatie, waarin de ethische vereeniging, alleen op grooter schaal zou zijn en doen wat elke ethische vereeniging op zendinggebied in en uitwendig nastreefde. De Kerk een groote ethische vereeniging, dat werd het ideaal.
Natuurlijk berustte dit op een misverstand, want al schijnen een groot aantal gemeenten, hier en daar verspreid, feitelijk weinig meer te zijn dan een uitgebreid dameskrailsje, geflankeerd door een jongelingsvereeniging onder de hoede van een hedendaagsch ethisch predikant, geflankeerd met dito ouderlingen en diakenen, de ervaring leerde toch, dat daarmede de moderne elementen niet weg zijn, die gansche gebieden beslaan en nu reeds bijkans een eeuw, als het er op aankomt, den doorslag geven. En ook zijn er nog een paar honderd andere gemeenten, van meer principieel gereformeerden huize. Van de Confessioneelen behoeven wij in dit verband niet te reppen, want zij zijn practisch sinds jaren lang van de Confessie vervreemd, droegen haar als een klein teekentje op de lapel van de jas en bij feestelijke gelegenheden zwaaiden zij met een confessioneel vlaggetje, maar overigens wisten zij van den eisch der Confessie en van het leven naar dien eisch, weinig of niets af. Het eenige verschil, dat er tusschen hen en de Ethischen was, betrof slechts een meer of mindere doorzakking in belijden, gedekt door een gezang in het midden der preek. Daarbij toch bleven zij zweren, alsof er in dat gezang een levensbehoud was. En ja, ook dit was een verschil, dat de Ethischen weinig om de Kerk, meer om de vrome gevoelens gaven en de Confessioneelen met eene volkskerk dweepten, die moest belijden, zonder dat daarmede eenige andere consequentie verbonden werd, dan dat de belijdenis moest dienen als een soort vlag op het schip.
Waar zoo de stand der zaken was, lag het voor de hand, dat de tijd wel komen moest, dat deze twee elkander zouden vinden. Een naar de Kerk staande ethische beweging en een achter de volkskerk staande confessioneele vereeniging, mochten een oogenblik parallel schijnen te blijven, de innerlijke attractie was te groot dan dat het zoo blijven kon. Men zag dan ook weldra in de groote bladen, dat er sprake was van twee gelieven, die zooals het meer voorkomt in deze levensspheer, beiden heimelijk wel voor elkander voelden, doch dat zoo dadelijk niet wilden toonen. Als zij elkander zagen, teekende zich een teeder blosje op de wangen af en toen begon de nadere kennismaking. Ik kan moeilijk zeggen, dat zij daarbij elkander meevielen, zoodat het huwlijk ten slotte overging. Nu zitten beiden als aan den oever van eene stille vliet, zingen samen het liedje van verlangen, maar vlotten doet het eigenlijk niet.
Dit neemt echter niet weg, dat de actie doorgaat, die ten slotte wel eens zou kunnen leiden tot eene overrompeling, zoowel van de moderne als van de meer gereformeerde elementen, Het bedenkelijke toch is, dat het peil van het Hervormde kerkelijke leven dalende is. Het modernisme draagt zoo langzamerhand het karakter van een zich vervluchtigend praeparaat. Een eenheid vormt het niet meer, gaat op in de geuren, die de bloemenweide van het hedendaagsche nieuwe levensaspect verspreidt. Het modernisme heeft de rationalistische koelheid afgelegd, waardoor het zich in mijne jeugd onderscheidde en begint smaak te vertoonen in mystiek. En zoo is er een breede zoom, die tot de ethische beweging gerekend kan worden. De anderen echter vreezen voor het streven naar een soort kerkelijke leertucht, al was het dan ook slechts een leertucht in naam. Doch de attractie tot de ethische beweging met haar oecumenisch gebaar en met haar liturgische fijnproeverij mag niet worden onderschat.
