Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIENT GIJ OOK EEN ONBEKENDE GOD?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIENT GIJ OOK EEN ONBEKENDE GOD?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want de stad doorgaande en aanschouwende uw heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden, op hetwerk een opschrift stond: en onbekenden God. Dezen dan, dien gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden. Hand. 17 : 23.

Zo was het in Athene. Daar stonden veel tempels en andere heiligdommen. De

Apostel Paulus had het zelf gezien. Hij had al maar naar boven lopon kijken, zoals er letterlijk staat. Natuurlijk naar de hoge tempels en beelden. Maar hij gaf niet veel voor al die godsdienst, dat blijkt duidelijk. Het waren maar beelden gemaakt door in eigen oog wijze en verstandige mannen, die meenden de Godheid te kennen. Doch zij kenden God niet. Daar ineens echter

ziet de Apostel een altaar zonder naam. Dat was gewijd aan een onbekende God. Dat sluit de dienstknecht des Heeren in zijn n? emorie op. Straks op de Areopagus, op de béürs waar wijsheden verkocht worden, knoopt hij er bij aan. Mannen, zegt hij, wilt ge weten, wat ik kom doen? Ik heb een altaar gezien, waarop gij offers brengt aan een onbekende god. Die onbekende God kom ik u verkondigen. Zo was het in Athene, daar waren een hoop heiligdommen, maar de ene ware God kenden zij niet.

Zou het in Nederland beter zijn? O zeker, wij zijn niet het heidense Athene, maar het christelijke Nederland. Op al onze altaren en heiligdommen staat de naam van Christus behalve op die enkele Mohammedaanse en Theosophische of andere heidense tempel: Doch zijn we er nu? wordt in de roomse kerk God gediend, zoals F|.ij .izich in Christus heeft geopenbaard? W aarom hebben zij dan in Nederland duizenden echte kinderen Gods wreedaardig vermoord? Een kerk, die echt de ene ware God dient, kan toch de kinderen Gods niet vermoorden. Ik kan dat tenminste niet verstaan. Dan hebben we in Nederland de vele vrijzinnigen in allerlei schakeringen: orthodoxe vrijzinnigen en vrijzinnige orthodoxen. Het gemakkelijkst zijn ze hieraan te kennen, dat zii de uitverkiezing in de zin van onze belijdenis en het plaatsvervangend lijden en sterven van onze Heere en Heiland loochenen. Velen van hen willen vagelijk haast alles belijden, maar zeker deze twee stukken niet, evenmin als de totale verdorvenheid van de mens. Is het dan nog de ware God, die niet verkiest ten eeuwigen leven en die niet door het bloed van het Lam is verzoend en die niet de enige oorzaak is onzer zaligheid, want de mens kan ook nog wat? Hoe kan de loochening van onze belijdenis samen met het belijden daarvan eerlijk bestaan? Hoe was het in Athene? Daar waren vele heiligdommen en goden. Maar zagen de mensen daar veel onderscheid in?

Weineen, zij achtten ze ongeveer gelijk en beschouwden het als een particuliere liefhebberij, dat de een zich meer aangetrokken gevoelde tot Apollo en de ander tot Dia$a. Ze bedoelden toch allemaal hetzelfde. Wordt er zo niet vaak geredeneerd in Christelijk Nederland? Lijkt dat niet op Athene?

Daar zijn ook vele heiligdommen. Daar heeft ook ieder mens zijn eigen ideeën en maakt zichzelf een gedachte over God. Calvijn schreef immers, dat het hart des ïnensen een grote afgodenfabriek is. De een denkt, dat netjes leven op zijn manier, voor God goed genoeg is. De ander denkt, dat je al een heel christen bent, als je een keer niet wegloopt bij een radiopreek. De derde zegt, dat hij het niet helpen kan, dat hij onbekeerd is en ieder heeft zo een beeld. Paulus zou ook onder ons al maar moeten kijken naar onze hoge heiligdommen. En hoe liggen de zaken nu eigenlijk? Ze liggen zo, dat van nature ieder mens een onbekende God dient. Laat dit even tot u doordringen, want het is belangrijk. Als u aarzelt om de waarheid van deze woorden toe te stemmen, laat ik u dan mogen herinneren aan Matth. 11 : 27: noch iemand kent de Vader dan de Zoon, en dien het de Zoon wil openbaren". In 1 Cor. 2:14 lezen we: Maar de natuurlijke mens begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn". Wat weet de natuurlijke mens dan wel? Hij weet, dat God God is en dat hij Hem heeft te eren en te dienen en verantwoording schuldig is. Doch verder verstaat de natuurlijke mens van God niets. Bovendien wil hij de ware God niet kennen en gehoorzamen ook. Wat zegt de Schrift hiervan? Dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God, want het (vlees) onderwerpt zich der wet Gods niet, kan dat ook niet. Bedenk hierbij, dat de hele natuurlijke mens vlees is. De mens is van nature dood in zonden, blind en wil zich niet bekeren en kan zich niet bekeren. Doch hij weet van nature, dat God God is. Alleen kan hij deze natuurlijke kennis uit zijn ziel uitroeien en dan weet hij niets meer.

