Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De profetieën van Zacharia

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De profetieën van Zacharia

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET ACHTSTE VISIOEN

I.

En ik hief mijn oogen weder op, en zag; en zie, vier wagens gingen er uit van tusschen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper. Aan den eersten wagen waren roode paarden, en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden; en aan den derden wagen witte paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden, die sterk waren.

En ik antwoordde, en zeide tot den engel, die met mij sprak: Wat zijn deze, mijn heere? " En de engel antwoordde, en zeide tot mij: Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der gansche aarde. Zacharia 6 : 1 —5.

Voor de achteste maal kwam Jehovah aan Zijn knecht Zacharia openbaren, hetgeen geschieden zou. Weder hief de profeet zijn oogen op, en aandachtig sloeg

hij het nieuwe tafereel gade. Gods volk vindt zijn eigen gestalte in Berechja's zoon terug. Wie begenadigd werd met ware, levende kennis aangaande den Heere, Diens woord en werk, is begeerig er nog méér van te mogen weten; hij verlangt een breedere onderwijzing en een diepere inleiding.

Verscheidene oudere Schriftverklaarders meenen, dat de wagens vier wereldheerschappijen voorstellen. Het 5e vers spreekt van de vier winden des hemels, en dit brengen zij in verband met Dan. 7 : 2. alwaar wij lezen: Ik zag in mijn gezicht bij nacht, en ziet, de vier winden braken voort op de groote zee"; uit het water stegen achtereenvolgens vier monsters op. Zoo ook zouden de wagens te voorschijn komen als aardsche machten. De roode paarden vertegenwoordigen het Babylonische rijk (Nebucadnezar); daar Babel in Zacharia's dagen was ten onder gebracht, wordt er van de roode paarden in het vervolg niet meer gerept. De zwarte paarden duiden het Perzische rijk aan (Cyrus of Kores, die Babel aan zich onderwierp). Alexander de Groote stichtte later het Grieksche rijk (de wagen met de witte paarden). En tenslotte kwam het Romeinsche keizerrijk, daarop doelen dan de hagelvlekkige paarden. Een dergelijke uitlegging is, op zichzelve genomen, geenszins verwerpelijk te achten; wij worden immers herinnerd aan de verklaring, welke Daniël kreeg te geven van het beeld, dat Nebucadnezar aanschouwde (Dan. 2). Er is echter o.a. dit bezwaar, dat het nauwe verband van Zacharia's visioenen verbroken wordt; door deze verklaring toch komt het achtste nachtgezicht vrijwel los van de zeven voorgaanden te staan.

Andere uitleggers zijn van opvatting, dat het laatste visioen Gods voorzienigheid teekent. De twee bergen van koper verzinnebeelden de onwankelbare raadsbesluiten van den Allerhoogste. Niet alleen Israël, doch alle volkeren der aarde, * liggen daarin besloten. Jehovah zendt Zijn wagens uit, opdat alomme Zijn plannen verwezenlijking vinden. Gelijk een vorst door de stad rijdt, om zich aan zijn onderdanen te vertoonen, zoo is de Eeuwige op Zijn wagens gezeten, opdat Zijn majesteit allerwegen uitblinke. Onder de wagens zijn wellicht de engelenstoeten te verstaan, die den Heere van hemel en aarde omstuwen. De'witte paarden zijn het symbool (zinnebeeld) van voorspoed, de roode van den bloedigen krijg, de zwarte van allerhande rampen, de hagelvlekkige (gespikkelde) van de mengeling van lief en leed. Deze dingen komen volkeren en enkelingen niet bij geval toe, maar krachtens den wil van God, die hecht is als een koperen berg. Ook deze verklaring is allerminst onbijbelsch; maar wij moeten het bezwaar herhalen, dat de samenhang tusschen het laatste visioen en de voorafgaande nachtgezichten moeilijk valt te ontdekken. Er is een derde uitlegging, die de voorkeur verdient.

Het zesde nachtgezicht beschreef, hoe uit het ware Israël zouden worden uitgezuiverd zij, die slechts een uiterlijken band aan het genadeverbond hadden: Gods oordeel zou de onboetvaardige dieven en meineedigen verdoen. Daarbij sloot zich het zevende nachtgezicht aan: het volk des Heeren zou worden bevrijd niet alleen van de schuld (Zach. 3), maar ook van de macht der zonde; gekerkerd in een efa, werd de goddeloosheid uit Kanaan weggevoerd naar Sinear. En ten besluite teekent het achtste visioen, dat het hemelsche gericht de ongehoorzame wereld treft.

