Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welke tekst van Zondag 38 van de Catechismus geldt voor ons: de Duitse of de Nederlandse?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welke tekst van Zondag 38 van de Catechismus geldt voor ons: de Duitse of de Nederlandse?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het gesprek over de Zondag, dat in de eerste helft der 17e eeuw in ons land met grote levendigheid gevoerd is, kwam natuurlijk ook Zondag 38 ter sprake. We weten allen, dat deze Zondag weinig of niet ingaat op de Zondagsrust. Natuurlijk moet die er ook volgens Zondag 38 zijn, want anders kan men niet naarstiglijk tot de gemeente Gods komen. Maar verder blijven er in deze Zondag vele vragen onbeantwoord. Het spreekt evenzeer vanzelf, dat in de strijd over de Zondag de uitleg van de Catechismus van het vierde gebod ook ter sprake kwam. Maar nu is er een verschil tussen de Duitse en Latijnse tekst enerzijds en de Nederlandse tekst anderzijds.

Onze Catechismus, zoals wij die kennen, begint met de vraag: „Wat gebiedt God in het vierde gebod? " Antw dat ik, inzonderheid op de Sabbat, dat is op de Rustdag, tot de gemeente Gods naarstelijk kome." De Duitse uitgave heeft: ... „dat ik op de Rustdag tot de gemeente Gods naarstiglijk kome". Datheen heeft er het woord Sabbath ingevoegd, en zo is de Catechismus onder ons aanvaard. Maar in deze vorm wordt voor de Kerk van het Nieuwe Testament een Sabbat erkend. God zegt in het vierde gebod: „Gedenk de Sabbatdag." Hebben wij een Sabbatdag. Jawel de Zondag, onze Rustdag. Dit verschil deed Burman spreken van de Catechismus Heidelbergensis, maar Essenius sprak van de Catechismus of Catechesis Belgica, want deze uitgave hadden de kerken in ons land aanvaard.

In het gesprek over de Sabbat stonden tegenover elkaar de voorstanders van de moraliteit en de voorstanders van de ceremonialiteit. Moreel wil in dit verband zeggen, niet waar, dat de Zondag om het vierde gebod voor ons verplicht is. Dit immers is het eerste punt, waar het in het vraagstuk van de Zondag om gaat, of we in de heiliging van de Dag des Heeren te doen hebben met een menselijke instelling, dan wel met een ordinantie van God. Sommigen zeiden: het is moreel, dus het is van God en wordt hier op aarde nimmer afgeschaft. Anderen zeiden: het is ceremonieel en is, tegelijk met de offerdienst en zo, vervallen. Hoe redeneren de voorstanders van de morele opvatting? Zij beginnen met vraag en antwoord 91. Daar wordt gesproken van de goede werken en o.a. gezegd, dat de goede werken moeten geschieden naar de wet Gods. In vraag 115 wordt gezegd, dat God ons die wet

scherpelijk laat prediken. En dan is de inhoud van die wet, volgens vraag 103, dat we op de Zondag zo en zo handelen. De viering van de Zondag rust dus volgens de Catechismus niet op een menselijke inzettine doch op de wet Gods. Het is een gebod Gods, dat men op de rustdag, die onderscheiden wordt van de andere dagen zal rusten van ander werk en zich wijden aan de oefening van de godsdienst. De Zondag heet een Rustdag. Daar is met dat ene woord veel gezegd. Voorts zegt de Catechismus, Hat we de kerkedienst of het predikambt en de scholen moeten onderhouden, want anders komt de Rustdag niet aan zijn doel. Dan wordt hij niet geheiligd. Ten slotte wordt als vrucht van de onderhouding van de Rustdag genoemd, dat we zo vorderen in de heiligmaking, dat we ook de andere dagen van onze boze werken vieren.