En daarnaast houdt Kerkherstel niet op te ageeren. Zoo is alles er op aangelegd de poging te hernieuwen een greep te doen naar de Kerk. De belijdenis is daarbij inzet en het gevaar blijft, dat te eeniger tijd eene Synode, die in staat gebleken is ons zulk een mooi „nieuw Kerkboek" aan te bieden, dat voor het geestelijk oog geel en groen schijnt te zijn, ook wel eens te eeniger tijd ons eene reorganisatie kon leveren, die op dat „nieuwe Kerkboek" sluit als een bus. Met het karakter der vaderlandsche Kerk is het dan gedaan. Het bedroevende is, dat het Gereformeerde volk steeds meer verdwijnt of verloopt. Het verdwijnt, dank zij de beginsellooze Bondspolitiek, en het verloopt, dank zi) de valsche bondsleer, die door de bondscollecte wordt gepropageerd.
Die Bond blijkt steeds meer een politieke zaak, waarin dan ook allerlei politiek schijnt te tieren. O p de laatste geheime bondsvergadering was zelfs de S.G.P. vertegenwoordigd in Ds. Zandt en Ds. Pop, die samen eene buitengewone belangstelling hadden in het Bondsherstel onder leiding van Ds. v Grieken. Doch natuurlijk, dit zijn slechts witte raven in dezen kerkelijken dierentuin en van hen zal zeker wel geen bijdrage te verwachten zijn voor reorganisatie-ontwerpen. Zij zijn tevreden met stemmen voor de S.G.P. en de gratis lunch in het fijne restaurant.
Doch overigens mag niet uit het oog verloren, dat deze Bond allerlei elementen bevat, die feitelijk behooren bij de Barthiaansche beweging, die met name in Kerkherstel heerschappij voert. En de kans is er, dat op een gegeven oogenblik, ook dus van die zijde gemeene zaak wordt gemaakt met hen. die de Kerk voor goed van hare belijdenis willen berooven. Er is in de Gereformeerde beweging niet de minste samenhang, omdat er alle beginsel in ontbreekt. Iedereen, dat blijkt nu uit die geheime Bondsvergadering, tracht er wat uit te halen voor zijn belangen. De vos preekt er de passie en als de oude Roman van de vos, waarmede de middeleeuwen zich vermaakten, triumpheert er steeds de sluwheid over het recht en de kracht. Men volgt er met smaak de avonturen van den verzwelger der kippen, die men ziet dolen door de middeleeuwsche maatschappij. En hij weet ze te gebruiken voor zijn profijt. Alleen dit was de diepe zin, dat het beginsel van ontkenning en verwerping werd afgebeeld, dat de ondergang tevens er van worden moest en ook geworden is.
Zoo kan ook nu het beloop worden gekend als een weg tot den naderenden afgrond, want al deze beginsellooze verwarring, die alle actie doodt en krachteloos maakt, moet uitloopen op eene verwording, waarin met het volk ook de Kerk zal ondergaan. De menschen willen het wel niet gelooven, leven en doen als gebeurt er niets, maar zij zullen de oordeelen niet ontgaan.
Den 5en en 6en Juni heeft het ,.Verbond tot Kerkherstel" weder vergaderd en Prof. Haitjema hield er een referaat, waarvan in de N w. R o 11. C r t., die overigens zorgvuldig alle actie van Geref. zijde doodzwijgt, het volgende meedeelde, dat wij onzen lezers voorleggen, omdat het een en ander kan duidelijk maken, dat onder onze lezers niet steeds duidelijk begrepen wordt.

