Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE WARE VRIJHEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE WARE VRIJHEID

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid.

2 Cor. 3 : 17b.

De vorige week mochten wij tot onze beschaming en terechtwijzing mediteren over de bedriegelijke schijn van de valse vrijheid. Dat is ook de bedoeling van de stof van onze overdenking, dat wij elkander daarvoor zullen waarschuwen, Gods Woord is altijd en overal ontdekkend. Getrouw wijst het ons op de gevaren, die ons omringen en bedreigen, op de breuken, die in de Kerk des Heeren, en bij elk harer leden afzonderlijk en persoonlijk worden gevonden. Zo is het ook, als in 2 Cor. 3:17 gesproken wordt over de ware, geestelijke vrijheid, en met zoveel nadruk gezegd wordt: Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." Er is zoveel schijn van vrijheid. Dan is het een valse vrijheid, die beter slavernij genoemd kan worden. Hoe mooi of het alles ook lijkt, het is geen realiteit, het is maar een bedriegelijke schijn van vrijheid. Zie het maar in de dienst van de wereld, in de slavernij van de zonde, en zoveel meer. Allerwege een schone schijn, glinsterende parelen, fonkelende diamanten. Hoe kunnen zij u bekoren. Maar, hetzij hier, hetzij hiernamaals, zij zullen blijken vals te zijn. Schijnbaar rijk zijn degenen, die daarin hun schatten, hun rijkdom zoeken, inderdaad doodarm. Nog armer dan arm, omdat zij zich laten misleiden door een schijn. Menend rijk en gelukkig en vrij te zijn, zijn ze in werkelijkheid zo onuitsprekelijk arm, ellendig en geboeid. Zo te léven, in een schijn van vrijheid, en inderdaad een slaaf te zijn van allerlei boze, duistere machten, dat is ontzettend. Maar wat zal het dan niet zijn zo te sterven! Hier leeft ge echter nog in de mogelijkheid van de verlossing, van de bevrijding, van deze slavernij, van deze schijn van vrijheid, om dan nog bijtijds te worden gebracht tot de heerlijkheid van de ware vrijheid. Daarvan spreekt 2 Cor. 3:17.

Dit woord is zeer zeker ontdekkend, zoals wij zagen. Het waarschuwt ons voor de bedriegelijke schijn van de valse vrijheid. Het leert ons de dingen zien, zoals ze zijn. Het roept het ons, als met opgeheven vinger, toe, waarschuwend om de vrijheid toch niet op de verkeerde plaats te zoe-« ken, wijzend op de enige plaats, waar zij te vinden is: „Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." Aldaar en aldaar alleen. Maar dan ook: aldaar zéker.

Zo is dit ontdekkende woord ook een woord vol van leiding, van bemoediging en vertroosting. Het wordt hier gebondenen, slaven, gevangenen, toegeroepen: „Er is vrijmaking. Er is verlossing. Er is vrijheid!"

„Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." O, bid dan toch de Heere om Zijn Heilige Geest, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreze des Heeren!

Als wij hier bij het mediteren over dit wonder van vrije genade, er over peinzen, wat er dan toch door de onwederstandelijke werking van de Heilige Geest gebeurt, dan denken wij als vanzelf aan verschillende plaatsen in de Heilige Schrift. En, gij weet het, Schrift met Schrift vergelijken, is een van de eerste vereisten voor een juiste exegese. Wij moeten eigenlijk de Schrift niet verklaren. De Schrift verklaart zichzélf. En bij het licht des Geestes krijgt gij te zien: ja, dat is de enig juiste verklaring; die is in overeenstemming met het overige geopenbaarde Woord.

Schriftonderzoekers, (ach, wat zijn er weinige, en wat zijn wij, zelfs na ontvangene genade, daarin nog meestal zo onverstandig en traag van hart! denk maar aan de Emmaüsgangers), Schriftonderzoekers, die zijn er toch nog wel onder onze lezers! Behoort ook gij er toe? — Welnu dan, Schriftonderzoekers, in het huisgezin, op de school voor het gewichtige werk van de Bijbelvertelling, op de jeugdverenigingen en de mannenverenigingen, op de studeerkamer van de pastorie (daar wordt toch vóóral gedacht aan de opwekking van de Heere Jezus: „Onderzoekt de Schriften"? ) en niet het minst, Schriftonderzoekers in de binnenkamer, alleen met Gods Woord, alleen met uw Privaat-onderwijzer de Heilige Geest, o, gij allen, die u moogt buigen over het Woord van God, onderzoekend en biddend om licht, vergeet het toch niet, dat wij Schrift met Schrift hebben te vergelijken; vergeet de gelijkluidende plaatsen, in uw Bijbel telkens aangegeven, toch niet.

