Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Volkskerkgedachte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Volkskerkgedachte

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

Wij zouden luisteren naar Prof. Kraeraer als hij ons teekent wat voor hem de ware bijbelsche volkskerkgedachte is.

De Schrijver wijst eerst nog af als volkskerk een nationale, zich aan het volksleven accomodeerende Kerk, die licht tot een volksche kerk verwordt. Hij denkt hier blijkbaar aan de Duitsche christenen in het nationaal-socialistische Duitschland. De Kerk is naar haar wezen universeel en oecumenisch, niet nationaal, zoo merkt Prof. Kraemer op.

Verder kan alleen van volkskerk worden gesproken als men volkskerk niet opvat als een pretentie, de eenig-ware Kerk voor een geheel volk te zijn, maar als een program, als een bijzondere vorm van het bewustzijn, dat de Kerk, door God bedoeld als het orgaan der beweging van Zijn in Christus openbaar geworden oordeelende gerechtigheid en verlossende barmhartigheid, naar de wereld toe (Joh. 3:16) er is om het volk en om. de wereld in al zijn lagen en nooden. Niet om zichzelf.

Deze lange zinsnede zal niet ieder aanstonds duidelijk zijn. En een duistere rest zal er altijd in overblijven, want dat behoort bij deze opvatting.

Dus wie volkskerk zegt bedoelt daarmede niet de eenig-ware kerk voor een geheel volk. Dit is de negatieve kant der zaak; wat er niet m& e wordt bedoeld. Volkskerk-zijn is een program, een opdracht, niet iets aanwezigs, niet een kerk die kan zeggen: ik ben volkskerk. Zij moet het worden altijd opnieuw, want het is een program. De Kerk is het orgaan der beweging van Zijn, in Christus openbaar geworden oordeelende gerechtigheid en verlossende barmhartigheid naar de wereld toe. Dus God heeft een orgaan, dat in beweging is, mobiel, en mobiliseerend, dat is de kerk. En in die beweging zijn opijenom.en de gerechtigheid en verlossende barmhartigheid, in Christus openbaar geworden.

De Kerk is dus niet pilaar en vastigheid der waarheid allereerst, noch ook heeft zij tot eerste en hoogste taak als het lichaam van Christus dit lichaam te verzorgen door den dienst des Woords en der sacramenten. Neen, de Kerk is orgaan der beweging... naar de wereld toe. De Kerk is er voor de wereld. Als zij zóó orgaan der beweging is naar de wereld toe, kan zij volkskerk heeten. De Kerk is er om het volk en om de wereld in al zijn lagen en nooden, zegt Prof. Kraemer (blz. 132).

In den zin door Schrijver geteekend, zoo merkt hij op. is de N.H. Kerk nog geen volkskerk. Zij is het in dien zin ook nog nooit geweest, maar zij moet het worden, uit trouw aan het echte Kerk-zijn. Volkskerk beteekent. aldus opgevat, niet een, het geheele volk in zich bevattende Kerk; de religieuze organisatie van een volk of het samenvallen van Kerk en volk... De Middeleeuwsche R.K. Kerk en de na-reformatorische landskerken waren volkskerken in dezen zin.

Het is duidelijk, dat Prof. K. hier ook met art. 36 onzer belijdenis in aanraking komt. Dit artikel 36 is geheel ingesteld op de volkskerk, zooals uit den inhoud blijkt. Of dit wordt beseft in de politiek is een andere vraag. Maar die volkskerkgedachte aanvaardt Prof. K. niet. Doch hierop gaan we thans niet nader in, hoe belangwekkend art. 36 ook is voor de volkskerkgedachte.

Zulk een volkskerk wil dus Prof. Kraemer zeker niet, want dan is wel de Kerk de eenige rechtsgeldige kerkelijke en godsdienstige vorm van het volksleven, maar zij leeft niet uit het besef van verantwoordelijkheid voor het geheele volk. Het eigene van de Kerk gaat ten onder.

, , De omschrijving , , Christus-belijdende Volkskerk" geeft — zoo vervolgt de Schrijver — inhoud en grens aan de zooeyen gegeven volkskerkgedachte, als uitdrukking van verantwoordelijkheid voor de wereld, en dus voor dat stuk concrete wereld, dat in het volk is belichaamd, waaronder die Kerk leeft."

