Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verstarring en matheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verstarring en matheid

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we het kerkelijk leven aan het einde van het jaar 1953 overzien dan kannen we het eigenlijk niet beter typeren naar onze mening dan met de woorden, die we boven dit artikel hebben geschreven: verstarring en matheid.

Het is een algemene klacht, die we onder mensen van verschillende kerkformatie kunnen beluisteren, dat het geestelijk leven zeer ingezonken is. Er ligt een matheid over alle kerken, waaraan men zich riet kan ontworstsn. Juist daardoor ontstaan steeds nieuwe splitsingen en scheuringen, zoals we die ook in het afgelopen jaar weer hebben kunnen opmerken. We de-iken alleen maar aan de scheuring in de Gereformeerde Gemeenten, die daar de broedertwist hoog hebben doen oplaaien. En er zijn ook enkele kleine afsplitsingen geweest van de Herv. Kerk, die we alleen maar kunnen betreuren.

Kon men in de oorlogsjaren pogingen opmerken om tot meerdere eenheid van de gereformeerde belijders te komen in ons land, wat sindsdien geschied is, geeft weinig hoop, dat er van die eenheid binnen afzienbare tijd iets zal worden gezien. Ook op dit gebied is er een verstarring ingetreden, zodat eigenlijk alles hopeloos vast zit. De besprekingen, die tussen afgevaardigden van verschillende kerken gevoerd werden, zijn vrijwel doodgelopen, zodat er wel een groot wonder moet gebeuren wil er iets ten goede veranderen. En hoe meer de gereformeerde belijders van elkaar afgroeien hoe groter de schade wordt. We worden immers op de duur allemaal wat eenzijdig en daarom is het zo nodig, dat we elkaar vasthouden en van elkaar trachten te leren.

Maar ook ten aanzien van het kerkelijk leven van onze Hervormde Kerk moeten we eigenlijk hetzelfde opmerken: verstarring en matheid. Waar is het élan gebleven waarmee de Hervormde Kerk naar voren kwam in en vlak na de oorlog. Hoevelen, ook in andere kerken, hebben niet gehoopt dat er een nieuwe tijd zou aanbreken, dat de Hervormde Kerk werkelijk zou terugkeren tot de gehoorzaamheid aan het Woord Gods en tot een levende gemeenschap met de belijdenis der vaderen. Hoevelen hebben iets groots verwacht van de doorbreking van de kerkelijke reglementen, die koning Willem I de Hervormde Kerk had opgelegd. Wanneer we nu echter terugblikken op het jaar 1953 dan moeten we zeggen, dat we verder van een werkelijke vernieuwing van het Hervormd kerkelijk leven afzijn dan voorheen. Alleen de vrijzinnigen kunnen eigenlijk van werkelijke winst spreken. In verschillende plaatsen zijn ze erkend geworden en hebben ze een officiële plaats gekregen in het kerkelijk leven. Overigens gaat de richtingsstrijd onverminderd voort, het mooie woord modaliteiten ten spijt, waarmee men thans de oude richtingen liefst aanduidt.

Verstarring en matheid, daar kunnen we ook het kerkelijk leven in onze Hervormde Kerk mee typeren. De middenorthodoxie zwaait de scepter. En deze is vriendelijk gezind ten aanzien van de vrijzinnigen. Minder vriendelijk echter tegenover de gereformeerden. Men neemt het immers de laatsten kwalijk, dat ze niet meelopen achter de midden-orthodoxie en dat ze telkens weer de „rust" verstoren. De 4 vragen, die aan de generale synode gesteld werden door het Hervormd Gereformeerd Verband van ambtsdragers vielen ook niet bij alle leidinggevende personen in goede aarde. Men spreekt het liefst zo weinig mogelijk over de belijdenis en de vragen, die daarmee samenhangen. En de bekende formule van artikel 10, waaraan ieder zijn eigen uitleg kan geven, wil men dan ook het liefst zonder officiële uitleg laten. Dat blijkt duidelijk uit het antwoord van de generale synode.

Men klaagt allerwege over achteruitgang van het aantal meelevende leden der kerk. Het kerkbezoek wordt minder, vooral in de grote steden. Over het algemeen is het kerkbezoek nog goed in de gereformeerde gemeenten der Hervormde Kerk, waar het Woord Gods recht gesneden wordt en waar aan een arme zondaar een rijke Christus verkondigd wordt.Toch mag niet ontkend worden, dat er ook over die gemeenten een zekere matheid ligt. zoals over de gehele kerk. Een grote nood is daarbij het predikantentekort.

Verschillende gemeenten worstelen met langdurige vacatures, waardoor de gemeenten in geestelijk opzicht achteruitgaan. Terwijl bij de middenorthodoxie een predikantenoverschot is, wordt bij de gereformeerden het tekort maar niet kleiner. Dat er gebed zij dat de Heere arbeiders in zijn wijngaard uitstote!

Verstarring en matheid blijkt ook duidelijk uit het feit, dat verschillende kerkelijke kwesties in diverse gemeenten nog steeds niet tot een oplossing zijn gekomen. We ontvingen pas een brief uit Lunteren, waarin nog eens geklaagd wordt over de treurige toestanden in die gemeente. Onze lezers zullen weten, hoe daar een kerkeraad werd gekozen van mannen, die naar Schrift en belijdenis de gemeente willen leiden, zoals da.t voorheen altijd geschiedde. Maar de gekozenen konden niet bevestigd worden, omdat ze sympathie hadden met een evangelisatie in een buurtschap van Lunteren, waar de gereformeerde prediking gebracht wordt. Zover is het in onze kerk al gekomen, dat dit kan geschieden. En zo wordt een in grote meerderheid gereformeerde gemeente een predikant onthouden, die naar Schrift en belijdenis predikt. Want door al die omstandigheden kan in de vacature niet beroepen worden. Deze brief is één kreet om recht, maar het onrecht blijft voortbestaan. Dit duurt nu al ongeveer twee jaar. We zouden nog andere kwesties kunnen noemen, zoals Yzendoorn, verschillende moeilijkheden van evangelisaties zoals in Baarn en Soest, waar voorheen een gereformeerd predikant stond, maar waar alles slepend blijft. We denken ook aan de zaak Ds Loos.

Wanneer we het geheel overzien, dan kunnen we niet anders zeggen dan dat het kerkelijk leven in Nederland in zijn geheel verstard is en dat er een zekere matheid ligt over de kerken. En wat van de kerken in 't algemeen geldt, dat vinden we ook in onze Hervormde Kerk. Hoe nodig is het dat de Geest des Heeren in de kerkelijke hof ga waaien, opdat er nieuw leven kome.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1953

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's

Verstarring en matheid

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 december 1953

Gereformeerd Weekblad | 18 Pagina's