De Oecumenische Beweging
Alvorens te gaan handelen over de huidige Oecumenische Beweging, is het nuttig en noodig iets te zeggen over de herkomst en de beteekenis van het woord oecumenisch. De volksmond verwart het v a a k met oeconomisch, waarmede het niets te maken heeft, althans niet in zijn huidig gebruik. Dieper beschouwd hangen ze samen. Oikeo is Grieksch en beteekent wonen en nomeo is leiden of besturen. Oiko-nomeo is een huis besturen, later den staat besturen in zijn huishouding. Oicumenè is de toenmaals bewoonde wereld, het land der beschaving.
Z o o vindt men in de oude Kerk, van het begin onzer jaartelling, de z.g.n. oecumenische kerkvergaderingen of synoden, waar de belangrijke oecumenische symbolen of belijdenisgeschriften werden opgesteld. Op die oecumenische synoden (ook wel conciliën genaamd) verschenen a f g e v a a r d i g d e n van alle kerken, uit Oost en West, daar was de geheele Christelijke Kerk der gansche oicumenè tezamen, ter beraadslaging over de hoogst belangwekkende leergeschillen, die zich ook toen voordeden, om daarover het licht der Goddelijke Openbaring te doen schijnen, biddend om de onfeilbare leiding des Geestes. De belangrijkste zijn die van Nicea (325), Constantinopel (381), Efeze (431), Chalcedon (451).
Het op die synode behandelde kunnen wij uit den aard der z a a k hier niet vermelden. Er zij nog op gewezen, dat wij twee symbolen hieraan te danken hebben, het Niceno-Constantinopolitanum en het Athanasianum. Deze werden met de Apostolische geloofsbelijdenis door onze V a d e r l a n d s c h e Kerk overgenomen, om daarmede hare continuïteit met de oudste Christelijke Kerk te doen uitkomen, met negatie der Roomsche verwording (zie Art. 9 van de Nederlandsche Geloofsbelijdenis). Door de groote verbrokkeling, waaraan het Christendom in der eeuwen loop ging lijden, werden allerhande pogingen aangewend om te komen tot hereeniging van het uiteengegane, samensmelting van apart georganiseerde kerkformaties, of ook wel het confereeren van afgevaardigden van kerken onderling tot broederlijke samenwerking in sociale en andere practische aangelegenheden. Wij merken nog even op, dat niet, gelijk van R.K. zijde v a a k wordt gelanceerd, de schuld en de oorzaak der versplintering bij de Hervorming ligt. Reeds in het jaar 1054 zien wij de definitieve scheiding tusschen Oostersche en W e s t e r s c h e Kerk en ook scheidde zich de Engelsche Kerk vóór de Reformatie van Rome af. Wij gaan niet nader in op de onderscheidene hereenigingspogingen en eenheidsbewegingen, die in vroeger eeuw werden aanschouwd. Zeker zijn in eiken tijd dergelijke strevingen te vinden. Welk een voortreffelijk werk in dit opzicht heeft Calvijn niet tot stand gebracht!
Wij beperken ons nu tot de huidige oecumenische beweging en meenen haar te moeten kenschetsen als een verschijnsel, dat in 't bijzonder aan onzen tijd eigen is. Nimmer tevoren werd dit streven in zulk een omvang en met zulk een kracht aangetroffen. En het behoeft ons in geenen deele te verwonderen, want daar zijn vele oorzaken aan te wijzen.
De doorwerking der Leibniziaansche wijsbegeerte met zijn toespitsing in de internationale idee, het feit, dat de laatste uitvindingen als de radio en de moderniseering der perstechniek de volkeren dichter tot elkaar hebben gebracht (het gaat immers om de oicumenè, de wereldkerk), het principieel en practisch cosmopolitisme zijn te vermelden. Daardoor zijn de landskerken zich met elkander gaan bezighouden en de gemeenschappelijke belangen gaan gevoelen. Vooral de groote verdeeldheid in de nieuwe wereld doet het schrijnende der situatie inzien. W a t een geld, arbeidskracht en geestelijke energie wordt er verspild door beuzelingen in plaats van ze te besteden voor christianiseering van het heidendom!
Dit alles veroorzaakt een relativistische mentaliteit en leidt bij de zoekende zielen tot scepticisme en tot de pyrrhoniaansche vraag: W a t is waarheid? Hierdoor tevens verliest de Kerk in haar geheel haar invloed, dien zij ten goede op de wereldgebeurtenissen zou kunnen uitoefenen. Het feit, dat zij den wereldoorlog niet heeft kunnen verhoeden, de nederlaag, die zij in verschillende landen moest lijden tegenover moderne staatkundige bewegingen, als socialisme, communisme en nationaal-socialisme, hebben het eenheidsstreven beïnvloed en gestimuleerd. Ja, inderdaad, de verdeeldheid der Kerk heeft hier mede schuld aan. Steken wij de hand in eigen boezem en denken aan 's Heilands bede in het hoogepriesterlijk gebed: ,.Dat zij allen één zij, opdat de wereld zie, dat Gij Mij gezonden hebt".
