Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals de lezers wel weten hebben wij drie Rijks-universiteiten; te Utrecht, Leiden en Groningen. Zoo'n Universiteit is samengesteld uit verschillende faculteiten. Eén daarvan is de theologische faculteit. Oudtijds werd de theologie, de godgeleerdheid, de koningin der wetenschappen genoemd. De Overheid benoemt de professoren aan deze faculteiten bij hare Universiteiten in de genoemde plaatsen.

Tegenwoordig geven vijf professoren aan deze theologische faculteit onderwijs in de verschillende vakken van de godgeleerdheid.

Van deze theologische faculteiten nu maakt de Hervormde Kerk gebruik voor de opleiding harer predikanten, tot hun candidaatsexamen. Het ligt voor de hand, dat hieraan bezwaren zijn verbonden, want de Overheid kan professoren benoemen van elke richting. Dit hangt van allerlei omstandigheden af, waarop wij thans niet nader behoeven in te gaan. De Hervorm'de Kerk echter is met de Overheid overeen gekomen, dat óók kerkelijke Hoogleeraren, benoemd door de Synode, onderwijs geven aan de Universiteit, op kosten van den Staat.

Artikel 1 van het Reglement op het hooger onderwijs in de Godgeleerdheid tot vorming van Evangeliedienaren voor de Nederlandsche Hervormde Kerk luidt aldus: , , In de steden Leiden, Utrecht en Groningen wordt, tot aanvulling van het aan de daar gevestigde Universiteiten gegeven onderwijs in de godgeleerdheid, van wege de Nederlandsche Hervormde Kerk Hooger Onderwijs in de Godgeleerdheid gegeven tot vorming van hare aanstaande Evangeliedienaren. Dit onderwijs wordt ook te Amsterdam gegeven, indien het geschieden kan zonder geldelijk bezwaar voor de Kerk."

Dit artikel en dit Reglement in zijn geheel dankt zijn ontstaan aan de wijziging van de Hooger-Onderwijswet in 1876. De Hervormde Kerk achtte het toen noodzakelijk, dat het onderwijs van de staatshoogleeraren werd aangevuld door kerkelijke Hoogleeraren. In 1877 trad dit Reglement in werking.

Natuurlijk kwam steeds het richtingsvraagstuk aan de orde bij de benoeming van die kerkelijke Hoogleeraren, ten getale van twee aan elke Rijksuniversiteit. In onzen studententijd was er in Utrecht één moderne en één ethische Hoogleeraar vanwege de Hervormde Kerk (Cannegieter en Daubanton).

Een voorstel om tusschen de woorden „Hervormde Kerk'' en „Hooger Onderwijs" te voegen: overeenkomstig hare beginselen en haar karakter, kenbaar uit hare belijdenisschriften" en evenzoo in al. 2 van art. 10 in de daar bedoelde belofte in te voegen: zijn onderwijs in alles zal inrichten overeenkomstig de beginselen en het karakter der Nederlandsche Hervormde Kerk, kenbaar uit hare belijdenisschriften, werd in 1914 door de Synode afgewezen.

Wat gebeurde echter in 1882? In Amsterdam bestaat een Universiteit, die niet uitgaat van den Staat maar van de gemeente Amsterdam. De gemeenteraad benoemt de Hoogleeraren. Nu verzocht de gemeenteraad van Amsterdam in 1882 aan de Synode om ook aldaar twee kerkelijke Hoogleeraren te benoemen. Dan kon men dus aan de Amsterdamsche Universiteit zijn theologische studiën voltooien en predikant worden in de Hervormde Kerk.

De Synode was hiertoe bereid, mits zonder geldelijke offers harerzijds. De financiëele lasten moesten komen voor rekening der gemeente Amsterdam.

Aldus geschiedde. De eerste kerkelijke Hoogleeraren in Amsterdam waren Dr. Knappert en Dr. Gunning.

Maar in 1893 heeft de gemeenteraad het contact met de Hervormde Kerk opgeheven. Er was toen maar één kerkelijke Hoogleeraar meer in Amsterdam en deze werd eervol uit zijn ambt ontslagen en op wachtgeld gesteld. Zoodoende kon men in Amsterdam niet meer voor predikant studeeren, omdat de candidaatsbul door de Synode niet werd erkend, nu er geen kerkelijke Hoogleeraren meer waren in Amsterdam.

Thans is dit anders geworden. Wat is gebeurd? In dit jaar heeft de noodraad van Amsterdam, de gemeenteraad dus, de theologische faculteit aan de gemeente-Universiteit met enkele Hoogleeraren aangevuld. Zij zijn allen vrijzinnig.

