Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VERWARRING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VERWARRING

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

2

De armoede der prediking is ontstellend, de kerken worden ontvolkt, wat hebben de arme zielen aan al die duistere verwarde taal? Wat moeten ze denken wanneer de één zegt: er behoeft niets te gebeuren, gij zijt gedoopt, houd u voor kind Gods. En de ander komt betoogen: wij staan allen op den bodem van Gods genade, op den bodem van Gods beloften en eischen; algemeene verzoening met restrictie en: op dezen bodem is het ongeloof een onmogelijke mogelijkheid. Een derde komt beweren, dat zijn geloof in den hemel is. Een vierde, dat wij tegelijk verkoren en verworpen zijn, enz. enz.

Wie stichten nu verwarring? Juist deze voormannen van den nieuwen koers! En niet alleen verwarring, maar onheil. Soms lijkt het erop, dat men een zekere geheimleer brengt, zooals in de gnostiek. Daaraan moest ik denken toen ik een gederailleerde Pinksteroverdenking las van een Hoogleeraar.

Wie begrijpt van dat alles iets? Nogmaals, men sticht verwarring, omdat blijkbaar de eenvoudigheid des Evangelies niet wordt verstaan en gekend.

Zal er opklaring komen omtrent het wezen van den nieuwen koers? Het lijkt er nog niet veel op! Het arme kerkvolk tast in het duister, weet niet waar het aan toe is in de prediking en hoe het nu eigenlijk staat met de vernieuwing der Kerk. Wat wil men toch eigenlijk? Die vraag mocht toch eindelijk wel eens zóó worden beantwoord, dat het eenvoudige kerkvolk het óók begrijpen kan. Of, is het noodzakelijk duister te zijn om het wezen der zaak verborgen te houden voor de massa, dan wel omdat men zelf ook niet weet, wat men nu precies wil? Immers, wie een Christus-belijdende-volkskerk wil, moet zeggen: welke Christus wordt bedoeld en wat men daarbij onder de Kerk begrijpt en hoe dan kerk en volk verbonden zijn.

De contructie die b.v. Ds. van Ruler daarvoor heeft ontworpen, noemen zijn eigen vrienden onzinnig en zeggen dat hij de zaak ad absurdum voert. Verwarring.

Brengt misschien het pas verschenen geschriftje van Prof. Kraemer: De nieuwe Koers in de Ned. Herv. Kerk" opheldering? Ik kan het niet zeggen. De vragen die in de vroegere geschriften van dezen Hoogleeraar niet werden beantwoord, blijven ook in deze brochure vragen! Laat ik enkele zinsneden voor de lezers overnemen dan kunnen zij zelf oordeelen, zonder thans in den breede op de kwestie in te gaan.

De Kerkorde van 1816 is afgeschaft en de nieuwe werkorde ingevoerd (bl. 19). Dit is niet juist, want de synodale reglementen van 1816 vigeeren wel degelijk. En dat zal zoo blijven tot de nieuwe kerkorde er is. Als zij komt!

Deze Synode heeft in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en staande op den bodem der belijdenisgeschriften, inzonderheid tot taak de kerkorde voor te bereiden en vast te stellen, enz. (bl. 20).

Daar staat het, zegt Prof. Kraemer. Daar staat het: de Kerk gebonden aan de bijbelsche openbaring, onlosmakelijk perbonden aan het belijden der Kerk in hare belijdenisgeschriften. De Kerk met haar neus gedrukt op het bijbelsch openbaringsgetuigenis en niet op een bijbelbeschouwing; op de belijdenis, niet als een antiquarische grootheid, maar als een, volle aandacht verdienend, menschelijk antwoord der Kerk op een harer hoogtepunten (bl. 20).

Wat beteekent dat: gebonden aan de bijbelsche openbaring? Dat zegt Prof. Kraemer juist niet. Gij kunt dat vragen aan Prof. Banning en Dr. van Niftrik en Dr. Emmen, enz. enz. en dan zal het blijken dat hun antwoorden niet overeenstemmen. Verbonden aan het belijden der Kerk in hare belijdenisgeschriften. Wat beteekent dat? In ieder geval niet: gebonden aan de belijdenis! En verder worden we weer in den mist gelaten. De schrijver hoopt, dat zijn geschriftje zal bijdragen de verwarring, die begrijpelijkerwijs in en buiten de Ned. Herv. Kerk over haar nieuwen koers heerscht te verminderen. Wij hopen het ook, maar vreezen er voor. Wij zijn overtuigd, dat de verwarring mede de schuld is van Gemeenteopbouw. Aan begrijpelijke voorlichting ontbrak het aldoor. En neemt nu Prof. Kraemer hier de sluier weg van Gemeenteopbouw? Ik ben overtuigd van niet. Hij tracht wel een sluier weg te nemen en wellicht zal het vóór deze en gene iets duidelijker worden wat nu eigenlijk wordt bedoeld. Dan is zooveel duidelijk, dat de belijdenisgeschriften worden losgelaten als Belijdenis voor het heden. Men is er aan perbonden en zij verdient volle aandacht. Dat is niet zoo heel veel! En... wat beteekent deze verbinding? enz.

