Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PINKSTERGEMEENTE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PINKSTERGEMEENTE

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

2)

Mattheüs 5:3: alig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

2. Wat zegt de Heere Jezus nu van zulke armen van geest? Dat is van veel meer belang dan wat zij van zichzelf zeggen. Zij weten vaak niet wat zij van zichzelf moeten denken. Dat is nog van veel meer belang ook, dan wat de mensen van ze zeggen. Sommigen verheffen de armen van geest, het volk des Heeren, veel te hoog, verafgoden ze, en dat is gevaarlijk. Anderen halen de schouders over ze op en bespotten ze. Dat is pijnlijk.

Maar mensen zijn gelukkig onze rechters niet. Neen, van het allergrootste belang is: wat zegt de Heere Christus van de armen van geest? Luister, mocht het zijn met een biddend hart, in diepe verwondering, met geloof in uw ziel! Hij zegt: „Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen." Zalig? En ze belijden de rampzaligheid verdiend te hebben. En ze zijn zo arm, ze zitten zo diep in de schuld. Zalig?

En, ze hebben zoveel rampen en tegenspoeden. Ja en toch zalig, want Hij, de getrouwe en waarachtige Getuige, zegt het. En als Hij het zegt, is het waar. O, dat ge dan horen moogt met een geopend hart: Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijn de armen van geest. In het oorspronkelijke staat het korter. Het woordje „zijn" wordt daar niet gevonden. Het is kort en krachtig: „zalig de armen van geest." Dat is de verzekering van de Zone Gods, de armen van geest zalig. Niet eerst later, geen wissel op de eeuwigheid alleen, neen, zalig nü reeds. Zalig, omdat Hij het zegt. Zalig, omdat Hij het ze maakt.

Zalig zijn de armen van geest. Dat is ook hun ervaring. Zij zingen ervan: Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klanken hoort. Reeds hier op aarde is de hemel wel eens in het hart. En ook, als dat niet zo is, toch zijn zij zalig, omdat zij voor rekening liggen van de getrouwe Zaligmaker, Jezus.

Hoe heerlijk is het: de parel van grote waarde te zien, al is het nog maar van verre. Wat ligt er een genot in het zoeken, in het kloppen aan de genadepoort, in het bidden. Welk een zaligheid ligt er in het getrokken worden door de Vader, in het komen tot de Zoon, in de vertroosting des Heiligen Geestes!

Zalig zijn de armen van geest, als zij andere armen mogen ontmoeten en met ze mogen spreken van hart tot hart. Zalig zijn ze, als ze in het geloof mogen rusten in het borgtochtelijk lijden en sterven van Christus. Wat geeft dat een vrede, een vreugde!

Zalig zijn ze, als ze, hoe ontrouw ook, mogen ervaren, dat hun God zo getrouw is, dat Hij niet laat varen de werken Zijner handen.

Maar laten we acht geven op de samenvatting van al dit heil, zoals die gegeven wordt door de Heere Jezus: „Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen."

Hunner is het Koninkrijk der hemelen. Hunner, het staat met nadruk voorop. Hunner alleen. Het is niet voldoende het teken des Doops ontvangen te hebben, uitwendig tot de kring des verbonds, tot de kerk te behoren. Van dezulken geldt, o, vergeet het toch niet: de kinderen des koninkrijks zullen buitengeworpen worden.

Hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Het is voor en van de armen van geest. Niet voor trotse Farizeërs, die bij zichzelven betrouwen, dat zij rechtvaardig zijn en de anderen niets achten, die zo rijk zijn in zichzelf en zo vroom. Het is niet voor de Schriftgeleerden, die zich zo verheffen op hun kennis met hun: „de schare, die de wet niet weet, is vervloekt." Het is niet voor hen, die wel ijveren voor de dingen van het Koninkrijk Gods, maar met een Jehu's ijver.

O, alle gij eigengerechtigen, gij vromen, gij uitwendige ijveraars en rechtzinnigen, het Koninkrijk Gods is niet van u! Het is alleen van de armen van geest. Hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Hunner alleen, maar hunner ook zeker.

De grote Profeet, Jezus Christus Zelf, verzekert het. Hij spreekt als machthebbende, want Hij is de Koning van dat Koninkrijk, door de Vader gezalfd. Al die armen van geest zijn en worden Hem door de Vader gegeven en worden door Hem aangenomen als Zijn onderdanen. „Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen, en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen."

Hunner is het Koninkrijk der hemelen. Hij spreekt als machthebbende, want Hij heeft zelf dat Koninkrijk voor de Zijnen verworven. Daartoe is Hij arm geworden, om armen rijk te maken. Hij is er voor geboren in een stal, neergelegd in een kribbe, is er voor gekroond met een doornenkroon, is er voor gestorven aan het kruis, nedergedaald ter helle. O, wat is Hij arm geworden om dat Koninkrijk te verwerven voor armen, om de armen het Evangelie te prediken, om ze zalig te kunnen spreken. Zalijj zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Hunner is het Koninkrijk der hemelen. Een wolk van getuigen ligt er om de armen van geest, die in zielevreugd dit mogen getuigen, tot roem van Gods vrije genade: Zalig zijn de armen van geest, wanthunner is het Koninkrijk der hemelen. O, dat het voor u, worstelende ziel, arme, verslagene van gee ; t, door en in het geloof ook maar zeker worde voor uw eigen persoon. Wat is dat grcot te mogen geloven, dat ge eei; onderdaan moogt zijn van Koning Jezus. Dat is alleen vrije genade. Dat kunnen wij niet bewerken. Dat kunnen wij niet verdienen. Dat is het vrijmachtige, souvereinc welbehagen Gods. Luister maar: „Vreest niet, gij klein kuddeke, want het is Uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te^geven."