W e l k een droevig beeld toont de Kerk in deze dagen! De meest ellendige geestelijke en moreele verwarring en nood, velen, die dreigen ten onder te gaan, allerwege sociale, religieuse en politieke misère. En het Christenvolk verdeeld, zonder voorbeeld, geen leesbare brief van Christus! Inderdaad, de verdeeldheid is zonde. Kuypers leer der pluriformiteit is af te keuren. Zelf heeft hij haar evenmin kunnen handhaven (zie de onbeantwoorde polemiek van Pater Bensdorp). Het streven naar eenheid in onzen tijd is dus alleszins te begrijpen en te rechtvaardigen.
W i j laten nu een beschrijving volgen der belangrijkste oecumenische pogingen van onze dagen, niet te uitvoerig, omdat het ons bovenal te doen is een principieele en critische beoordeeling te geven vanuit het Gereformeerd beginsel. Deze voltrekken zich binnen het Protestantisme in hoofdzaak. Rome immers behoeft met het oecumenisch vraagstuk niet te worstelen. Zij doet niet met de oecumenische beweging mee. Zij is de Una Sancta, de alléén-zaligmakende wereldkerk. Allen, die niet bij haar behooren, moeten tot haar komen. Zelfs de andere episcopale kerken worden door haar niet erkend, als daar zijn de Engelsche, Oostersche, Grieksch-Katholieke en andere Orthodoxe Kerken, zij wil in het geheel niets te maken hebben met de Oud-Bisschoppelijke Clerezij. De Apostolische Geloofsbelijdenis en de doop behooren haar eigenlijk toe. Daarom worden ze ook door haar erkend.
Na den wereldoorlog komt het streven naar oecumeniciteit met ongekende activiteit naar voren. Allereerst treffen wij aan een conferentie, in 1919 gehouden op Kasteel Oud- Wassenaar, bijeengeroepen door den ..Wereldbond tot het bevorderen van een goede verstandhouding tusschen de volken door de Kerken". Hiermede kunnen we kort zijn, aangezien het gaat om een verschijnsel, dat slechts in verwijderd verband staat tot de oecumenische beweging. Deze conferentie te Wassenaar is de voortzetting van een conferentie te Constanz gehouden in hetzelfde jaar en dezelfde maand, waarin de wereldoorlog uitbrak. Gelijk de naam aangeeft, wijst hij op de taak der kerk om te arbeiden aan de bevordering van betere verstandhoudingen onder de volkeren. De werkzaamheid van den Wereldbond van Kerken strekt zich dus meer uit over practische en sociale aangelegenheden, dan dan hij zich bemoeien zou met de eigenlijke vereeniging der kerken.
Met de conferentie van Stockholm komen wij op het terrein der eigenlijke Oecumenische Beweging. Hier in Stockholm en ook in Lausanne treden de Kerken niet op om gezamenlijk maatschapplijke doeleinden te bereiken, om invloed uit te oefenen op internationale verstandhoudingen, maar gaat het allereerst om te leiden tot kerkelijke eenheid qua talis. Allereerst krijgen wij de bekende conferentie van Stockholm van 1925, de conferentie voor practisch Christendom. Deze naam duidt helder haar karakter aan. Degenen, die deze samenkomst belegden, hadden geen moed pogingen aan te wenden om te geraken tot confessioneele eenheid onder de belijders van Christus. De verschillen in belijdenis waren te diep ingrijpend dan dat men hopen durfde, deze uit den weg te kunnen ruimen door confereeren. Vandaar dat men besloot deze verschillen te laten, voor wat ze zijn en beginnende bij de eenheid, die er in Christus zou zijn, zich bezig te houden met de vraag, wat de taak en de roeping is, die de Kerk van Christus thans in practisch opzicht heeft te vervullen.
Men gevoelde de klemmende vraagstukken als de verhouding der rassen, het internationale probleem, den Marxistischen klassenstrijd, de stijgende criminaliteit, de pernicieuze huwelijksmoraal, de toenemende nood. Men ontving geopende oogen voor het feit, dat de Kerk van Christus te lang gezwegen had en zich met een boekske in een hoekske had teruggetrokken. Zoo wilde men komen tot een eenheid tusschen de Christenen, die langs dogmatischen weg voorshands onbereikbaar werd geacht.
En zoo kwam dan in Augustus 1925, precies 1600 jaar na Nicea, de conferentie te Stockholm bijeen. Dr. Nathan Söderblom, de Zweedsche aartsbisschop, was de leidende figuur. Verschillende practische vragen werden door deze excellente conferentie besproken, inzonderheid het probleem: oorlog, vrede en kapitaal-arbeid. Tot eigenlijke besluiten kwam men niet. Alleen werden de onderhandelingen summier samengevat in een getuigenis van de kerken, de boodschap van Stockholm. De eenige vrucht van Stockholm zou genoemd kunnen worden, dat zij zeer duidelijk aan het licht heeft gebracht, dat ook voor de practische aangelegenheden, ook voor den nood, waarin de wereld verkeert, een hechte basis van werkelijke geloofseenheid en religieuse gemeenschap onontbeerlijk is.