Na het wegnemen van den sluier staan we nog voor evenveel vragen als tevoren. De politiek van Gemeente-Opbouw is kameleontisch. Maar, ik haal slechts enkele passages aan uit de genoemde brochure.

Gemeenteopbouw wil geen beweging zijn met aanhangers, maar eene stem der Kerk tot alle leden der Kerk, een stem, die verkondigde, dat wij allen „tezamen onnut zijn geworden", door onze gemeenschappelijke, hoewel verschillende genuanceerde schuld aan den nood en den zondigen staat der Kerk. Of om met Ds. Gravemeijer te spreken: samen zijn wij ziek geworden, samen moeten wij gezond worden" (bl. 26).

Is ook Dr. Gravemeijer ziek? Wie zulke zinnen leest houdt even op om zich in te denken wat eigenlijk wordt gezegd. Gemeenteopbouw een-stem-der-Kerk! Is deze stem ook ziek of gezond? Waar haalt zij haar opdracht vandaan? Van de zieke Kerk?

Een stem, die verkondigt, dus komt met de boodschap Gods. En wat zegt die stem? Dat wij tezamen onnut zijn geworden...

Van dit onnut-worden lezen wij in Rom. 3:12. Wij zijn tezamen nutteloos geworden, kunnen niet meer gebruikt worden. Allen met elkander werden geheel verdorven en daardoor onnut, Gode niet meer tot eenigen dienst en lof.

Het lijkt mij niet juist om deze uitspraak van den apostel zonder meer toe te passen op de richtingen in de Hervormde Kerk. Trouwens, bij die richtingen en groepeeringen behooren ook de ware christenen, en die zouden dan onnut zijn. Dit kan niet juist zijn.

Deze voorstelling van zaken is niet-bijbelsch al wordt een Schriftwoord gearripieerd. Bovendien worden alle groepen en richtingen met opzet over één kam geschoren. Dan hebben ze elkander niets te verwijten en is de weg gebaand — tegen de waarheid in — om samen op zoek te gaan naar de oplossing van het richtingsvraagstuk (bl. 26).

Prof. Kraemer prikkelt voortdurend tot tegenspraak. Zóó liggen de vraagstukken niet, al zijn er elementen van waarheid in de stellingen die Prof. Kraemer poneert en de opdrachten, die hij stelt.

Zoo stelt hij den eisch van bekeering van ons aller schuldig gevangen zitten in geïsoleerde richtingsblokken en machtsformaties, schamelijk geadeld door de waarheidsvraag, die erdoor heen speelde en speelt... (bl. 26).

In hare algemeenheid aanvaarden wij deze stelling niet. Opnieuw wordt de waarheidsvraag gecamoufleerd terwille van de groepen en richtingen, die de Belijdenis niet aanvaarden. Durft Professor Kraemer te zeggen dat Prof. Banning is perbonden aan de belijdenis en gebonden aan de Openbaring?

Waarin bestaat toch onze gezamenlijke schuld tegen God, tegen elkaar en tegen de wereld? Hoe kan ik mij anders ervan bekeeren? Wat hebben wij aan de herhaling van algemeenheden?

Pas na die bekeering van deze gezamenlijke schuld kan het zoeken met elkaar en het worstelen om de waarheidsvraag beginnen, om de norm der prediking te hervinden (bl. 27). Dit moet toch wel hierop neerkomen, dat wij momenteel niet weten wat de waarheid is, en zoodoende normloos kan worden gepreekt. Ook deze voorstelling van zaken verwerpen wij met nadruk. Gemeenteopbouw wil, zoo zegt de Schrijver, de waarheidsvraag in al haar ernst en scherpte gesteld zien, maar met uitbanning van allen geest van theologische „Rechthaberei", van welke zijde ook, doordat wij allen armen van geest worden, van wie het Koninkrijk der hemelen is (bl. 27).

