Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veilig achter en door het bloed

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veilig achter en door het bloed

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

Exodus 12 vers 7: En zij zullen van het bloed nemen en strijken het aan de beide zijposten, en aan den bovendorpel, aan de huizen, in welke zij het eten zullen.

Weer gaan wij overdenken wat de God Israëls deed in den nacht van den uitocht in Egypte, en de bijzondere beteeenis, die wordt gehecht aan het bloed an het Paaschlam. De heele tijdrekening ordt door het Pascha bepaald, zooals wij ebben overdacht. Door bloed wordt het eele verbondsleven beheerscht.

En dat is heden zeker niet anders; alleen maar, wij hebben nu niet meer van oen met het bloed van stieren en bokken, at de zonde nimmermeer kan wegnemen, aar rechtstreeks met het dierbaar bloed an Christus, als van een onbevlekt en onéraifelijk lam, het Lam Gods, dat Johanes de Dooper aanwees met de beteekenis • olle woorden: zie het Lam Gods.

Onze text trengt ons bij een huis in gypte, een huis van den Israëliet, in slaernij verkeerend, in zware dienstbaarheid, nder de tyrannie van Farao.

Maar het uur der verlossing zal weldra iaan, zij zullen uittrekken en Egypte veraten. De tiende plaag is op komst, die arao zal dwingen Israël te laten trekken.

Aan zoo n huis was niets bijzonders te ien, al zullen de huizen der Israëlieten ellicht armelijker zijn geweest dan die an de Egyptenaren, maar dat was toch een verschil dat ook maar iets beteekende oor de redding van de bewoners.

Neen, alleen het bloed van het Paascham aan de posten brengt het wezenlijk nderscheid, dat reddende beteekenis eeft.

En is het geestelijk anders? Is het huis at de pelgrim naar Sion bewoont anders, an dat van den wereldling? Immers neen, itwendig is er geen onderscheid. En nu ijn wij menschen zulk een huis; wiens uis wij zijn (Hebr. 3).

Elders heeten Gods kinderen tempelen es Heiligen Geestes. Maar ieder mensch an vergeleken worden bij een huis, zools Prediker 12 het ons leert in zinnebeeld. e Prediker spreekt van de vensters naar e straat (de oogen), van de wachters des uizes (armen en beenen), de deuren naar e straat (de mond en lippen). Een wanelend huis zijn we dus, in dit beeld. Het al ons straks tepas komen bij de toepassing van onzen text voor ons aller leven en eeuwige bestemming.

Eerst gaan we bespreken den gang van zaken bij het Paaschfeest in de woningen van Israël. Enkele algemeene opmerkingen mogen voorafgaan.

We zullen wel moeten onderscheiden tusschen hetgeen hier in Egypte gebeurde en de wijze waarop het geschiedde in Kanaan, als het volk in eigen land zou wonen. Aan den vooravond van den uittocht werd door den Heere bevolen, het lam te slachten, bloed te strijken aan de posten en het lam te eten, met ongezuurde brooden. Ter gedachtenis aan dezen dag moest jaarlijks het Paaschfeest worden gevierd ook in de toekomst. Thans kon het paaschlam niet op 10 Nisan worden afgezonderd, dit was gebod aan Mozes voor later tijd. Ook het bevel dat Israël op den eersten en den zevenden dag van het feest geenerlei arbeid mocht verrichten kon pas later worden opgevolgd en gold niet voor dit eerste Paaschfeest.

Het feest der ongezuurde brooden dat zeven dagen duurde, is eveneens voor later bestemd. Wat in vers 3 en 4 en 14 tot 20 wordt bevolen, slaat dan ook op de toekomst.

Toch heeft de Heere aanstonds aan Mozes ook het feest der ongezuurde brooden bevolen voor die toekomst, want de God' Israëls beschikt over heden en toekomst. Zijn plannen gaan altijd door. De altoos wijze raad des Heeren houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht.

Bij den uittocht wordt dus met grooten nadruk de offergedachte aangebracht (vs. 27). Het Pascha heeft vooral betrekking op het gespaard blijven door het bloed van het lam, van het oordeel des Heeren over Egypte (de tiende plaag); het feest der ongezuurde brooden ziet mede op de haast bij den uittocht, dus op den uittocht zelf uit Egypte.

Zoo begint het feest der ongezuurde brooden met het Pascha en volgt erop. En de Schrift zelf gaat ons voor om Egypte te zien als beeld van het diensthuis der zonde (1 Cor. 5:7).

Beide, Pascha en feest der ongezuurde brooden, zijn één herinneringsfeest.