CONFERENTIE VAN KERKHERSTEL.

Prof. Haitjema over het gevaar der toenemende partij-tegenstellingen.

In de zomerconferentie van het Ned. Herv. verbond tot Kerkherstel, op de Ernst-Sillemhoeve heeft prof. dr. Th. L. Haitjema uit Groningen gisteravond een referaat gehouden, waaraan het volgende ontleend is:
Na het voor alle vrienden van Kerkherstel zoo teleurstellende besluit der Synode van 1938 inzake het jongste reorganisatie-ontwerp teekent zich op kerkelijk gebied ten onzent al duidelijker een nieuwe consolidatie van de partijen rondom de oude groeps-overtuigingen af.
Deze toenemende ..partijschap" in de kerk hangt ten nauwste samen met een geheel verkeerde waardeering van de spanning en de dreigende splitsing in meer dan een georganiseerde partij-formatie, gelijk die zich onmiskenbaar voordeden in de maanden, waarin de strijd vóór het Ontwerp 1938 gestreden werd.
Zij komt voor een ander deel voort uit de onverantwoordelijk hardnekkige miskenning van den zin van het reorganisatie-streven bij de georganiseerde Vrijzinnig-Hervormden, die de klassieke belijdenis der kerk stelselmatig vereenzelvigen met ..orthodoxe" partijmeeningen.
Slechts onder één gezichtspunt kan men in de toenemende partijtegenstellingen op kerkelijk erf een reden tot verheugenis vinden. n.1. voorzoover de strijd rondom het Reorganisatie-ontwerp 1938 den zelfverzekerden voortgang van een kerkelijke eenheidsbeweging, welke iederen vorm van geloofstegenstelling begeert te relativeeren, heeft gebroken.
Voor het overige valt iedere nieuwe opbloei der partijschap in onze kerk alleen maar te bejammeren, wijl daarmede een steeds brutaler ondermijning van wat dr. Hoedemaker het zuivere Gereformeerde kerkelijke standpunt noemde, gegeven is.
Het echte kerkelijke denken heeft geen plaats voor de wezenlijke structuur der ,,partij"-formatie en zal daarom huiverig moeten blijven voor den schoonen schijn, die de „partijdigheid" aannemen kan in vereenigingen van gelijkgezinden en bewegingen voor kerkherstel op kerkelijk gebied.
De reglementaire organisatie onzer kerk na 1816 provoceert de ziekelijke verstarring der richtingen tot partijen en is door gemeenten, ambtsdragers en leden der Ned. Herv. Kerk alleen te doorbreken, wanneer men zeer principieel volhoudt, dat wij in den strijd voor Kerkherstel ,,iedere indeeling naar partijen hebben te laten varen" (Hoedemaker).
In de huidige kerkelijke situatie zal het Ned. Herv. Verbond tot Kerkherstel bij al zijn vereenigings-actie het Geref. kerkelijke standpunt hebben te handhaven op de smalle streep tusschen de beide afgronden van het vanzelf-sprekend-achten van aller Hervormden eenheid in Christus èn van het op-Remonstrantsche-wijze-afhankelijkmaken van die eenheid van menschelijke overeenstemming in bepaalde geloofsvoorstellingen en ,,beginselen".

