Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIE VERVOLGD WORDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIE VERVOLGD WORDEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(I)

Mattheüs 5:10—12. Zalig zijn, die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijt gij. als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil.

Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

„Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken" (Luc. 6 : 26). — Dat strenge, ons veroordelende woord, is een woord van de Heere Jezus. En dus bevat het enkel waarheid. En dus is er alle reden om er ernst mee te maken, er mee in te keren tot onszelf.

Eén van de dingen, die wij zo gaarne zoeken, en waarin wij ons verblijden, is: de gunst van mensen! Dat al de mensen wel van ons spreken, dat lijkt ons begeerlijk en heerlijk. Veel wordt er voor gedaan. Veel wordt er om gelaten.

De gunste Gods, daar bekommert een mens zich, uit en van zichzelf, niet om. Maar de gunst van mensen, daar wèrft hij om. Daar wordt vaak om gebédeld. Daar wordt naar uitgezien. Daar verhèugt ons ijdele hart zich in.

En wij vergeten, dat de mensen vandaag misschien roepen: „Hosanna!", maar morgen zal het zijn: „Weg met hem!"

En wij vergeten, dat de Heiland niet zalig spreekt degenen van wie al de mensen wel spreken, maar dat Hij hen toeroept: „Wee u! Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken."

Dat kan nooit goed zijn. Dat bewijst, dat gij de mensen te veel ontziet, dat gij hen naar de mond praat.

„Wee u, wanneer al de mensen wel van u spreken! want hunne vaders deden desgelijks de valse profeten."

Van een, die de waarheid spreekt en brengt, vooral de waarheid in de diepe zin des woords, hebben nog nooit alle mensen wel gesproken. Zij worden gehr.at, gesmaad, vervolgd door de ménsen, maar zij worden door de Christus zalig gesproken. Dat horen wij in onze tekst: attheüs 5 : 10—12.

10. Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

11. Zalig zijt gij, als ü de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.

12. Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen, want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn.

Met de verzen 10, 11 en 12 van het 5de hoofdstuk van het Evangelie van Mattheüs zijn wij gekomen tot het laatste gedeelte van de zaligsprekingen.

Het is nu al vele malen, dat wij het Evangelie van Gods genade hebben mogen brengen, zoals het is vervat in de kostelijke Zaligsprekingen van Hem, op Wiens lippen genade is uitgestort. Het is een wonder van genade, dat op een aarde, die ligt onder Gods vloek van wege de zonde, dat onder een geslacht, dat de eeuwige rampzaligheid verdiend heeft, het zo vaak herhaalde „zalig van de Zaligmaker mocht en mag worden vernomen.

Hier worden ons genoemd door de Heiland Zelf de kenmerken van degenen, die de Heere in oprechtheid mogen vrezen en dienen. Hier worden gegeven de beloften, die hun deel, en in Christus Jezus ja en amen zijn. Het is goed, dat uw kinderen deze zaligsprekingen kennen, het mocht eens zijn, dat zij door middel er van tot jaloersheid verwekt werden. Niet alleen stervenden, niet alleen ouderen worden hier zalig gesproken. Neen, er zijn ook jongeren, die nog maar aan het begin van het leven staan, die hierbij zijn ingesloten. De grote Kindervriend, de Heere Jezus, heeft altijd veel zorg gehad voor de jongeren, voor de kinderen. Denk maar aan dat ontroerende: Laat de kinderkens tot Mij komen, en verhindert ze niet: ant derzulken is het Koninkrijk Gods" (Mare. 10 : 14). Laat dus uw kinderen de zaligsprekingen nog maar eens leren en opzeggen. Het is een aanklacht tegen vaders en moeders, tegen onze scholen met de Bijbel, dat zo weinig kinderen de zaligsprekingen goed kennen. Neem er de proef maar eens van en gij zult het gewaar worden,

En voor een ieder van ons was er telkens weer bij elke zaligspreking reden om te vragen: Wordt mijn naam hier genoemd? Mijn lezer, hebt gij dat biddend gedaan? Zijt gij mee ingesloten in dit: „zalig" met onbedriegelijke lippen gesproken? Is het wel met u?