Een volkomen lam moest worden afgezonderd den tienden dag der maand. Het moest worden betast, en gadegeslagen teneinde diep doordrongen te worden dat er gemeenschap met het lam moet zijn ten»einde waarlijk Paaschfeest te kunnen vieren.

Gij zult een volkomen lam hebben, een mannetje, één jaar oud en gij zult het in bewaring hebben van den tienden tot den veertienden dag dezer maand.

Zoo wees de aanschouwing van het lam op aanstaande verlossing. Ziet, lezers, wij worden zoo heengewezen naar Christus. In Hem alleen is heil, maar... in den weg van Zijn bloedstorting. Israël moest zich tot het rechte gebruik voorbereiden. Het lam wordt binnen onzen gezichtskring gebracht door deze afzondering. Een volkomen eenjarig lam, levenskrachtig en gezond, zonder eenig gebrek. Dit wees op Christus, als de man zonder bedrog in den mond, zonder onrecht op de lippen, zonder gebrek en feil.

Zulk een Zaligmaker hebben wij noodig, het Lam door God Zelf afgezonderd en geschonken. Gode zij dank voor Zijne onuitsprekelijke gave.

In den bloei van zijn leven moest Hij sterven en Zijn bloed geven, afgeëischt door de eeuwige gerechtigheid. Kom, bewonderen wij dit Goddelijke Lam, dat Sions zonde op Zich nam. Als de nood op ons aandringt, het verderf ons bedreigt, dan is een gezicht op dezen Zaligmaker zoo uitnemend moedgevend, ja door Hem kan het, dat ik zalig word met behoud van al Gods deugden en volmaaktheden. Er kwam voor dit lam bij Israël pas plaats toen ze schreeuwden bij de tichelovens, zwart van dienstbaarheid. Leven door den dood van een ander, wie begeert het, als hij het leven zelf niet verliest? Als hij niet staat voor eigen dood en ondergang!

Maar... het lam moest worden geslacht, wilde het redding brengen en het verderf buiten de deur houden. De aanschouwing van het lam moest Israël bepalen bij de diepe achtergronden der verlossing en bij Gods wondere barmhartigheid, die in de

gave van dit plaatsvervangende lam werd geschonken.

Het moest geslacht worden tusschen de twee avonden. Deze uitdrukking is niet * zoo doorzichtig. Er zijn verschillende verklaringen. Zoo bestaat de opvatting: ij het licht der volle maan. In den schemeravond, of wel tegen den avond. In Deuteronomium staat, dat het Pascha geslacht moet worden tegen zonsondergang. 16:6.

Dat zal wel de weg wijzen voor de verklaring van de uitdrukking: tusschen de twee avonden. De Joden geven de volgende verklaringen. Het is de tijd tusschen zonsondergang en het verdwijnen van het licht. 2e. De eerste avond begint, wanneer de zon naar h? t Westen begint te dalen, de tweede bij het vallen van den nacht. 3e. De eerste avond begint drie uur in den namiddag, de tweede met zonsondergang.

Deze laatste opvatting is die van de Farizeën, ook ten tijde van den Heere Jezus. Tusschen drie en zes uur werd toen het Paaschlam geslacht. Dit moest ook wel omdat de offerdienst was gecentraliseerd in den tempel en het groote aantal der te slachten lammeren, de noodige tijd vroeg.

Tusschen de twee avonden kan dus het best worden verstaan als in schemertijd. De avond behoort als het ware bij twee dagen, bij den verloopen dag en bij den komenden dag, die elkaar ontmoeten bij zonsondergang, dan immers begint de nieuwe dag.

Welnu, het lam is geslacht, het bloed is gevloeid, het dier sterft met een traan in het oog, wat den slachter, die dit voor het eerst meemaakt, ontroert.

Het bloed evenwel moet worden opgevangen in een bekken, want het zal worden gebruikt.

En zij zullen van dat bloed nemen en strijken het aan de beide zijposten en aan den bovendorpel aan de huizen in welke zij het eten zullen, zegt onze text.

De gansche gemeente der vergadering Israëls zal het slachten tusschen de twee avonden.

Zeker meer dan hofiderd duizend lammeren werden geslacht dien gedenkwaardigen, bangen avond. Dit gelijktijdig slachten moest aanduiden dat feitelijk allen door hetzelfde lam werden gered, want achter deze lammeren stond het Lam, Christus, die tusschen beide kwam om het verderf te stuiten en op te heffen, en zoo een wondere verlossing bracht voor geheel Israël, als bondsvolk. Het gaat toch niet aan hier een scheiding aan te brengen en te zeggen dat de redding van den dood alleen voor de ware geloovigen in Israël te danken was aan het lam. Dit kan ons ook iets leeren over de vraag naar de beteekenis van Christus' zelfofferande in het verbond der genade, voor het heden.

