Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE JEHOVA-GETUIGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE JEHOVA-GETUIGEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

XIX

BESTAAT ER EEN BEVEL TOT DE KINDERDOOP?

Enkele dagen geleden kwam ondergetekende in gesprek met iemand en, zoals dat meer gaat, we bleken gemeenschappelijke bekenden te hebben, zodat in de loop van dat gesprek een uitdrukking viel: die Jan ('t was natuurlijk niet precies Jan) heeft ook van die eigenaardige ideën. Hij zegt altijd, dat de kinderdoop nergens in de bijbel voorgeschreven wordt. Dus volgens onze J^n geen bevel tot de doop der kleine kinderen. Wanneer men een lezing houdt over de vraag: „Wat zijn toch die Jehova-Getuigen? " en daar is gelegenheid bij om vragen te stellen, dan kan men haast vooruit rekenen op de vraag: waar staat het, dat men kleine kinderen moet dopen? Dus ook daar wordt het bevel tot de doop der kleine kinderen ontkend. En als we nu denken aan het spreekwoord: de derde man brengt de gezelligheid an, mogen we niet nalaten nog een derde te noemen, n.1. K. Barth, die beslist ontkent, dat de Kinderdoop ergens in de Schrift zijn fundament vindt.

Het is een eerbiedwaardige van de kerk, vindt Barth. instelling

Een vierde instantie hoef ik niet te noemen, want u zult zelf wel gelezen hebben, dat er in de synode mannen zijn opgestaan, die er voor pleiten om de leringen der Mennonieten aan te nemen en in onze kerk voorlopig dominees toe te laten, die wel en andere die niet van ganser harte de kleine kinderen der gelovigen dopen. Alsof de verwarring in onze kerk nog niet groot genoeg is! Straks krijgen we een nieuwe richting, n.1. een groep gemeenten, waar alleen volwassenen worden gedoopt. Om nu weer een klein beetje in evenwicht te komen mag ik niet nalaten het oordeel van Calvijn hier te noemen, die het er voor houdt, dat de doop der kleine kinderen in Gods Woord bevolen is. Daarin zijn de Gereformeerde vaderen hem alle nagevolgd. Zij hebben in de Schrift gelezen, dat het Gods wil is, dat kleine kinderen gedoopt worden, mits zij in het verbond begrepen zijn. Laten we nu eens proberen om de vraagstukken waarom het hier gaat elkander duidelijk voor te stellen.

Wat is de Doop? Het is een sacrament? Het is een teken en zegel, van God ingesteld, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele." Zo leert ons de Catechismus.

Laten we dit even voor ogen houden. De doop heeft betrekking op de belofte van het Evangelie. Die belofte beeldt de doop uit en verzegelt haar. Beeldt de doop dan niet uit en verzegelt hij niet, dat de gedoopte inwendige genade ontvangen heeft?

De Catechismus noemt dat niet. De Geloofsbelijdenis in artikel 33 ook niet. Verzegelt de Doop dan niet dat de gedoopte gelooft? Hoe zou de Doop dat kunnen? Wanneer er een volwassene zich aanmeldt voor de Doop, kan nooit een Kerkeraad of wie ook met zekerheid vaststellen, dat het geloof van die man of die vrouw echt is. De intimis non judicat ecclesia, d.i.: ver 't hart oordeelt de kerk niet. De Doop bevestigt bij de volwassene de beloften Gods en verzekert hem, dat hij al die beloofde dingen bezit of verkrijgen zal, mits hij het waarachtige geloof deelachtig is of deelachtig zal worden. In dit verband noem ik een bezwaar, dat dikwijls tegen het dopen van kleine kinderen wordt ingebracht. Kinderen hebben geen geloof, zegt men dan, en er moet eerst geloof zijn, wil er gedoopt mogen worden. Daar moet tenminste eerst een belijdenis van geloof zijn. Dat grondt men op Marcus 16 : 16: Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn zal zalig worden." Het zij mij veroorloofd op te merken, dat hier niet gesproken wordt over de vraag, wie er gedoopt mag worden. In deze tekst wordt alleen gesproken over het stuk, wie er zalig worden. Men heeft wel eens geprobeerd om de kinderdoop er op te gto'ai.'.n. dat kleine kinderen toch ook het geloof deelachtig kunnen zijn. Dit laatjto is een goed argument tegen hen, die er zo zeker van schijnen te zijn, dat kinderen nu eenmaal niet geloven. Wat weten zij daarvan? Kan niet een zaadkorrel van geloof op de bodem van hun hart liggen. Johannes de Doper was van zijns moeders lijf af vervuld met de Heilige Geest. Luc. 1:16-Wat de Heere bij Johannes, de zoon van Zacharias, deed, is een voorbeeld van wat Hij ook bij andere kinderen kan doen. Maar hoewel dit mogelijk is, zou ik toch niet willen zeggen, dat wij de jonge kinderen dopen, omdat zij het geloof kunnen hebben. Op een veronderstelling mag men niet dopen.