En nu in verband met 2 Cor. 3:17 denken wij aan onderscheidene Schriftwoorden, die hier licht kunnen geven. Vanwege de plaatsruimte, die mij is toegestaan, kan ik er maar enkele aanhalen. Gij moet er dus verder zelf maar zoeken. Dat is een nuttige en vaak, naar ik heb mogen ondervinden, een gezegende werkzaamheid. In verband met de stof van onze meditatie herinner ik u aan Jesaja 49:24—26: Zou ook een machtige de vang ontnomen worden? of zouden de gevangenen eens rechtvaardigen ontkomen? Doch alzo zegt de Heere: a, de gevangenen des machtigen zullen hem ontnomen worden, en de vang des tyrans zal ontkomen; want met uw twisters zal Ik twisten, en uw kinderen zal Ik verlossen... en alle vlees zal gewaar worden, dat ik, de Heere, uw Heiland ben, en uw Verlosser, de Machtige Jakobs." O, welk een krachtige, opbeurende verzekering voor allen, die zich als gevangenen, van vrijheid beroofden, als de vang van de helse tyran hebben leren kennen! Och, dat het nu dan maar bij u moge zijn, of worden: En nu, wat verwacht ik, o Heere! mijn hoop, die is op U" (Ps. 39:8).

En dan denk ik, bij het mediteren over hen, die het niet uit kunnen houden onder de slavernij van zonde, wereld en satan, en ook niet in de bedriegelijke schijn van valse vrijheid, die te zien hebben gekregen, dat hun parelen valse parelen zijn, en die nu uit hun zonde en ellende roepen om vrijmaking, om de grote Doorbreker, Christus Jezus, bij het mediteren over hen denk ik aan het heerlijke Evangeliewoord, waarin al zo klaar gewezen wordt op de Zaligmaker, dat wij vinden in Zacharia 9:11, 12 en 17: U ook aangaande, o Zion! door het bloed des verbonds heb Ik uw gebondenen uit de kuil, daar geen

water in is, uitgelaten. Keert gijlieden weder tot de sterkte, gij gebondenen, die daar hoopt! Ook heden verkondig Ik u, dat Ik u dubbel zal wedergeven... Want hoe groot zal zijn goed wezen! en hoe groot zal zijn schoonheid wezen! het koren zal de jongelingen, en de most zal de jonkvrouwen sprekende maken." O, gij gebondenen, die daar hoopt en uitziet, geeft de moed niet op. Gods Geest lere u pleiten op deze en dergelijke beloften. Dan zal het op 's Heeren tijd blijken, dat de Heere een Waarmaker is van Zijn Woord, dat het Woord Gods niet gebonden is, dat er door de toepassende werking van de Heilige Geest een vrijmakende kracht van uitgaat door het geloof, dat een van de vruchten des Geestes is, omdat het ons verkondigt, dat Christus Jezus gekomen is: om te verbinden de gebrokenen van hart, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen des Heeren, en de dag der wrake onzes Gods; om alle treurigen te troosten" (Jes. 61 : 1 en 2).

Er ligt al zo'n vrijmakende kracht in de eerste beginselen van het zaligmakende werk Gods in het hart van een zondaar. O, welk een verruiming geeft het, als de zonde u tot een last wordt, en als gij moet smeken: „Zo Gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan? Maar, bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt." Welk een gevoel van bevrijding geeft het, als de Heere uw ziel verkwikt met Zijn troostrijke beloften! Dan is het in uw hart en op uw lippen:

Al 't geen Uw mond aan mij had toegezegd, Gaf aan mijn hart vertroosting, geest en leven.

Ja, die eerste beginselen van het kostelijke werk des Heeren zijn een wolk als eens mans hand, profetie van een overvloedige regen. Rijk zijn al de eerste beginselen van dat kostelijke werk Gods, van dat zaligmakende werk des Heiligen Geestes: ij moogt er wel eens zó van genieten, dat het u is, of uw ziel al is gered. Dat zal wel blijken een te grote stap te zijn. Hoe menigeen heeft al zulke grote stappen gedaan, maar moest terug naar het A.B.C. des geloofs, omdat hij dat nog niet goed had geleerd. En gij weet het, dat het zich altijd wreekt op de scholen, als de eerste beginselen niet goed zijn geleerd, als de onderbouw te zwak is. Ook op de School des Geestes, waarop velen menen al zo ongeveer de klassen doorlopen te hebben, moet het telkens weer met schaamte en schande worden ervaren, dat men uit een hogere klas verwijderd wordt, omdat men zichzelf er in gezet heeft. Maar wel zijn die eerste beginselen van dat goede werk Gods een voorsmaak van wat nog volgen zal. De apostel spreekt er in vast geloofsvertrouwen aldus van: Vertrouwende ditzelve, dat Hij, Die in u een goed werk begonnen heeft, datzelve voleindigen zal tot op de dag van Jezus Christus" (Filipp, 1:6).

Zo door de Geest onderricht in de zaak van schijn en zijn, beeft gij voor de grote, blinkende, maar bedriegelijke schijn, en begeert naar iets van het ware zijn, van de ware vrijheid.

„Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." En nu gaat de Geest verder met uw oog te openen voor de betekenis van Hem, Die de grote Doorbreker is. De Heere Jezus is het. Die Zelf in de boeien is gekomen, om de boeien der Zijnen te kunnen verbreken. Die kan getuigen: „Ik heb de wereld overwonnen". Die satan de kop heeft vermorzeld. Die de Wet volkomen heeft vervuld.

O, welk een gezicht, dat gezicht op die achtige Doorbreker voor een, die in de evangenis zit, die gekneld ligt in banen van de dood! Dat geeft hoop. Dat eert bidden en smeken:

Ik lag gekneld in banden van de dood, Daar d' angst der hel mij alle troost deed missen; Ik was benauwd, omringd door droefenissen; Maar riep de Heer' dus aan in al mijn nood: „Och Heer', och wierd mijn ziel door U gered." •

„Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." Die Geest des Heeren laat de vrijheid niet alleen zién, om u dan verder toch in de gevangenis te laten zitten. Neen! Hij is de Geest der wedergeboorte, de Geest des geloofs. Hij is het Die u leert vluchten tot, leert geloven in de Heere Jezus, in Welke de ware vrijheid is te vinden. O, welk een wonder van genade Hem te leren kennen, door Hem uit de gevangenis te worden uitgevoerd, en te mogen genieten van het heerlijke licht der vrijheid!

„Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn."

Ja, waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." Die Geest brengt immers alles met Zich mede, het leven, het geloof, de gerechtigheid, de hoop, de blijdschap, en ook de vrijheid, de ware, innerlijke vrijheid. De schijn van gebondenheid kan er uitwendig zijn, als bij Paulus, toen hij een gezant was in een keten, of ook, doordat gij met alles niet meer zo mee kunt doen, u gebonden gevoelt aan het Woord, en de dienst des Heeren, en toch is er de werkelijkheid van de ware vrijheid.

Waar de Geest des Heeren is, aldaar heerst Hij immers in liefde. Het is geen koude dwang. Daar heerst Hij, om te brengen tot, en in Christus, de geestelijke vrijstad. Daar heerst Hij om God te leren dienen uit wederliefde. Zijn volk zal zeer gewillig zijn op de dag Zijner heirkracht. Het zingt: Uw liefdedienst heeft mij nog nooit verdroten.

Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid. Daar is de heerlijke werkelijkheid van de ware vrijheid. Dat kan niet anders, omdat de Geest des Heeren een zondaar brengt tot Christus, tot de machtige Doorbreker, tot de grootste Vrijheidsheld, groter dan welke vrijheidheid ook, zelfs al draagt hij de naam van „Vader des vaderlands". De Vrijheidsheld, Christus Jezus, Die door de Geest des Heeren wordt verheerlijkt, met Wie gij in levenscontact komt door diezelfde Geest, Hij draagt een nog rijker naam. Zelfs de kinderen onder onze lezers (zouden die er zijn? kinderen, die nog wel niet alles kunnen begrijpen, maar wier jonge hart toch uitgaat naar die onbegrijpelijke dingen? Ik heb hoop van wel een enkele) maar, zelfs kinderen onder onze lezers weten het: „En men noemt Zijn naam: Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst." Zou er door deze Vrijheidsheld niet zijn de heerlijke werkelijkheid van de ware vrijheid? O, hoe groot is het als gevangenen, als slaven, als gebondenen, zelfs door banden des doods, door het geloof in Christus, gewerkt door Zijn Geest, èn de Geest des Vaders, door de Geest des Heeren dus, tot deze heerlijke werkelijkheid te mogen komen!

Het is een heerlijke werkelijkheid, maar het is zó wonderlijk, dat het een droom schijnt: Als de Heere de gevangenen Zions wederbracht, waren wij gelijk degenen, die dromen. Toen werd onze mond vervuld met lachen, en onze tong met gejuich" (Psalm 126:1 v.).

Het is zó groot, dat gij meermalen vraagt: Zou het wel werkelijk waar zijn? Maar neen! als de Geest des Heeren dan weer in de raderen mag zijn, dan ervaart gij het: „Waar de Geest des Heeren is, aldaar is vrijheid." Hoe rijk die vrijheid is, daar hopen wij de volgende week over

te mediteren, als wij mogen handelen over de onnaspeurlijke rijkdom van die geestelijke vrijheid. Zalig zijn zij, die er maar'iets van mogen kennen. Het blijft hier zelfs bij waarlijk vrijgemaakte zielen maar zo ten dele. Doch dat wijst toch heen naar de volle vrijheid in het Kanaan der ruste.

Vreselijk daar buiten te moeten blijven! En dan voor eeuwig gebonden, gekneld in banden van de eeuwige dood! Nog leven wij in het jaar van het welbehagen des Heeren!

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE WARE VRIJHEID

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's