Ook kan men hier niet scheiden redding door de voorzienigheid en door het offer, zooals dat heden wel wordt geleerd, maar wat toch feitelijk een miskenning is van de beteekenis van den dierbaren Zaligmaker.

Het lam moest worden geslacht. Niet het bloed in de aderen van het lam bracht de redding, maar het uitgestorte bloed, en het aangebrachte bloed.

Hij is te zijner tijd gestorven, gestorven voor menschen, die den dood hadden verdiend. De Zoon des menschen moet overgeleverd worden in de handen der zondaren. Hiertoe ben Ik in deze ure gekomen, zegt Jezus. Dat zal u geenszins geschieden, zeiden de discipelen en het was voor Hem een verzoeking, maar neen, alzoo Hij de Zijnen heeft lief gehad, zoo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.

Het afleggen van Zijn leven was noodzakelijk, naar den eisch van Gods recht. Hij moest en wilde Borg zijn. Hij moest sterven den vervloekten dood des kruises. Hij werd bespot en bespuwd, gegeeseld en, met Zijn kruis beladen, geleid naar den kruisheuvel Golgotha, nadat het doodvonnis over Hem was uitgesproken door zijn eigen volk, en de heidenen zich lotgemeen hadden gemaakt met de Joden in het vonnis des doods.

Ploegers, zoo klaagde Hij in de profetie, hebben Mijn rug doorploegd, zij hebben hunne voren lang getogen. Ik verberg Mijn aangezicht niet voor smaadheid en voor speeksel.

En vergeten wij toch niet het gewette zwaard van Gods gerechtigheid dat ontwaakt tegen dezen Herder, de Man, die Gods metgezel is. Stond de punt van dit Zwaard reeds op uw borst, en hebt gij beleden, o God, ik heb rechtvaardig den dood verdiend? -

Ja, dan krijgt het Offerlam beteekenis voor ons persoonlijk, dan beginnen wij te hongeren naar Zijn gerechtigheid en leeren Zijn naam noemen: De Heere onze gerechtigheid. Maar wij moeten voort, want er is haast bij dat we met het bloed gaan werken. Immers de dood dreigt, het zwaard der gerechtigheid hangt boven onze huizen en aan den dorpel woont het verderf.

Bij de Egyptenaren zal het verderf in dezen nacht binnenkomen, want... er is geen afweermiddel, en daarom er moet, naar Gods bevel, bloed aan de posten.

Luister toch: de ziel, die zondigt, die zal sterven. Ook de woningen der Israëlieten zijn zwaar bedreigd, maar nog niet reddeloos verloren, want er is bloed... het enige middel des behouds.

Hallelujah, lof zij het Lam! Die onze zonden op Zich nam! Wiens bloed ons heeft geheiligd! Die dood geweest is en Hij leeft! Die 't volk, dat Hij ontzondigd heeft, In eeuwigheid beveiligt.

Het • bloed moet nu worden gebruikt overeenkomstig het Goddelijk voorschrift. En zij zullen van het bloed nemen en strijken het aan de beide zijposten en aan den bovendorpel, van de huizen in welke zij het eten zullen.

De gekochten door het bloed moeten openbaar worden door het gebruik van het bloed. Want het geloof in dit bloed der verzoening is gebruikmaking van het bloed tot zaligheid. Op bijzondere wijze werd dit nu in de redding van Israël uitgebeeld en tevens was die redding vrucht van het bloed des Lams, want zonder het in-zijn van den Middelaar in deze ritus zou*het geen beteekenis hebben gehad ten leven. e v h b H v w

De ware Israëliet werd aldus onderwezen in de beteekenis van het plaatsvervangend offer van den komenden en beloofden Messias.

Zoo was dan deze schaduwachtige bedeeling tevens prediking van den Christus. Evenals de koperen slang in de woestijn opgericht, heenwees naar Christus, wijst het Paaschlam naar Hem, die ons ware Pascha is. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht. Wij hebben niet alleen een altaar in Christus, maar ook den grooten Priester, benevens het offer.

Wie zou met dit bloed werkzaam zijn, dan hij, die het dreigend verderf waarneemt en gelooft dat Gods bedreiging geen loos alarm is, maar aankondiging van het wis verderf en den zekeren ondergang! Alleen als wij den vloek Gods bekennen, zal er gevraagd worden naar de redding en verzoening, om met God te worden bevredigd.