Het is echter ook verkeerd om te zeggen, dat de Doop geen nuttigheid heeft, als het geloof op het ogenblik van de Doop niet aanwezig is. Dopen is niet hetzelfde als inenten tegen de pokken. De kracht van de inenting wordt elke dag een beetje minder. Maar de kracht van Gods beloften, die in de Doop verzegeld zijn, verandert niet. Daarom schreef Calvijn: „Het is niet noodzakelijk, dat geloof en bekering altijd aan de Doop voorafgaan Het is genoeg als de kleine kinderen, de vruchten van de Doop later voortbrengen." De Doop der kleine kinderen is meer een teken van toekomstige dan van tegenwoordige genade. Wat is dan de grond van de Doop der kleine kinderen?

Eenvoudig dit, dat de Doop in plaats van de besnijdenis gekomen is. Daar zal wel niemand onder mijn lezers zijn, die niet weet, dat ook de kleine kinderen besneden moesten worden. Dus als het vaststaat, dat de Doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, dan hebben we in Gen. 17 de plaats, waar geschreven staat het bevel om kinderen te dopen. En waar staat nu in de H. Schrift die overgang van Doop naar Besnijdenis? In Colossenzen 2 : 11, 12. Wat staat daar dan?

In Colosse waren dwaalleraars binnengedrongen, die de Colossenzen wijs trachtten te maken, dat zij nog lang niet genoeg hadden om volwaardige christenen te zijn. De Apostel Paulus bestrijdt dit met de woorden in vers 10: „En gij zijt in Hem volmaakt, die het hoofd is van alle Overheid en Macht." Al waren zij van afkomst joden geweest, hadden ze toch niet meer genade deelachtig kunnen zijn, want zij zijn eigenlijk geen onbesnedenen, doch besnedenen. Het verbond met Abraham is ook aan hen verzegeld.

Het is niet geschied dooi\ de besnijdenis. Zij geschiedde niet met handen en raakte niet het vlees. Maar het hele lichaam der zonde.

Waarin bestond deze besnijdenis dan? Daarop geeft vers 12 het antwoord: zijnde met Hem begraven in de Doop." De nieuwe vertaling zet het aldus over: daar gij met Hem begraven zijt in de Doop." De besnijdenis der christenen is dus de Doop. Hoewel prof. Barth de kinderdoop bestrijdt erkent hij toch gaarne, dat de Doop in de plaats van de Besnijdenis gekomen is, op grond van Col. 2:12.

Nu komt een andere vraag aan de orde. Onder Israël gaf de natuurlijke geboorte recht op de besnijdenis. Daar behoefde niets anders te zijn, dan dat het kind geboren was uit Joodse ouders.

Is dit nu in de bedeling van het Nieuwe Verbond nog zo? De tegenpartij bestrijdt dit, maar m.i. op onvoldoende gronden. Daar is in de Schrift niet de minste reden te vinden om aan te nemen, dat het verbond in de dagen voor Christus geboorte rijker was, dan na Christus. Voor Christus gold de belofte: U en uw zaad. Petrus zegt nog: „U komt de belofte toe en uw kinderen na u." Maar de bestrijders van de Kinderdoop willen dat weglaten. De belofte strekt zich niet uit tot de kinderen. Dat is een willekeurige verminking van het verbond met Abraham. Dat verbond is met de komst van Christus niet opgeheven, maar bevestigd en vervuld. De Christenen zijn het nieuwe Israël. Zij zijn in de oude olijfboom ingeënt volgens Romeinen 11. De oude stam is blijven staan. Israël uit de dagen van Jezus is weggekapt, de Christelijke Kerk js ingevoegd. Op vele punten moesten de ceremoniën der belofte plaats maken voor die der vervulling, doch de rijkdom der genade bleef zich uitstrekken over de gelovigen en hun zaad tot in duizend geslachten. Zoals nu echter aan de besnedenen bekering gepredikt moest worden, zo ook aan de gedoopten.