Maar dan maakt Prof. Kraemer een restrictie en geeft een toelichting van dat Christus-belijdende, die ons bedacht moet doen zijn en ons verdacht voorkomt. Dat Christus-belijdende is namelijk niet, zooals in de Middeleeuwen en in de territoriale kerken van het oud-Protestantisme, in de eerste plaats bedoeld als dogmatische signatuur, maar als een dynamisch levensbeginsel, waarin de normeering voor het leven en belijden der Kerk zelve en voor de houding der Kerk t.a.v. de verschillende levensterreinen bondig en klaar is uitgedrukt.

Nu is het zeker juist, dat de belijdenis een levensbeginsel moet zijn, dus in beweging, maar tegelijk in rust als beleden waarheid, die vaststaat. Wij wenschen geen verstarring van het geloofsleven, want dan is het geen leven meer, maar evenmin een geloofsinhoud, die in beweging is naar zijn inhoud en niet alleen met zijn inhoud. Zonder daarmee te zeggen, dat de belijdenis is afgesloten naar zijn inhoud en vorm. Dus wel in beweging, zegt ge! Ja, maar niet in den zin van Prof. Kraemer, die eigenlijk nooit tot een vaste belijdenis kan komen.

Tevens ligt in de omschrijving, die de Schrijver geeft van Christus-belijdende volkskerk de distantie met de wereld. De Kerk is niet van de wereld; evenmin kunnen kerk en volk worden vereenzelvigd.

En zoo, betuigt ons Prof. Kraemer, is de door hem voorgestane en bedoelde volkskerk een Kerk, die zich door bijbels denken laat reguleeren en in zich vereenigt de distantie van wereld en volk en het volle, verantwoordelijke ingaan op de wéreld (blz. 134).

Zóó moet de N.H. Kerk volkskerk zijn en worden. Ongeveer begrijpen wij wel wat Prof. Kraemer wil en bedoelt, maar daarmee is nog geen instemming betuigd met zijn opvattingen.

Ik laat nu nog rusten welke gevolgtrekkingen de Schrijver maakt uit deze opvatting van een Christus-belijdende volkskerk voor de N.H. Kerk (blz. 134— 140). Hetgeen daarover wordt gezegd, is reeds meermalen in ons Blad behandeld en zal zeker, als de nieuwe kerkorde uit het waas der geheimzinnigheid in het licht komt, bijzondere aandacht vragen.

In geen geval mag de Kerk het volk vergaderen en dienen in den weg van verzwakking van hare belijdenis. Dit moet a priori vaststaan.

De Kerk is er niet terwille van de wereld, maar om Christus' wille. En de ambten zijn er allereerst tot dienst van de Kerk zelve, tot opbouw in het geloof, , tot oefening van tucht op leer en leven. Alléén dan verkeert de Kerk zelf niet in een staat van ontbinding en is zij gewapend en innerlijk geconsolideerd om de wereld op te roepen tot bekeering en haar zóó te dienen met het Evangelie.

Ook Dr. Noordmans vraagt nog onze aandacht.

In zijn opstel: Kerk en Schare (in Zondaar en bedelaar, 1946 bl. 101 — 105) maakt hij merkwaardige opmerkingen, die wij aan onze lezers willen doorgeven. Hij maakt onderscheid tusschen de gemeente, binnen de volkskerk, en de schare. De gemeente heeft dan een actueele verhouding tot de ambten der kerk, maar de schare is niet tot gemeentelijk leven ontwaakt.

De gemeente is klein in vergelijking bij de schare. In die schare ligt een groot stuk mogelijkheid der Kerk en in haar midden heeft de prediking haar loop begonnen. Wanneer wij bedenken, dat deze overwegingen ten beste worden gegeven in een meditatie over Matth. 5:1: n Jezus de scharen ziende... dan moeten wij toch opmerken, dat wij daar met bondelingen van doen hebben, met kinderen des Koninkrijks. Of Dr. Noordmans de onderscheiding erkent en in acht wil nemen van tweeërlei kinderen des verbonds, is niet duidelijk. Zijn schare-opvatting lijkt ons ruimer en onbepaalder, meer beheerscht door de volkskerkopvatting in den zin van massa-kerk dan door het wezen van het genadeverbond. En dit moet toch leidend zijn. Volgens Noordmans staat er een schare achter de gemeente, en dit geeft aan de kerk kansen en roeping voor die schare. Maar behoort die schare niet tot de Kerk? Mogen wij op deze wijze ons kerkbegrip verruimen tot ver buiten de grenzen, die de Schrift trekt? Hij spreekt van een uiterlijke band met de kerk, de mogelijkheid van evangelisatie (bl. 102).