Maar nu komt de andere partij. Zij begint met de Duitse tekst. Daar staat: „Am Feiertage". Dus zo iets van Feestdag. De Latijnse tekst heeft „festus diebus" dus: op de feestdagen. Daarnaar willen zij onze Catechismus uitleggen. Want in die andere uitgaven is het duidelijk, dat niet uitsluitend aan de Zondag is gedacht en aan de Sabbat, die ook nog voor deze tijd zou gelden, maar wordt het gebod opgevat als een aanwijzing voor de feestdagen der Kerk. Het vierde gebod zou dan zeggen: Vier de feestdagen der Kerk. Wat zeggen nu de eersten?

Zij zeggen dat niet de Duitse of de Latijnse, maar de Hollandse tekst van de Catechismus in onze Kerk is aangenomen en dat is niet zo maar gebeurd.

Wacht even zegt nu de tweede partij. Heb u er wel erg in, dat er in het antwoord staat „inzonderheid"? Dus hier zijn de feestdagen en de rustdagen geboden. Maar wij durven toch niet zeggen, dat de feestdagen van God zijn geboden? En als wij dat niet van de feestdagen zeggen, dan ook niet van de Zondag.

Wij voelen ons helemaal niet verslagen, zeggen de eersten. Weet u wel wat „inzonderheid" wil zeggen? Dat betekent: het eigenlijke en allervoornaamste van het vierde gebod, dat waar het direct om gaat, heeft betrekking op de Zondag. De Zondag is de tijd van de godsdienstoefening. Maar tegelijk spreidt dit gebod z'n vleugel ook uit over een boet-en bededag, een dankdag en dergelijke. Vanwege de verplichting die een Christen heeft om op de dag des Heeren tot de gemeente Gods te komen, is hij daartoe ook op werkdagen gehouden, als de gelegenheid niet ontbreekt.

Maar dan hebben we nog wat, zegt de tweede partij. Het vierde Gebod zegt alleen, dat we God op een zekere tijd moeten dienen. De Kerk stelt de dag vast. Nu moeten wij geloven, dat God ons gebiedt op die dag naar de Kerk te gaan. Het is als met het Avondmaal. Christus heeft het geboden, maar niet de tijd bepaald. De Kerk bepaalt de tijd. Wij moeten komen als op een bevel van Christus.

De eerste partij antwoordt hierop, dat dit strijdt tegen de tekst van de Catechismus. Dit leerboek zegt, dat een bepaalde dag n.1. de Sabbat is aangewezen. Die Sabbat is voor ons de Zondag d.i. de Rustdag. Het vierde gebod verplicht ons op die dag.

Nog eens komt de tweede partij naar voren. U spreekt over werk, zeggen lij. Weet u wel wat voor werk bedoeld is? Het is een rustdag van boze werken. Wij moeten alle dagen van onze boze werken vieren en de eeuwige sabbat in dit leven beginnen. Dat is onze Rustdag. Neen, zeggen nu weer de eersten. Dan zouden we elke dag naarstiglijk tot de gemeente Gods moeten komen en hier is toch klaarblijkelijk een Rustdag, die onderscheiden is van de andere dagen. Die eeuwige Sabbat hier beginnen, dat is mooi, maar het is een vrucht van de viering van de wekelijkse Sabbat.

Ho nu eens, zeggen weer de bestrijders van de goddelijke grondslag van de Zondag, de Catechismus spreekt helemaal niet van die uiterlijke en strenge rust, die gij voorstaat.

Dan antwoorden de eersten met te verwijzen naar de verschillende synodebesluiten, waarin de Overheid werd aangespoord, om voor een goede Zondagsrust zorg te dragen. Uit dit korte overzicht van dit ene puntje uit het grote gesprek over de Zondag kunnen we zien met welk een indringende ernst, dit gesprek is gevoerd.

Het is niet altijd makkelijk met het verstand te beredeneren, wat de intuïtie onmiddellijk grijpt. Als de Zondag een menselijke inzetting is, vervalt de eis tot rust en heiliging van de Zondag. Dan wordt het een levensvorm, waar ieder voor zich vrij tegenover staat. Maar op deze wijze is er over Zondag 38 een gesprek gevoerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Welke tekst van Zondag 38 van de Catechismus geldt voor ons: de Duitse of de Nederlandse?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 augustus 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's