Maar staat er nu niet nadrukkelijk in het Nieuwe Testament, dat alleen volwassenen gedoopt mogen worden?

Het is mij niet bekend. Het doopbevel in Matth. 28 : 19 luidt als volgt. „Gaat dan

heen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in de naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes, lerende hen onderhouden alles wat ik u geboden heb." Hier wordt bevolen om de volken te dopen. Staat dat er of staat dat er niet? Hier wordt geen onderscheid gemaakt tussen volwassenen en zuigelingen, zoals ook in het huis van Abraham, toen het nog lang geen volk was in onze zin, geen onderscheid gemaakt mocht worden. Men kan uit deze tekst afleiden, dat de huisgezinnen net zo moesten gedoopt worden, als het huisgezin van Abraham moest besneden worden. En nu waag ik deze stelling: „Als het Gods bedoeling was geweest om kinderen niet onder het doopbevel te betrekken, zo had een uitspraak dat het uitdrukkelijk verboden was om kinderen te dopen, niet mogen ontbreken. Men moet niet vergeten, dat in vroeger eeuwen de gezinnen nu eenmaal een volstrekte eenheid vormden, meer dan in onze dagen. Wij zijn net als kleine kinderen, die aan alle schroefjes draaien en lospeuteren wat ze maar los kunnen krijgen. In onze eeuw doet men weinig anders dan losmaken: los van de kerk, los van God, los de band tussen man en vrouw, los de verhouding van ouders en kinderen. Doch in vroegere tijden zag men veel meer de eenheid b.v. van het gezin.

Laat ik een voorbeeld geven uit de dagen der Apostelen, waardoor we gemakkelijk begrijpen, dat er reden is om de kinderdoop reeds in de dagen der Apostelen te denken en om een verbod van kinderdoop te verwachten, als de Doop der kleine kinderen niet in Gods voornemen had gelegen. Wat geschiedde er als een heidense vader en moeder tot het jodendom wilden overkomen? Dan werden de mannelijke familieleden besneden, dat is bekend. Doch dan werden ook alle familieleden tot aan de zuigelingen toe aan een doop onderworpen. De vader, die overkwam. werd met zijn ganse huis gedoopt.

Als het de bedoeling was van onze Heiland om voor de Kerk andere gewoonten in te voeren, was het dan niet nodig geweest — met eerbied geschreven — dit nadrukkelijk te vermelden? Voor wie lezen kan is het volkomen helder. De kerk is in de plaats van Israël getreden, zij is nu het volk van God. Evenals in het O.-Testament zijn onder dat volk Gods ook de kinderen der gelovigen begrepen. Dat was voor de Apostelen zo vanzelfsprekend, dat er van het dopen van kinderen nergens opzettelijk melding wordt gemaakt, ook niet in de eerste Christelijke geschriften na het N. Testament. Wordt er dan niets van gezegd, waardoor het dopen van kinderen ook grond vindt in het N. Testament! Jawel, en ook is de Kinderdoop volgens Origenes van de dagen der Apostelen af uitgeoefend. Dat lijkt me echter een onderwerp voor een tweede artikeltje. Ik heb eens gelezen van de eerste Christenkeizer Constantijn de Grote, dat hij zijn gehele leven als Keizer op weg naar de Doop geweest is. Hij vond zich zelf nooit goed genoeg voor de Doop. Wij zijn gedoopten niet omdat wij goed genoeg waren, doch omdat Gods genade een vóórkomende genade is. Zij gaat aan alles van ons vooraf. Doch dat wij ons hele leven maar op weg mogen zijn om te beleven, wat ons in de Doop is betekend en verzegeld.

Kostelijk stuk, als u aan alles twijfelt om dan te zeggen: Ja, Heere, maar ik ben toch gedoopt, uw beloften staan toch vast, ontferm u mijner. Doe de Christus van mijn Doop leven in mijn hart.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 augustus 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE JEHOVA-GETUIGEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 augustus 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's