Zoo krijgt Jezus waarde voor ons als Zaligmaker. Dan komt er ook geloof in de kracht van dit bloed. Ons eigen bloed kan geen redding brengen, maar wel dit bloed.

Zie de huisvaders eens druk bezig, zij hebben haast bij het werk, want het verderf dringt aan tot handelen. Ja, wij zien hier het beeld van de verdrukten, door onweder voortgedrevenen... geen rust, geen vrede, totdat... het bloed aan de posten is, dat wil zeggen: totdat wij persoonlijk deel hebben aan het offer van Calvarië.

De vrede wordt gesmaakt achter het bloed, ook al mag een gezicht op het bloed de verdoemende kracht der wet breken. Wij moeten komen tot de bloed-gerechtigheid van Jezus, onzen Heere. Dorst naar verzoening, vertrouwen op dat bloed, vrede door het aangebrachte bloed .

Daar is de huisvader met het bekken, gevuld met bloed, bij de deur van zijn huis. Wat gaat de man nu doen? Het schijnt wel een zeer gewichtvolle gebeurtenis, met diepen ernst staat hij daar, en blikt rondom... het verderf genaakt. Niet langer dralen, maar het bloed aanbrengen aan de woning, naar Goddelijk voorschrift.

Hij neemt een bundeltje hysop, een soort heidestruik, doopt dit in het bloed en strijkt het aan de beide zijposten en bovendorpel van de deur des huizes.

Zoo werd de geheele ingang van het huis met bloed geverfd en wees aldus aan, dat daar als een ingang der doemschuld en des doods was. Met roode letters werd als het ware voor het huis geschreven: hier is de p«ort des doods, wie hier binnen treden zijn kinderen des doods, kinderen der bloedschuld, wier eigen bloed verdiende vergoten te worden. Maar nu wordt de bewoner juist door dit bloed verschoond, omdat hij wordt beschouwd als te zijn gestorven in het lam.

Daarom is achter dit bloed bevrijding en door dit bloed vrede. Het verderf moet voorbijgaan, want het heeft zijn eisch gehad.

Opmerkelijk, dat het bloed niet op den benedendorpel mocht uitgestort worden. Het wilde zeggen: et mag niet worden vertreden of onrein geacht (Hebr. 10 : 29).

Het gebruik van zoo'n bundeltje hysop was door den Heere voorgeschreven. Lees

vers 22 slechts: Neemt dan een bundelken hysop en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen, en strijkt aan den bovendorpel en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal. En dan komt nog de eisch: doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen.

Laten we hier de aanteekeningen geven van Calvijn op dit vers.

..Mozes spreekt alleen van de besprenging des bloeds, omdat hij zich over het* eten van het lam reeds had verklaard. Hij beveelt hysopstengels in het bloed, hetwelk in het bekken was opgevangen, te doopen en aan ieder alzoo den bovendorpel van zijn eigen huis en de beide zijposten te besprenkelen. Door dit teeken heeft God getuigd, dat Hij het volk aan het algemeen verderf ontrukte omdat het door het teeken des bloeds van de goddeloozen werd afgezonderd.

Want de Israëlieten moesten met nadruk worden vermaand, vooreerst dat zij door de verzoening van het offer van de plaag werden bevrijd en hunne huisgezinnen ongedeerd bewaard bleven. Vervol' gens, dat alzoo het offer hun alleen voordeelig was, indien het teeken ervan bij hen duidelijk naar buiten trad. Elders zien wij, dat het Paaschlam type is geweest van Christus, die door Zijn dood ons den vrede heeft verzekerd, opdat wij niet met de overige wereld zouden omkomen.

Maar reeds van vroeger tijden af heeft Hij gewild, dat onder de wet aan de Ouden zou betuigd worden, dat Hij hen niet anders genadig kon zijn. En nu is het volstrekt niet twijfelachtig, of door een zichtbaar teeken, heeft Hij hunne zinnen willen vestigen op het ware en hemelsche voorbeeld, hetwelk van de ceremoniën der wet af te scheiden ongerijmd en onwettig zou zijn. Want wat is kinderachtiger dan het bloed Van vee te stellen tegen de macht Gods, of om daarin oorzaak van redding te zoeken? Doch God toont, dat Hij niet anders dan uit kracht van het offer Israël spaart. Waaruit blijkt, dat Hij door deze heilige handeling hun den dood van Christus heeft voorgesteld, welke alleen het onderscheid daar stelde tusschen hen en de Egyptenaren.

Maar tegelijk leert Hij, dat geen vrucht van het vergoten bloed is te hopen, zonder besprenging. Niet, omdat de werkelijke en zichtbare besprenging eenig nut aanbrengt maar omdat door deze ceremonie, welke door het huisgezin gepleegd werd, hen nuttig was, dat de onervarene, als het ware, op de zaak zelve werd gewezen, opdat zij wisten, dat geestelijk verstaan moest worden, wat zij voor hunne oogen .zagen gebeuren.

