Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Christendom in Israël

Hieronder laten we een artikeltje volgen uit het Gereformeerd Weekblad (uitgave Kok te Kampen), waaruit blijkt, dat het officiële Jodendom nog steeds niet buigen wil voor de Christus:

Schalom Ben-Chorin, een van de meest onafhankelijke denkers van Israël, heeft een artikel geschreven in „Jedioth Chadashoth" over de „Christelijke zending en de godsdienstvrijheid". Het genoemde blad is een in Israël verschijnend Joods blad in de Duitse taal.

In het artikel herinnert de schrijver er aan dat op 20 December 1952 het Opperrabbinaat van Israël een oproep heeft doen uitgaan tegen de activiteit van de Christelijke zending in Israël. De oproep, die was gericht aan alle rabbi's en vooraanstaande personen op godsdienstig gebied, roept op tot de strijd tegen de activiteiten van de zendelingen. Zij begint met de woorden: Meer dan vier honderd afgezanten van Satan, de zendelingen... waaronder ook gedoopte Joden, verraders aan hun eigen traditie, zijn als een zwerm sprinkhanen in het land neergestreken.

„Iedere Joodse staatsburger, die nadenkt", zo schrijft Schalom Ben-Chorin, „zal dit smaadschrift met afschuw en verontwaardiging gelezen hebben, want het is de hoogste religieuze autoriteit en haar op zichzelf volkomen gerechtvaardigde bestrijding van de Christelijke zending onwaardig... Wij hebben tot de christelijke zendelingen de uitspraak van Voltaire te richten: „Ik betreur uw inzichten, doch ik zal tot de laatste ademtocht vechten voor uw recht om ze tot uitdrukking te brengen". Iedere andere houding is een democratie onwaardig.

Twee dagen na de uitvaardiging van het edict door het Opperrabbinaat verklaarde de ministerpresident Ben Gurion plechtig in het Israëlische parlement, dat de nieuwe regering de volledige godsdienst-en meningsvrijheid zou verdedigen en geen godsdienstige dwang zou dulden van welke zijde die ook komen mocht. De vrijheid van meningsuiting is immers begrensd door de veiligheid van de Staat en de opvatting van eer van de enkeling. Zo opgevat heeft het Rabbinaat het recht en de plicht zich tegen de Christelijke zendingsarbeid met de nodige scherpte te verzetten, evenwel zonder de zendelingen te beledigen. De leus moet zijn: geestelijke strijd, niet ophitsing...

In de grond van de zaak valt het edict die zendelingen aan, die Mumarim Bogdin zijn, d.w.z. gedoopte Joodse verraders. Maar de al te ijverige rabbijnen hebben zich niet de moeite getroost om hun tegenstanders werkelijk te leren kennen, wat toch hun voornaamste taak moet zijn. De Jodenchristenen in het huidige Israël zijn wezenlijk anders als de meshumadim (de afvallige, gedoopte Joden van vroeger).

De gedoopte Joden verlieten steeds de Joodse volksgemeenschap en gingen op in het volk van het land, waarin zij leefden.

In Israël liggen de zaken geheel anders. Hier leggen de Christenen van Joodse afkomst, die in de Joods-Christelijke Alliantie zijn aaneengesloten, de nadruk op hun nationale verbondenheid met het Joodse volk en hun trouw aan de staat Israël; zij proberen een nationaal-Joodse houding te doen samengaan met hun christelijk-religieuze overtuiging, zelfs willen zij het Hebreeuws-Joodse aspect van de Christelijke aanbidding in Israël naar voren brengen. Wij hebben te maken met een nieuw verschijnsel en moeten daarvoor begrip hebben. De zendelingen van thans vragen niet dat de Joden de Joodse volksaard opgeven; wat zij willen is veel

eer de Hebreeuwse Israëliet die het christelijk geloof belijdt..."

Ben-Chorin besluit zijn artikel met de verklaring: „Wij moeten de zendingsarbeid de wind uit de zeilen nemen, en wel door een goede verstandhouding tussen Joden en Christenen. In plaats van het roven van zielen enerzijds en de beledigingen anderzijds moet er tussen Joden en Christenen een gesprek komen, dat beide partijen zal voeren tot een dieper wederzijds verstaan en wederzijdse geestelijke bevruchting. In plaats van elkander te bestrijden, moeten zij met elkaar gemeenschap zoeken en samenwerken."

Niettegenstaande de moeilijkheden die er zijn, zal de zending onder Israël toch onze aandacht moeten hebben, opdat ook dit oude volk de enige Naam ter zaligheid gegeven, gepredikt worde.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 juni 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's