Maar het kan anders gaan ook. Daar zijn mensen, die door de natuurlijke Godskennis overtuigd zijn geworden van zonde en van de noodzakelijkheid ener bekering van de zonde tot een goede levenswandel. Wat zij met het natuurlijk licht hebben vernomen van Jezus en van de vergeving der zonden, dat hebben zij met het verstand op zichzelf toegepast.

Hoe kan men deze mensen daarvan overtuigen, dat zij uit kracht van de natuurlijke Godskennis leven? Dat kan men niet. Zij lachen u gewoonweg uit, als gij het probeert. Daar zij zelf geen geestelijke Godskennis hebben, verstaan zij niet, wat iemand daaruit spreekt. De Heere Jezus noemt zulken de wijzen en verstandigên, voor wie het verborgen is. Zij hebben zich zelf met hun eigen verstand geholpen. Bij de joden ten dage van de rondwandeling van Christus op aarde vond men de vruchten van deze natuurlijke kennis, doch zelfs de Heere Jezus kon ze niet overtuigen. Maar nu is er een verschil, waar wij op moeten letten. Er zijn mensen, die een onbekende God dienen en er zijn mensen, die een onbekende God zoeken. Duizenden dienen een onbekende God. Zij bidden en zij danken, zij lezen in de Bijbel, zij gaan op onder de prediking met min of meer natuurlijk begrip. Zij worden soms ouderling of diaken, onderwijzer of predikant. Hun natuurlijk begrip neemt toe, maar zij worden daardoor te meer wijs en verstandig in eigen schatting. De joden zijn er het grote voorbeeld van. En zo blijven zij een onbekende God dienen. Onder die duizenden komt nu een scheiding. Velen blijven die ze zijn. Maar anderen worden kinderen. Hun kennis neemt af. Zij gaan er hoe langer hoe minder van verstaan. Als gij hun eenzame gebeden zoudt kunnen beluisteren, zoudt ge hen horen zeggen: Heere, ik ken u niet. Zij gaan een onbekende God zoeken langs een onbekende weg. Kunt u het volgen? Zulken luisteren naar de prediking van Paulus. die God, die Gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden.

Overweeg nu eens voor uzelf, wat ik heb neergeschreven. Hoe is het met u: dient gij een onbekende God, of kent gij de God, dien gij dient? Misschien dat gij vraagt, waaraan gij dit kunt weten? Dat kunt ge hieraan weten of uw wijsheid en verstand een vrucht is van uw opvoeding en natuurlijke Godskennis dan wel of het u is geopenbaard. In het laatste geval, zult u het weten, want dan zult u met de Apostel moeten zeggen: Dit is in geen hoek geschied.

Als de Heere Jezus de onbekende God aan u bekend maakt door Zijn Geest, maakt Hij u eerst de heiligheid Gods en van Zijn wet bekend. Dan krijgt ge daarvan een kennis, die gij nog nooit hebt gehad. Dat deze openbaring uit God is, kunt ge daaraan weten, dat zij bijzonder vernedert. Als God in genade een mens verootmoedigt, dan ontneemt Hij hem zelfs alle verstand. Dan wordt deze mens een kind. En aan zo'n kind wordt geopenbaard, dat God de God is van zondaren, hoewel zij dachten, dat de Heere hen in de hel moest werpen, omdat zij te slecht waren voor de hemel. Want God heeft een welbehagen gehad in de Voorspraak, die met gerechtigheid kwam voor goddelozen en een kwijtschelding bracht voor alle schuld. Wie is er een kind geworden? Eerst een kind zonder verstand en toen een kind, dat als een goddeloze is neergezonken aan het hart zijns Vaders, Die hem zijn kind en erfgenaam noemde. Wie God zo kent heeft het eeuwige leven, Joh. 17:3.

In Athene wilden ze niet veel van de prediking van de Apostel Paulus horen. Zij hoorden liever een bekende God prediken met nieuwe woorden. Is het bij ons beter? Gaat niet menigeen zijn gang maar, zowel door niet onder de prediking te komen als door ziin hart ver van God te houden? De Heere is echter vrij om de onwillige neer te werpen. Velen gaan Zondag weer op om een onbekende God te dienen. U mocht voor het eerst van uw leven de onbekende God deze Zondag gaan zoeken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 september 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DIENT GIJ OOK EEN ONBEKENDE GOD?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 september 1953

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's