Men wilde, dat ook in Amsterdam weer de volledige opleiding tot predikant in de Hervormde Kerk mogelijk werd gemaakt. Onderhandelingen hadden plaats tusschen het stadsbestuur en de Synode, die gunstig verliepen.

Van dat alles wisten slechts ingewijden iets.

Het verdere verloop van deze onderhandelingen kunnen wij laten rusten. Het is wel erg geheimzinnig en een beetje krom toegegaan, naar ons voorkomt. Achter het rookgordijn is de zaak klaar gemaakt.

In ieder geval, de zaak kwam voor elkaar en ten slotte benoemde de Generale Synode twee kerkelijke Professoren voor Amsterdam, die de gemeenteraad accepteerde. De namen zijn aan onze lezers bekend. Dr. van Niftrik en Dr. de Vos.

Zooals wij weten is Dr. van Niftrik Barthiaan en wijkt op diepingrijpende punten af van de belijdenis onzer Kerk. Wat wij daarover schreven moet ten volle gehandhaafd, tot tijd en wijle dat Dr. van Niftrik zijn dwalingen herroept, wat wij zeer zouden toejuichen en waarover wij ons hartelijk zouden verblijden.

Zoo wordt aan alle Universiteiten vanwege de Synode onderwezen in Barthiaansche Dogmatiek, aldus is opgemerkt (Zie Geref. Kerk van 5 Sept.).

Dr. de Vos wil liever bij geen richting worden gerekend, of men hem orthodox of vrijzinnig wil heeten laat hem syberisch koud zoo verklaarde hij (zie Persschouw in ons blad, een paar weken geleden).

In ieder geval is er groot verschil in de beginselen van Dr. van Niftrik en Dr. de Vos. Dr. van Niftrik laat het allerminst koud of hij al of niet rechtzinnig heet en hij voerde met groote felheid het pleit voor de eere van Christus en Zijn Borgwerk. Hief waarschuwend den vinger op tegen Prof. Kraemer en den geest van Gemeente-Opbouw. Maar hij is Barthiaan met vele dwalingen.

De Theologische faculteit aan de gemeente-Universiteit te Amsterdam is dus vrijzinnig en wordt aangevuld met Dr. van Niftrik en Dr. de Vos als kerkelijke Hoogleeraren.

Over dit heele geval wilden wij enkele opmerkingen maken.

In de eerste plaats bevreemdt het toch wel, dat deze zaak zoo in het geheim is voorbereid en klaar gemaakt. Zou het niet billijk zijn geweest, dat de Kerk in hare Classicale vergaderingen hierover eerst ware gehoord, nu het bekend is hoe de gemeenteraad van Amsterdam is samengesteld? Amsterdam het bolwerk van het communisme. Zou hierover in de huidige situatie van ons staatkundig en kerkelijk leven eerst niet eens gesproken moeten zijn, open en eerlijk? Zeker, naar het Reglement op het Hooger Onderwijs kan de Synode de verbroken verbinding met den gemeenteraad van Amsterdam weer herstellen, maar er is hier meer aan de orde dan herstel van hetgeen in 1882 is gebeurd. Waar bleef hier de zoo noodige openheid en het verband van Synode en Kerk?

En dit niet alleen. De Generale Synode weet, dat zij hare aanstaande dienaren laat opleiden door vrijzinnige theologen en nu benoemde zij nog een — laat ik maar zeggen — gematigd vrijzinnige van den „nieuwen koers".

Hoe kan de Synode zich hier verantwoorden? Ook deze benoemingen stellen ons voor de vraag wat de Synodeleden toch wel verstaan onder haar werkorde: , , in gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en staande op den bodem der belijdenis". Het blijkt toch wel zonneklaar, dat wij voor de werkorde waarschuwend om hare vaagheid en onbepaaldheid, doordat ieder ervan maakt wat hij wil, niet voorbarig zijn geweest of zonder noodzaak dit hebben gedaan.

Het eenvoudige kerkvolk zal zoo langzamerhand wel gaan begrijpen, dat hier heilige ernst voorzat en het waarachtige heil onzer Kerk ons zeer ter harte ging en gaat. Bovenal om de eere des Heeren hebben wij gewaarschuwd, en zullen dit blijven doen, alle verachtelijke bejegening ten spijt.

En daaraan ontbreekt het niet! Zoo zijn er o.a. brieven (open en gesloten toegezonden), waarmee men 't best handelt naar het voorbeeld van Hiskia (Jez. 37 : 14)!

Zou nu ook hetgeen geschiedde in Amsterdam geacht kunnen worden het Heerezijn van den Koning der Kerk te beoogen en de eere des Heeren?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Kerkelijke Hoogleeraren te Amsterdam

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 september 1946

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's