Omdat het alleen genade is, moet er om worden gebeden en gebedeld. Dat is dan ook een kenmerk van de armen van geest, zij kunnen het niet meer uithouden in de dienst van die vreemde, harde heren. Zij begeren te staan onder Sions Koning. Als bedelaars kloppen zij aan aan de poort van Sion en zij smeken:

„Doe mij open, doe mij open. Hier buiten is de dood. Daar bini; en alleen het leven. Red mijn ziel van de dood. Gun haar het leven!"

Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninklijk der hemelen. Het Koninkrijk der hemelen, dat is het Ko-

ninkrijk van Koning Jezus, dat is het rijk • der genade. Het is hemels van oorsprong, hemels van aard, hemels van bestemming. Het is het enige rijk, dat eeuwig bestaat. Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, Rusland, Japan, al deze rijken zullen verstoord worden. Maar van het rijk van de Messias lezen wij: „Het zal in alle eeuwigheid bestaan."

Het Koninkrijk der hemelen met al zijn schatten en goederen, dat is de samenvatting van het heil, dat in Christus Jezus is. De armen van geest krijgen en hebben, maar ook zij hebben en krijgen er deel aan. Zij krijgen hebben er deel aan, want zij worden overgebracht uit deze tegenwoordige wereld in het Koninkrijk van Gods welbehagen. Zij worden aangeraakt met de gouden scepter der genade. Zo worden zij gemaakt tot erfgenamen van dat Koninkrijk en van al zijn geestelijke schatten. Het Woord Gods is niet spijs en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door de Heilige Geest. Wat een kostelijk voorrecht om aan dit Koninkrijk deel te hebben en onder de scepter van Koning Jezus te leven, onder die Koning te strijden, door die Koning te worden bewaard en geregeerd!

Het Koninkrijk der hemelen is een wonderlijk Koninkrijk in elk opzicht. Het ontstaat uit het wonder. Het bestaat door het wonder. Het is een wonder in zijn eerste aanvang, in zijn overwinnende voortgang, in zijn triumferende voleinding. Het is een wonder ook in dit opzicht, dat al de burgers, al de onderdanen, ook koningen zijn. Het is een rijk van enkel armen-Het is een rijk van enkel koningen. Zij worden christenen genaamd, omdat zij de zalving van Christus mede deelachtig zijn, gezalfd tot profeet, priester en koning.

Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Ja, want niet alleen krijgen en hebben zij deel aan het Koninkrijk der hemelen, maar ook het omgekeerde is waar: zij hebben èn krijgen er deel aan. Als zij er deel aan hebben gekregen, dan krijgen zij er ook weer deel aan, omdat dat Koninkrijk al meer plaats verovert in hun hart.

Uw Koninkrijk kome, d.i. regeer ons alzo door Uw Woord en Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer U onderwerpen. Zij dat maar veel Uw bede, armen van geest. Zij hebben en krijgen er deel aan. In beginsel hier reeds. De volkomenheid is in de hemel. Daar zullen zij de kroon des levens ontvangen. Daar zal vervuld worden de belofte: „Die overwint. Ik zal hem geven met mij te zitten in Mijn troon, gelijk als Ik overwonnen heb, en ben gezeten met mijn Vader in Zijn troon. Welk een zaligheid, welk een blij vooruitzicht! Wij kunnen het niet uitspreken. „Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen."

Mijn lezer, zalig of rampzalig, op de brede of op de smalle weg, hemel of hel, het is een van beide. Een derde mogelijkheid is er niet. Wat is het bij u? O, als gij nog zo rijk zijt met het aardse, met geld en goed, met uzelf, uw deugd en goede werken, met uw vroomheid en ijver, dan geldt u de bedreiging van de Heiland: „Wee u, gij rijken." Zoek toch de Zaligmaker der armen te leren kennen. Hij is nog nabij. Hij is nog te vinden. Misschien woelt een dodelijke kwaal in uw lichaam, maar ge zijt toch nog in het heden.

Zo gij Zijn stem dan heden hoort, Gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord, Verhardt u niet, maar laat u leiden.

Het is een wonder Gods, als dit gebeuren mag. Maar er gebeuren nog wonderen. Schep moed uit mijn behoudenis!

Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen. Zalig gij, die moogt'behoren tot de ontledigden, tot de nooddruftigen, tot het arme en ellendige volk, dat op Zijn Naam vertrouwt. Gij hebt vergeving van al uw zonden. Gij zijt gewassen in Jezus' bloed. Gij deelt in de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat.

O, leef dan ook als kinderen des Koninkrijks! Geef toch geen aanleiding, dat de Naam van God om uwentwil gelasterd, en niet geëerd wordt en geprezen.

Zoek maar steeds meer uw rijkdom, uw zaligheid, buiten uzelf in Hem, Die is de Parel van grote waarde.

Heerlijk, een onderdaan te zijn van het Rijk der Nederlanden, om verlost en vrij van vreemde en duivelse dwingelandij, weer adem te mogen halen onder de scepter van onze geliefde Vorstin uit het huis van Oranje! Maar, veel rijker is het nog een onderdaan te mogen zijn van Koning Jezus. Laat dan de hel vrij woeden. Laten satan en zijn trawanten u met geweld en list bestrijden. Maar, in Christus zijn wij meer dan overwinnaars. Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn. Het is waar en zeker: „Zalig zijn de armen van geest, want hunner is het Koninkrijk der hemelen!"

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE PINKSTERGEMEENTE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 juni 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's