„Vier wagens gingen er uit van tusschen twee bergen, en die bergen waren bergen van koper." De strijdwagenen waren het zinnebeeld van Gods geduchte krijgsmacht; zij moesten het oordeel van den Allerhoogste voltrekken aan de natiën der aarde — doch niet aan Israël, want met het bondsvolk hadden het zesde en zevende visioen immers al afgerekend. De wagens reden uit, beladen met 's Heeren toorn tegen de werkers der ongerechtigheid in alle landen. Daarom zag de profeet vier wagens. Bij de behandeling van Zach. 1 : 18—21 (waar sprake is van vier hoornen en vier smeden), hebben wij er op gewezen, dat vier het getal der wereld is •— denkt aan de vier windstreken, de vier „einden der aarde". Het Noorden en het Zuiden, het Oosten zoowel als het Westen, vallen derhalve binnen het bereik der strijdwagenen. Ook door de meest afgelegen en ontoegankelijkste oorden zullen hun wielen ratelen; geen gebied zal verschoond blijven van Gods straffende en slaande hand.

Zacharia zag de wagens uitrijden „van tusschen twee bergen". De namen dier bergen worden niet vermeld; toch kunnen wij, op grond van de Schrift, wel vermoeden, welk dal bedoeld zal zijn. In het 5e vers lezen wij, dat de wagens van het gericht stonden voor den Heere der gansche aarde. Nu, Jeruzalem was Gods woonplaats, op den Sion had Hij Zijn troon opgericht; vandaar begon dus het oordeel. Dit is in overeenstemming met Joël 3:16, alwaar de Heilige Geest liet schrijven: Jehovah zal uit Sion brullen, en uit Jeruzalem Zijn stem geven (tegen de heidenen), dat hemel en aarde beven zullen; maar de Heere zal de toevlucht Zijns volks, en de sterkte der kinderen Israëls wezen." Nevens den Sion verheft zich de Olijfberg; slaat Zach. 14:3 en 4 eens op: En de Heere zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen de heidenen en Zijn voeten zullen te dien dage staan op den Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, tegen het Oosten." De profetie voorzegt alzoo, dat van den Sion en den Olijfberg het gericht Gods zijn loop neemt; in het er tusschen gelegen dal zag Zacharia de strijdwagenen te voorschijn komen. De Vader heeft al het oordeel aan Zijn Zoon in handen gegeven; daarom betuigt David in den 11 Oen Psalm aangaande den Messias: Jehovah zal den schepter Uwer sterkte zenden uit Sion, zeggende: eersch in het midden Uwer vijanden." Dat in Zacharia's visioen geen gewag wordt gemaakt van het aardsche Jeruzalem. blijkt uit de toevoeging: Die bergen waren bergen van koper." Bergen zullen wijken, en heuvelen wankelen, maar Gods goedertierenheid zal van Zijn volk niet wijken, en het verbond Zijns vredes zal niet wankelen — evenmin zal Zijn gericht bewogen worden en ter aarde vallen. „Die bergen waren bergen van koper"; de wereld gaat voorbij met haar begeerlijkheid, doch 's Heeren straffend oordeel is onwrikbaar, onverzettelijk. Laat de vijandschap opstaan tegen Jehovah en tegen Zijn Gezalfde, laat ook de Kerke Gods te lijden hebben van de grim" migheid der wederpartijders < — niet aan de boosheid, doch aan den Eeuwige is het laatste woord; Zijn vonnis is gebonden aan koperen bergen. Van den Sion daalt de zegen op de keurlingen af, maar tevens de vloek over de goddeloozen. Bij den Sion en den Olijfberg lag het dal Josafat; de naam beteekent: Jehovah doet gericht"; en daar reden de wagens.

„Aan den eersten wagen waren roode paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden; en aan den derden wagen witte paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden, die sterk waren." In het eerste nachtgezicht maakten wij kennis met ruiters op paarden van verschillende kleuren (Zach. 1 : 8); wij hoorden toen, dat de kleuren in de zinnebeeldige taal een beteekenis hebben. Het is raadzaam, om Schrift met Schrift te vergelijken; dies 'leggen wij Openb. 6 naast Zach. 6. Johannes op Patmos zag een wit paard, dat voortsnelde ter overwinning; de apostel kreeg daardoor te prediken, dat, welke verschrikkingen zich op aarde ook afspelen, Gods zegepraal bij voorbaat vast staat. Een rood paard volgde; de gruwel van den oorlog zou stroomen bloeds doen vloeien. Daarachter draafde een zwart paard; hongersnood zou het menschdom teisteren. En de stoet werd besloten door het vale paard van den dood.

In Zacharia's nachtgezicht liepen de roode en zwarte paarden vóór de witte uit; daarmede is gezegd, dat de gerichten — oorlog en hongersnood — den weg moeten banen, en dat daarna de dag van 's Heeren triomf aanbreekt. De profeet aanschouwde bovendien hagelvlekkige paarden (bonte, gespikkelde strijdrossen, of schimmels); zij vertegenwoordigen de velerlei jammeren en rampen, welke oorlog en hongersnood vergezellen. Zacharia voegde er met nadruk aan toe, dat zij sterk waren; ja, wie onzer heeft in den Duitschen tijd hun kracht niet aan den lijve gevoeld?