Dit alles klinkt wel mooi, maar wie het indenkt moet toch zeggen: hier wordt de verwarring vergroot. De waarheidsvraag moet met scherpte worden gesteld. Door wie? Waar moet ik de waarheid zoeken en vinden? Worden armen van geest getypeerd door onwetendheid inzake Gods waarheid? Deze heele zinsnede kraakt, loopt taalkundig best maar theologisch knarst ze. Zoo is het niet, dit staat reeds bij intuïtie vast.

Gezamenlijk moeten wij geconfronteerd worden met het profetisch-apostolisch getuigenis aangaande het eenige fundament dat er is, Jezus Christus.

Wie moet deze confrontatie uitvoeren en beslissen in de waarheidsvraag? Wel zegt Prof. Kraemer, ge moogt niet vergeten, dat wij ons eerst moeten bekeeren en armen van geest worden, alvorens met deze confrontatie te kunnen beginnen!

Wie zal uitmaken óf en in hoever die bekeering er is en dit arm zijn van geest? Waarin bestaat dat arm zijn van geest, wat is bekeering?

Ja, wat voor opheldering krijgen we nu eigenlijk?

Het moet komen tot een gezamenlijk in aanbidding neervallen voor den Heer der Kerk, Hem prijzend een ieder in zijn eigen taal (Hand. 2:6) mits die taal recht doet aan Gods heilsdaden en Gods heilsgave in Christus en Zijn heerlijk Koninkrijk (bl. 28). Waarom toch wordt die text in strijd met het verband aangehaald? In zijn eigen taal is niet op eigen wijze, wat Prof. Kraemer ervan maakt. En wie moet uitmaken of die taal recht doet aan Gods heilsdaden?

Bovendien zullen er gelooven zoovelen als er verordineerd zijn ten eeuwigen leven, naar het woord der Schrift, niet één meer ook zal arm van geest zijn, en aanbidden. De vraag: wat is de Kerk eigenlijk, komt hierbij aan de orde.

De Kerk is empirisch geen Kerk, maar een tegen zichzelf verdeeld huis, een hotel-kerk, die weer teruggeroepen moet worden naar de grondwet van 1 Cor. 12 (b^29). De vraag rijst weer: wat is voor Prof. Kraemer de Kerk? Is Kerk de gemeente der ware thrist-geloovigen, zooals de Catechismus deze teekent?

Een tegen zichzelf verdeeld huis, een hotel-kerk, is de empirische Kerk, zegt Prof. Kraemer. Het is merkwaardig, dat de Schrijver een tegen zichzelf verdeeld huis, zonder meer een hotel-kerk noemt. Want een hotel met vele kamers behoeft volstrekt niet tegen zichzelf verdeeld te zijn. Dit is een andersoortige gemeenschap dan de kerk behoort te zijn, ongetwijfeld, maar in de kerk zijn tegenstellingen van diepen principieelen aard. En nu is juist de vraag: hoe moeten die worden opgeheven, en volgens welke waarheidsbeginselen.

Maar, dat zegt Prof. Kraemer ons niet, dan blijft hij zooals altijd vaag en onbelijnd. Doch een beginsel van de ware doorbraak ziet hij in het Instituut Kerk en Wereld, waar mannen van geheel verschillende herkomst in eenheid des geestes met vreugde samenwerken, niet op grond van verdooving der waarheidsvraag, maar als een nieuwe, voorloopige stap, om de waarheidsvraag voor het aangezicht van Christus samen biddend en werkend in open christelijke uitwisseling van leven en denken uit te strijden (bl. 30).

Als de zaak niet zoo diep ernstig was, zouden wij zeggen: „Van Driebergen begint de victorie!"

Laat ik het onomwonden uitspreken, dat ik van dat alles niets geloof, maar dan ook werkelijk niets. In eenheid des geestfs met vreugde? Welke geest en welke eenheid is hier aan de orde? De waarheidsvraag wordt voor het aangezicht van Christus biddend en werkend... uitgestreden. Alleen maar voor het aangezicht van

Christus is de waarheidsvraag reeds lang uitgestreden, voor Gods Kerk. Dus laten wij dit goed vastleggen: Prof. Kraemer ziet met vreugde, dat thans in de Ned. Herv. Kerk op verschillende sectoren van het kerkelijk leven mannen aldus samen werken, en noemt dan als een sprekend voorbeeld hiervan het Instituut

„Kerk en Wereld".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

VERWARRING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 juli 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's