En nu volgt de stof voor onze overdenking:

Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijt gij, als u de mensen smaden • en vervolgen, en liegende allerlei kwaad tegen u spreken, om Mijnentwille.

Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen, want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn. Dit geeft ons te denken en te schrijven over:1. De toestand van de ware vervolgden. 2. De zaligheid van de ware vervolgden.

Zalig zijn, die vervolgd worden om der gerechtigheid wil. Zalig zijt gij, als u de meusen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwille.

Wie zijn de vervolgden, die hier zalig gesproken worden? Er zijn zo velerlei vervolgden op de aarde, sinds de mens van God is afgevallen, en op hem van toepassing is het: in boosheid en nijdigheid levende. De oorlog tussen de vólken is maar een klein gedeelte van de strijd op aarde. Laten de pacifisten, de mensen van het gebroken geweertje, dat bedenken. Er is allerwege strijd, er zijn overal vervolgden. Er zijn vervolgden om hun politieke inzichten. Denk aan Rusland, waar al zeer velen deswege zelfs ter dood zijn gebracht. Er zijn vervolgden om hun maatschappelijke beginselen. Denk aan de werkwilligen uit beginsel bij stakingen. Hoe worden zij en hun huisgezin dikwijls vervolgd en gemolesteerd! Er zijn vervolgden om hun godsdienstige leringen. Zie op Spanje, waar het kleine getal Protestanten het zo moeilijk heeft. Er zijn vervolgden om hun gebreken en zonden, om hun moeilijk karakter, om hun verwaandheid, om hun twistgierigheid. Zij hebben het aan zichzelf te wijten, dat zij uitgeworpen, gesmaad worden. Zij ontvangen hun verdiende loon.

Neen! op geen van degenen, die wij noemden, is nog van toepassing de zaligspreking: „Zalig zijn die vervolgd worden".

Nog eens vragen wij dus: Wie zijn de vervolgden, die door de Zaligmaker worden zalig gesproken? — Zijn het dan misschien alle kinderen Gods, die hier op aarde gesmaad en vervolgd worden? —

Zo wil menigeen deze zaligspreking in zijn voordeel uitleggen. Hoe vaak gebeurt het, dat iemand, die de Heere vreest, alle vijandschap, die hij ondervindt, toeschrijft aan haat tegen de Heere en Zijn volk. — Mijn lezer, er moet hier onderscheiden worden. De Mond der waarheid zegt met nadruk: „Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil. Zalig zijt gij, als u de mensen smaden en vervolgen en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwil."

De vervolgden om der gerechtigheid wil worden zalig gesproken. En wordt gij misschien, al moogt gij de Heere vrezen, niet dikwijls vervolgd om uw ongerechtigheid? om uw hoogmoed? om uw gierigheid? om uw twistgierigheid? om uw oneerlijkheid in zaken? om uw onwaarachtigheid?

Christus spreekt van: De vervolgden om Mijnentwil. Is het dat altijd bij u? Is het een vervolgd worden, omdat gij Hèm liefhebt? — of misschien, omdat gij uzèlf zo liefhebt? Zijt gij wellicht een vervolgde niet om Zijnentwille, maar om uwentwille? Om uwentwille? omdat gij het er wel naar gemaakt hebt?

O, mijn lezer, meen toch niet zo spoedig, dat gij vervolgd wordt om der gerechtigheid wil, om Christus' wil. Het is ook bij Gods volk zo menigmaal anders. Onderzoek dus u zelf, wel onderscheidende.

Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil. Dat zijn degenen, die op hun eigen gerechtigheid de dood hebben leren schrijven, die hebben leren hongeren en dorsten naar de gerechtigheid des geloofs, die in Christus Jezus is, die daarvoor uitkomen, in wier leven het is gekomen tot de waarachtige bekering, en die nu strijden tegen de zonde, die de Wet des Heeren liefhebben, die smeken: „Treed niet in het gerichte met Uw knecht. Gena, o God! gena, hoor mijn gebed. Och, dat mijne wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren. Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast."

Dezulken hebben de Heere Jezus voor alles nodig, voor hun rechtvaardigmaking en voor hun heiligmaking. En Hem, Die hun een en hun al, hun Parel van grote waarde in beginsel is geworden. Hem, die haar eerst heeft liefgehad, hebben zij door de kracht des Heiligen Geestes ook liefgekregen met een hartelijke wederliefde.

En zie, dezulken kan de wereld niet verdragen. Zij wil niet weten van zonde en genade. Zij voelt zich aangeklaagd en veroordeeld door het tere leven van Gods kind. Zij roept nog altijd met betrekking tot de Zaligmaker: „Kruis Hem, kruis Hem. Wij willen niet, dat deze Koning over ons zij." Zij haat Hem. en allen, die met Hem zijn verbonden. „Indien zij Mij gehaat hebben, zij zullen ook u haten, ook u vervolgen."

En luister dan ook nog eens naar de barmhartige Hogepriester, als Hij zo innig bidt in Zijn Hogepriesterlijk gebed in Johannes 17: „Ik heb hun Uw Woord gegeven; en de wereld heeft ze gehaat, omdat zij van de wereld niet zijn, gelijk als Ik van de werefd niet ben. Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van de boze."

Zie, zo worden ons in de Schrift getekend dc vervolgden, die zalig gesproken worden. Moogt gij daartoe behoren? — O, het zou mij niet verwonderen, als die vraag juist degenen, die er wel toe behoren door genade, vrees aanjaagt. Dan is het de overlegging van binnen: O, wat word ik vaak gesmaad, omdat ik er zelf aanleiding toe heb gegeven. En, is het wel steeds, dat er liégende, allerlei kwaad van mij wordt gesproken? Ziet de wereld mijn fouten, mijn boezemzonden niet dikwijls veel scherper dan ik zelf? - — En, als het eens kwam tot vervolging, zou ik dan om der gerechtigheid wil, om Christus' wil, getrouw blijven? Zou de Heere dan ook van mij zeggen: „Zalig zijn die vervolgd worden?

Mijn lezer, er staan in de Schrift zulke kostelijke voorbeelden opgetekend van dezulken, die in de kracht Gods zijn bewaard geworden door het geloof. Wij denken aan Abel, die door zijn broeder Kaïn werd vervolgd en gedood. Wij denken aan Jozef, die door zijn broeders naar Egypte werd verkocht, en die daar nog weer om zijn afkeer van de zonde in de gevangenis kwam. En wie. zelfs onder de kinderen van uw gezin, zou Daniël kunnen vergeten, die in de leeuwenkuil werd geworpen, en zijn drie vrienden, Sadrach. Mesach en Abedncgo, die terecht kwamen in de gloeiende oven, omdat zij voor het opgerichte beeld niet wilden knielen. Wij denken aan Stefanus, die om Christus' wille gestenigd werd, en aan zovele, vele martelaren ook in ons land, die op allerlei wijze zijn gefolterd en de marteldood zijn gestorven.

Deze allen zijn als een wolke van getuigen, die ligt om de strijdende Kerk op aarde. En op hen, en op allen die tot die strijdende Kerk behoren, is van toepassing de zaligspreking van de Zaligmaker. Jezus Christus: „Zalig zijn die vervolgd worden om der gerechtigheid wil, want hunner is het Koninkrijk der hemelen.

Zalig zijt gij als u de mensen smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken om Mijnentwille.

Verblijdt en verheugt u, want uw loon is groot in de hemelen, want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u geweest zijn."

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 oktober 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DIE VERVOLGD WORDEN

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 oktober 1950

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's