Tot zoover het verslag in de N w. R o 11. C r t. Er is in deze beschouwing van Prof. Haitjema zeker juist, dat in het Hervormde kerkelijke leven met de toeneming van de verwarring, ook de spanningen toenemen. De gansche Kerk en alle partijen in de Kerk verkeeren feitelijk in een toestand van ontbinding. De oorzaken, die Prof. Haitjema daarvoor ter verklaring aan de hand doet, zijn echter de oorzaken niet. De gansche actie van Kerkherstel en die van Kerkopbouw incluis zijn slechts te waardeeren als gevolgen,van de ontbinding van ons sociale leven. Die ontbindende krachten werken als een zuurdeesem in het geheele volksleven, in den staat, de maatschappij en dus ook in de Kerk. En zooals steeds in dergelijke omstandigheden is het ook nu, dat er reacties geboren worden om zoo mogelijk nog te behouden van hetgeen men zich ziet ontvallen. En wat de geschiedenis ook leert? Dergelijke reacties zijn nimmer uit een rein beginsel geboren. Men zou ze als onechte geboorten kunnen omschrijven. Daarom brengen zij ook nooit geen gezonde spruiten voort. Zij wortelen altijd in een soort compromis, zijn nooit uit massieve stof gesneden, altijd saamgeflanst en saamgekneed. Hun vruchtgevolgen komen dan ook altijd ten goede aan de verwarring, die zij denken tegen te staan. Zij voeren nooit tot eenheid, steeds tot grooter versnippering en verdeeldheid.
Ook de actie van ,,Kerkherstel" bewees de juistheid dezer historische verklaring. Die actie was niet geworteld in het levensbeginsel der Kerk, die men dacht te reorganiseeren, was er op uit allerlei heterogene partijen in het gareel te krijgen van Kerkherstel, dat zelf geen ander principe kende dan de Kerk te brengen in de hand van Kerkherstel. -Dat daarmede de Kerk dan hersteld zou zijn, kan hij slechts gelooven, die de kerk van Kerkherstel aanziet voor een Gereformeerde Kerk. Doch de Gereformeerde Kerk is deze juist niet. Daarom krijgen de modernen er van langs om hun „onverantwoordelijk- hardnekkige miskenning van den zin van het reorganisatie-streven" dat dus volgens Haitjema, wezenlijk ook vrijzinnig van karakter is. De vrijzinnigen zien het alleen niet. Die vrijzinnigen zijn zoo dom om niet te begrijpen, dat „de klassieke belijdenis der Kerk niet vereenzelvigd mag worden met „orthodoxe" partijmeeningen". Inderdaad, dat zou van de Vrijzinnigen niet slim zijn, als zij niet inzagen, dat b.v. „de orthodoxe partijmeening" van Kerkherstel heelemaal niet orthodox is. Dat zien de modernen zeer wel in. W i e kan het hun kwalijk nemen, dat zij begrijpen van dit orthodoxe Kerkherstel in het geheel niets te mogen verwachten dan alleen de uiteindelijke uitwerping, die hen met alle niet-kerkherstellers, hoe orthodox dan ook, gemeen zal zijn.
Indien er eene beweging geen recht heeft tot beklag over partijschap dan is het juist Kerkherstel. Van Hoedemaker's kerkelijk standpunt staat het mijlen ver af, want het leeft uit een geheel andere leer. Het heeft dan ook meer dan eenige andere beweging partijschap opgeroepen.
Prof. Haitjema spreekt over „het echte kerkelijke denken". Ach ja! Zie daar juist de afwijking: de Heeren denken kerkelijk. Dat is zuiver Barthiaansch, maar heeft in de Gereformeerde leer geen plaats, omdat deze niet kerkelijk gedacht en bedacht werd, maar eerst werd doorleefd en toen in hare belijdenis tot openbaring werd gebracht. Daarom heeft Kerkherstel alleen maar een gedachte Kerk en geen levende Kerk als doel, geen Kerk, die onder Christus haren Koning zich buigt, maar slechts een copromis-kerk heeft het op het oog. waarin de Vrijzinnigen zeer wel kunnen huizen, als zij Prof. Haitjema maar goed begrepen en geloofden.
En zoo wordt het ons dan ook voorgesteld als een soort koorddanseres, die zich zal handhaven op het dunne koordje van de smalle streep tusschen twee afgronden. De eene afgrond is die van „het vanzelf sprekend achten van aller Hervormden eenheid in Christus". En de andere afgrond is die van „het op-Remonstrantsche-wijze afhankelijk maken van die eenheid van menschelijk eovereenstemming in bepaalde geloofsvoorstellingen en beginselen".
Het spijt mij wel voor Prof. Haitjema, maar erg „smal is dat streepje" niet, een forsche lijn wordt er niet doorgetrok. Allen zullen die er ook niet ontdekken. Slechts dit blijkt er uit, dat de politiek van Kerkherstel, die als een politiek van het smalle streepje wordt geteekend, meer heeft van den breeden weg, die in het Evangelie genoemd wordt, dan van den smalle. Men zou, als wij de wandeling over dat koordje zien, dat twee afgronden scheidt, wel aan De Genestet kunnen denken, die zoo mooi gezongen heeft: In raadselen wandelt de mensch op aard. Als hij, de vrijzinnige De Genestet, nog leefde, zou hij zeker van Kerkherstel ons zeggen: Menschen denkt bij dit lugubere geval aan de zielen, die volgens Mohammed als over de snede van een scheermes wandelen over den afgrond om het paradijs te bereiken, waar men zich in de geneugten dezer aarde verblijdt. Van zulk een wandeling „op de smalle streep tusschen twee afgronden" moet men echter niet min denken! Zou het ook in de kerkelijke politiek niet veiliger zijn het woord van den Psalmist voor oogen te houden: Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad? Indien dat geloof eens opleefde, dan zou ook het gebed ontwaken:

Och, dat ik klaar en onderscheiden zag,
hoe 'k mij naar uw bevelen moet gedragen.

Dat zou voor ons kerkelijk leven het begin kunnen worden van eene nieuwe ontwikkeling. Zoolang het tot zulk een leven niet komt, kan alle moeite gespaard worden. Men kan dan wel vereenigingen maken voor Kerkherstel, doch het resultaat zal dan altijd weer blijken afbraak der Kerk. En deze gaat gepaard met verwarring en verdeeldheid, die daarom in onze dagen zoo verbijsterend groot zijn, omdat onze afval zoo diep is geworden

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1939

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De smalle streep tusschen beide afgronden

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1939

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's