Men meende, dat eenheid in Christelijk leven en liefde hiervoor genoegzaam was. Maar het bleek zonneklaar, dat leer-eenheid noodzakelijk is. Vandaar de conferentie van Lausanne in Augustus 1927, die zich niet beperkte tot „life and work", maar de importante problemen wenschte aan te snijden: ,,faith and order", d.w.z. „geloof en kerkorde". Deze conferentie is oorspronkelijk ontstaan uit Amerikaansch brein, waar meer dan 150 kerkformaties gevonden worden. Bijna alle kerkengroepen werkten mede, uitgezonderd Rome. De vergadering had veel overeenkomst met Stockholm. De breedere vertegenwoordiging der Indische Kerken heeft wel iets te zeggen. Daar gevoelde men te schrijnender de wrange vruchten der verdeeldheid t.o.v. het zendingswerk. In samenstelling was zij meer orthodox dan Stockholm. De Christologie en de Triniteit waren grondslag van gemeenschappelijk belijden. Elert, een van de vooraanstaande Duitsche Godgeleerden in Lausanne, de schrijver van: ,,Der Kamph um das Christentum", voerde de gedachte (door de Grieksch- Orthodoxe geopperd), van terugkeer tot de oorspronkelijke eenheid een hersenschim. Bij al, wat er in de verdeeldheid zonde is voor God, moet immers de historie als leiding der Goddelijke Providentie worden aanvaard. Daarom oordeelde men over het algemeen, dat in een andere richting de oplossing gezocht moet worden. Wel dient men, zoo werd verklaard, te waken voor den geest van het relativisme, het ontkennen van absolute tegenstellingen, ook op religieus terrein; maar dat mag ons toch niet het oog doen sluiten voor het karakter van betrekkelijkheid, dat toch onmiskenbaar aan al onze overtuigingen, ook onze dogmatische en kerkelijke, steeds eigen is. Daar is geestelijke eenheid in Christus, maar dit sluit niet uit verschil in type en mentaliteit. Juist in dien geest achtte men nu verwerkelijking der eenheidsidee mogelijk, gelijk men het in den oproep tot eenheid, die van de Conferentie uitging, verklaarde: „God wil eenheid. Hoezeer wij het begin der oneenigheid mogen rechtvaardigen, wij betreuren het voortduren ervan en moeten daarom in berouw en geloof ons inspannen om onze gebroken muren op te bouwen."
Een verblijdend verschijnsel mag het heeten, dat men voor een belangrijk deel zich in de bespreking der vragen liet leiden door Schriftuurlijke beginselen. W i j lezen in de boodschap van Lausanne: „De Kerk van den levenden God is tot stand gekomen door Zijn eigen wil, niet door den wil, of de toestemming, of het geloof van menschen. Van deze Kerk is Jezus Christus het hoofd en de Heilige Geest het voortdurend leven. De Kerk is als gemeenschap der Christgeloovigen, overeenkomstig het N. Testament, het volk des nieuwen Verbonds, het lichaam van Christus en de tempel Gods, gebouwd op het fundament van apostelen en profeten, terwijl Jezus zelf de uiterste hoeksteen is."
Bij de uitwerking dezer belijdenis, wanneer men zich ging afvragen, wat men precies onder deze dogmatische termen verstond, en speciaal de toepassing hiervan in de prediking en het concrete kerkelijke leven, ging men uiteen. Men heeft niet kunnen geraken tot het opstellen en onderteekenen van één geloofsbelijdenis en één kerkorde. Het grootste belang van Lausanne is misschien wel hierin gelegen, in het niet beoogde vruchtgevolg, dat de omkeering in de Godgeleerdheid in rechtsche richting ter conferentie duidelijk werd waargenomen.
Mede door het mislukken ook van deze conferentie werden de oogen meer en meer geopend voor de onhoudbaarheid en onvastheid der levens- en wereldbeschouwing van het humanisme, dat alles van den homo (mensch) doet uitgaan. De noodzaak van de leiding des Heiligen Geestes in Kerk en persoonlijk geloovige werd meer gevoeld en geaccentueerd. Voorwaar, een ommekeer, niet van belang ontbloot!
Aangezien het ons voornamelijk te doen is om de principieele motieven, waaruit deze Oecumenische Beweging als geheel genomen, is gegroeid, en hare beoordeeling vanuit Gereformeerd gezichtspunt, zullen we niet verder op de historie dezer actie ingaan, noch eenige mededeelingen doen over de latere conferenties, aan dit doel gewijd. (Slot volgt.)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1940
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 oktober 1940
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's