Dat door het bloed van Christus onze zielen door den Geest worden besprengd, is uit den Brief van Petrus wel bekend. Van deze zaak nu is het beeld in de hysopstengel voorgesteld, welk kruid een uitnemende kracht bezit, om te zuiveren, en daarom ook bij andere offeranden wordt gebruikt."

Zoo werd het gansche huis beveiligd. Zie dan in den geest het lam binnen dragen, waarvan het bloed aan de posten was gesprengd.

Aan het Lam, dat overmocht heeft, dat verlossingen gewrocht heeft, dat ons met Zijn bloed gekocht heeft, zij aanbidding en eere en heerlijkheid in eeuwigheid.

Het bevel dat men in dien nacht binnenshuis moest blijven, achter het bloed, was vanzelfsprekend. Immers daarmee was het behoud verbonden.

Lpter hield men zich niet meer aan deze beplling, omdat ze blijkbaar in het bijzonder gold voor den eersten Paaschnacht. De Heere Jezus ging na den Paaschmaaltijd naar den hof van Gethsémané.

De bloedsprenging was voorbereiding was voorbereiding voor het eten van het Paaschlam, in de huizen waarin zij het eten zullen.

Zoo eindigt het zevende vers, dat wij overdachten. En zoo worden wij heengeleid in de woning, achter het bloed, om den Paaschmaaltijd gade te slaan en mede te genieten.

Doch laten we eerst nog vernemen, uit Gods Woord, hoe vaak en in hoevelerlei zin wordt gesproken over het bloed van Christus.

Heeft de Heere Jezus Zelf niet gezegd. Mijn bloed is waarlijk drank? En dat is het! Dat bloed te drinken geeft het eeuwige leven, vrijwaart ons van den dood. Drinken met den geestelijken mond des geloofs; komen in de nauwste gemeenschap met den Heere Christus, als geslacht Lam, als zondendrager en verlosser.

Dit bloed brengt verlossing. Verlost door het bloed van de Zone Gods. We waren onder het oordeel besloten, doch worden vrij door het bloed, het zoenbloed van Gods Zoon. Verlost, welk een woord, voor een gebondene; bevrijd...

Door dit blóed worden wij vrij, want het is bloed des verbonds. U aangaande, o Sion! door het bloed uws verbonds heb Ik uwe gebondenen uit den kuil, waarin geen water was, uitgelaten.

Door dit bloed, de zoen-en kruisverdiensten van den Heere (Jhristus, zijn de geloovigen gekocht. Niet door zilver of door goud zijn wij gekocht, maar door het dierbaar bloed van Christus als een onbevlekkelijk en onbestraffelijk lam.

We waren in slavernij des duivels, onder de macht der zonde, maar Hij betaalde den Vader het rantsoen, en kocht de Zijnen vrij.

Gode gekocht door Zijn bloed. Hij kocht ze niet voor» Zichzelf, al werden ze ook de Zijnen, maar Hij kocht ze Gode, want Hij zal ze den Vader voorstellen en eenmaal het Koninkrijk den Vader overgeven.

Gij hebt ons Gode gekocht, zoo zingt de verloste schare, uit alle tale en volk en natie, hierboven voor den troon.

Door dat bloed worden wij gereinigd. Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden.

De hemellingen hebben hunne kleederen wit gewasschen in het bloed des Lams.

En wij worden gerechtvaardigd door het bloed des kruises.

Wanneer wij bidden, dan hebben wij vrijheid om in te gaan door het bloed van Christus, zegt de apostel. Alleen in gemeenschap met Hem is er een vrije toegang tot den troon der genade.

Door dit bloed wordt de overwjinning behaald op wereld en zonde en satan. Zij hebben overwonnen door het bloed des Lams.

Ja, de gansche erfenis is een Testament in Christus' bloed.

En wanneer een mensch verloren gaat onder het Evangelie, zegt de Schrift, dat hij het bloed van den Zone Gods heeft onrein geacht, dat hij het heeft versmaad, en vertreden.

Het is dus wel duidelijk, hoe noodzakelijk dit bloed is, deze zoendood van Christus.

En hetgeen daar in den Paaschnacht geschiedde in Egypte, aan de woningen van de Israëlieten, moge ieder nopen ernst te maken met de vraag: is mijne ziel door bloed gedekt, kan ik feestvieren achter het bloed?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Veilig achter en door het bloed

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 januari 1949

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's