De profeet begeerde met de strekking van het visioen te worden bekend gemaakt, en vroeg daarom aan den tolkengel: „Wat zijn deze, mijn heere? Het antwoord luidde: „Deze zijn de vier winden des hemels, uitgaande van daar zij stonden voor den Heere der gansche aarde." Het verwondert u wellicht, dat er op eens over winden gesproken wordt. Eenige uitlegging zal u daarom welkom wezen. Tot nog toe werden wij bepaald bij Gods gerichtswagens, die uitreden

tegen de heidenen; de kleur der paarden gaf aan, welke lading iedere wagen bevatte. In het vervolg van het visioen hooren wij nog meer over de krijgsrossen en de wagens. Waarom wordt dan daar tusschen in van de winden gesproken? Om een dubbele reden. Ten eerste slaan wij Psalm 104 : 3 op; daar lezen wij, dat Jehovah van de wolken Zijn wagen maakt, en dat Hij wandelt op de vleugelen van den wind. De Heere der gansche aarde komt ten oordeel, om de heidenen te straffen; van den Sion gaan Zijn gerichten uit, en de winden (de wagens met de paarden) dragen ze in alle richtingen, om ze, volgens Gods hoog bevel, te brengen in eenig land, bij een of ander volk. Algemeen was de overtuiging, dat elke natie haar eigen god (of goden) had; hoe machtiger en welvarender een natie was, zoo sterker was kennelijk ook haar god. De Joden leefden nog meerendeels in de verstrooiing der ballingschap, en een onbeduidend groepje was in Kanaan gevestigd; naar heidensche opvatting was Jehovah dan ook van geringe beteekenis. Doch Zacharia moest — evenals de profeten vóór hem — prediken, dat Jehovah de Heere der gansche aarde is, en dat de hooggeroemde afgoden van Babel en Egypte niets zijn. Jehovah is de Rechter der wereld; Hij vonnist naar onkreukbaar recht; Hij zendt de gerichtswagens, de winden, uit en geen enkel volk blijft buiten Zijn bereik. Er is nog een tweede reden, waarom de tolkengel de strijdwagenen met de winden verwisselde. Blijkens het 8e vers was het bijzonderlijk God, de Heilige Geest, die uittoog tegen de volkeren. Het Hebreeuwsch bezigt één woord voor „wind" en „geest". Ook neemt de Schrift den wind als beeld voor het onnaspeurlijke en onwederstandelijke werk van den Derden Persoon; de Mond der waarheid zeide: De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzoo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is" (Joh. 3 : 8) en op den Pinksterdag van Hand. 2 was een der teekenen, die de komst van den Heiligen Geest vergezelde, het geluid als van een geweldigen, gedrevenen wind.

De Heilige Geest verricht zaligende werken, en draagt dienovereenkomstig ook lieflijke namen; Hij is de Trooster, de Geest der genade en der gebeden, de Geest der aanneming tot kinderen; Hij wederbaart en wekt ten leven. Hij verheerlijkt Christus in zondaarsharten en deelt uit Diens volheid mede, Hij leidt op den weg van geloof en bekeering, Hij legt het „Abba, Vader" in den mond der gunstgenooten. Hij doet de vruchten van dankbaarheid en heiligmaking ontspruiten. Maar... Hij is tevens de Geest des oordeels en der uitbranding; Hij bestrijdt de machten, die den Vader en den Zoon smaadheid aandoen; Hij twist met de vijanden van 's Heeren volk; Hij vaagt, gelijk een orkaan, weg, wat het onbewegelijk Koninkrijk gram is. De krijgswagenen met de trappelende paarden zijn, volgens de uitlegging van den tolkengel, de vier winden — zij verzinnebeelden den Geest Gods, die ter strafoefening her en der uitgaat.

Het vervolg van het nachtgezicht verhaalt ons verder over de tochten, welke de wagens maakten. Wij volstaan voor ditmaal met de opmerking, dat de drie medegedeelde verklaringen van het laatste visioen de erkentenis van Gods opperhoogheid gemeen hebben. De opeenvolging der wereldrijken, maar ook de wisseling van voorspoed en tegenspoed, en ook de strafgerichten zijn gebonden aan de koperen bergen, Jehovah's raadsbesluiten. Lezers, lezeressen, gelooft gij dat? Niet slechts verstandelijk, doch met uw hart? Is deze geloofswetenschap u tot steun en troost voor uw persoonlijk leven met zijn licht §n donker? En voor het kerkelijke leven met zijn eb en vloed? En voor het wereldleven met zijn dreigingen en schokken? Of ziet gij op al die terreinen enkel een grillig spel van het toeval, een ijzeren dwang van het noodlot? Hoort, er is een volk, dat, boven de aardsche ongestadigheden uit, den 33en Psalm zingt: „Maar d' altoos wijze raad des Heeren houdt eeuwig stand, heeft altoos kracht." Gelukkig, wie, in Christus geborgen, mag bijvallen: „Geen ding geschiedt er ooit gewisser, dan 't hoog bevel van 's Heeren mond."

Utr.

E. v. M.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De profetieën van Zacharia

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 oktober 1951

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's