PSALM 13
Hoe lange salt du mij, o Heer, Geheel vergeten? tot wanneer Salt du van mij, zijnd afgeweken. Dijn vriend'lijck aengesicht versteken? Sal dit dan dueren immermeer?
Hoe lange sal mijn siel met smert Gaen soecken raedt? end mijn bang hert Benautheit en verdriet besueren? Hoe lange sal ik sien met trueren, Dat mijne vijandt meester wert?
O Heer mijn God, sie mij eens aen: Wil mijn gebeden gade slaen; Verlichte mijne duyster oogen: End wil doch nimmermeer gedoogen Dats in den dootslaep t' ondergaen.
Dat mijnen vijant vol van pracht, Niet segg': hij is in mijner macht: End die mij hatich wederstrijden, Haer vinnich herte niet verblijden, • So ick ter neder werd gebracht.
Doch, Heer, op dijne gunste staet Mijn hoop end gantsche toeverlaet. Mijn hert sal in dijn heyl ontspringen, Ick wil mijn liedt met vreugden singen, En dancken God om sijn weldaet.
Berijming van Marnix van St. Aldegonde
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 augustus 1946
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 3 augustus 1946
Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's