Maar brengt ons de evangelisatie niet buiten de grenzen der kerk?

De schare is het voorhof der gemeente, zoo merkt hij op. En het is mogelijk, dat de schare de gemeente overweldigt. Het is in iedere volkskerk denkbaar, dat de schare de wet der gemeente verzet. De kerk is een stad, die door haar eigen inwoners kan worden ingenomen. Blijkbaar ziet Dr. Noordmans de gevaren van de volkskerk wel scherp, maar de vraag is of hij het vraagstuk der Kerk juist stelt. Dit moeten wij ontkennen. Hoe zag Jezus de schare in verband met Kerk en Koninkrijk? De schare mag niet worden uitgesloten, zoo wordt opgemerkt (bl. 103).

Het wezen en de roeping der kerk moeten toch beheerschen het standpunt tegenover de schare en de wereld.

Noordmans spreekt van een wanverhouding tusschen centrum en omtrek der Kerk. Op andere wijze en vanuit andere gezichtshoek zou deze vraag aan de orde gesteld kunnen worden inzake de tweeërlei kinderen des verbonds. Zulk een wanverhouding is daar tegenwoordig.

Inderdaad overheerscht vaak het lichaam der kerk, om mët Calvijn te spreken, de ziel der Kerk. Maar Noordmans handelt toch maar zeer ten deele over dit gegeven en daarmee heeft niet alleen de volkskerk te worstelen, maar alle kerken, klein en groot.

Noordmans geeft in overweging bij de organisatie der kerk niet alleen te denken aan de gemeente, maar ook aan de schare.

De kerk mag niet doen alsof er alleen menschen bestaan, die tot de ambten in een regelmatige betrekking staan. De kerk moet allereerst op haar apostolische, haar zendingstaak bedacht zijn. Haar toekomst hangt meer af van de schare dan van de gemeente, zoo merkt hij op. Dit nu ontkennen wij.

Welke plaats de kerk ook moge innemen in de wereld, of zij kleine, verachte minderheid is dan wel een beteekenisvolle plaats inneemt in de wereld en voor de schare, haar wezen en bestaan hangt er niet van af, noch hare toekomst.

Noordmans wil niet alleen de gemeente, maar óók de schare organiseeren rondom de kerk. De kerk heeft een completeering van haar bewerktuiging noodig. Hij wil dan een uitbouw van de gemeentelijke inrichting, waarin de schare meer betrokken is dan tot dusverre (bl. 105). R T D m t z

Hoe Noordmans zich deze inrichting denkt, zegt hij niet, maar hij meerit dat in Calvijn's kerkidee de mogelijkheid daartoe is gegeven.

Niet alles is even duidelijk wat Noordmans zegt en bedoelt en wij zouden hem willen vragen: spreek u eens nader uit over de schare en het verbond der genade. Trek de hoofdlijnen eens van die gemeentelijke inrichting, waarin de schare is ingeorganiseerd, zonder gemeente te zijn. Is dit schriftuurlijk te fundeeren?

Wanneer wij van dezen wirwar van gedachten bij de verschillende schrijvers over de volkskerk kennis nemen, dan blijkt wel zonneklaar, dat nadere bezinning noodzakelijk is en... fundeering in Schrift en Belijdenis, willen wij ooit tot overeenstemming komen zelfs in het gebruik van het woord „volkskerk".

Het komt ons voor, dat de commissie, die de nieuwe kerkorde en in aansluiting daarmede de ordinantiën moest ontwerpen, geen gemakkelijke taak heeft gehad, want zij wist natuurlijk van al deze stroomingen en opvattingen af en... moest den invloed ervan ondergaan, omdat zij onder hare leden deze gevoelens meer of minder terugvond. Dan hebben wij nog niet gesproken over de volkskerkopvatting van Dr. van Ruler, de nieuwbenoemde kerkelijke Hoogleeraar in Utrecht, die óók zitting heeft in de commissie voor de kerkorde.

Maar diens standpunt vraagt een afzonderlijke behandeling. Moge dit voorloopig voldoende zijn en den lezers, die zich voor deze dingen interesseeren, aanleiding geven tot overweging en nader onderzoek.

Het beste is gewapend te zijn met een grondig gefundeerde kennis van Schrift en belijdenis, en van vragen van kerkrecht niet onkundig te zijn, om in den weg des gebeds en des geloofs het pand te bewaren, dat ons is toebetrouwd en de dwa-

lingen af te wijzen. Houdt koers!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De Volkskerkgedachte

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 oktober 1947

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's