Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gereformeerde prediking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gereformeerde prediking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(32)

In de gereformeerde prediking zal ook aangedrongen worden op zelfonderzoek. Dat is welhaast vanzelfsprekend na alles wat we over de prediking gezegd hebben. Een voorwerpelijke-onderwerpelijke prediking moet wel aandringen op zelfonderzoek, of beter gezegd: dringt door haar aard op zelfonderzoek aan. Want wanneer de noodzaak van het leven des geloofs op de voorgrond wordt gesteld, de noodzaak ook van de persoonlijke toe-eigening van het heil dat in Christus is, dan is vanzelfsprekend dat door de prediking alleen al de vraag in de harten der hoorders gewekt wordt: Weet ik van deze dingen, heb ik daar ook kennis aan?

Er zijn in onze tijd veel mensen, ook kerkmensen, die van dat zelfonderzoek niets willen weten. Ze hebben de valse rust lief. Ze behoren nu eenmaal bij de kerk, ze zijn gedoopt, ze hebben belijdenis gedaan, ze gaan aan het Avondmaal, ze behoren tot de schare der gelovigen. Ja, ze zegt men zelfs van zekere zijde, het 's zonde om te twijfelen aan de zaligheid, men heeft God op zijn Woord te geloven en het is de taak van de prediker om daar zijn gehoor op te wijzen. En dan past het de prediker niet om aan te dringen op zelfonderzoek, want daarbij zal gezegd moeten worden dat er schapen en dat er bokken zijn, dat de tarwe in de hemelse schuren vergaderd wordt en het kaf met onuitblusselijk vuur verbrand zal worden.

Degenen die tegen zelfonderzoek zijn hebben waarschijnlijk de Bijbel nog nimmer gelezen. Want dan zouden ze immersweten, dat er twee wegen zijn, de weg des levens en de weg des doods. Ze hebben waarschijnlijk nog nooit het woord van de Heere Jezus gehoord: „Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg, die tot het verderf leidt en velen zijn er die door deze ingaan. Want de poort is eng en de weg is nauw die tot het leven leidt, en weinigen zijn er die dien vinden."

Men vergeet dat een mens zichzelf zo kan bedriegen voor een eeuwigheid omdat zijn hart zo arglistig is, meer dan enig ander ding, zodat de profeet uitroept: wie zal het kennen? Van nature hebben we de valse rust zo lief. En we kunnen die man dan ook best begrijpen, die eens tegen ons zei: Dominee, ik kom niet meer naar de kerk, want onlangs heb ik een preek gehoord waar ik zo bang van geworden ben, dat ik er een paar nachten van wakker gelegen heb. En dat wil ik niet meer.

Toch houden we het voor noodzakelijk dat in de prediking aangedrongen wordt op zelfonderzoek. Dat is trouwens ook naar de Heilige Schrift. In de brief aan Corinthe is het immers de apostel Paulus die schrijft: Onderzoek uzelven of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij gij enigszins verwerpelijk zijt" (2 Corinthe 13 : 5) De Corinthiërs waren veel en lang bezig geweest met te onderzoeken of Paulus wel een echt en betrouwbaar apostel was. Maar Paulus keert nu de rollen eens om en zegt: nderzoekt uzelven. En op dat „uzelven" valt hier de volle nadruk. In plaats van Paulus op de echtheid van zijn apostolaat te onderzoeken (dat is niet nodig!) onderzoeke de gemeente de echtheid van haar geloof en zij bewijze de echtheid. En nu zijn er twee mogelijkheden, een gunstige en een ongunstige. Vragend lokt de apostel eerst de gunstige mogelijkheid uit, dat Corinthe uitroept: ij weten dat Jezus Christus in ons is. Dat wil Paulus gaarne. Maar dat kan alleen gezegd worden als zij tenminste niet af te keuren zijn. De apostel wijst terloops op deze ongunstige mogelijkheid om de gemeente op te wekken tot ernstig zelfonderzoek en de echtheid van het geloof te bewijzen.

Bij de zuiverste prediking des Woords en de reinste bediening der Sacramenten en de strengste handhaving van de kerkelijke tucht over leer en leven, zullen we toch nog geen kerk van enkel uitverkorenen kunnen hebben. In de loop der eeuwen zijn geregeld wel pogingen aangewend om zo'n kerk te stichten maar al deze pogingen zijn op mislukkingen uitgelopen. Onze vaderen hebben dan ook geleerd dat de uitverkiezing in Gods Raad op aarde verwerkelijkt wordt in de weg van het genadeverbond. En wat dit betekent gevoelt ieder. In de oude bedeling gold het verbond der genade met Israël. Onder dat volk was echter een vleselijk Israël en een geestelijk Israël. En daar dit genadeverbond zich voortgeplant heeft tot in de kerk der nieuwe bedeling, zal er ook in de kerk altijd kaf blijven onder het koren, de wijnstok heeft goede en kwade ranken, de zuivere onzichtbare kerk is er wel, maar ze is nimmer gelijk te stellen met de zichtbare kerk. Naast het ware zaligmakende geloof is er veel dood geloof of ook wel tijdgeloof. En dat moet door de prediking openbaar gemaakt worden.

Tegenwoordig wordt door velen een geloof gepredikt zonder bekering. Men stelt het nu voor alsof de wedergeboorte en bekering niet meer nodig zijn. Althans, daar wordt nooit of zo goed als nooit over gesproken. En wanneer men het nog wel eens over bekering heeft dan bedoelt men daarmee de dagelijkse bekering - der gelovigen. Men stelt het zo voor alsof de gehele gemeente in de staat van een gelovige verkeert. Alleen de stand van de gelovige kan wel eens verkeerd zijn.

Maar in de prediking moet niet alleen aangedrongen worden op een onderzoek naar de geloofsstand, wat menigmaal neerkomt op een onderzoek naar bepaalde zonden, die in het leven kunnen voorkomen en waarmee we de Heere misdagen, of ook wel naar een zekere verachtering in de genade. Natuurlijk is het onderzoek hiernaar ook nodig. Maar nog nodiger is het onderzoek naar onze staat voor God, die de wortel is van al het andere. Anders wordt in een gemeente een valse gerustheid gekweekt en een vertrouwen op valse gronden, waardoor de mensen zich voor de eeuwigheid bedriegen. En het bloed des

mensen zal, naar het woord van de profeet Ezechiël van de hand des predikers geëist worden. Vandaar ook dat in de prediking ook steeds zal moeten worden aangedrongen op zelfonderzoek, of we in het geloof zijn of niet. Vandaar ook, dat we het hier nog eens onderstrepen, dat de gereformeerde prediking voorwerpelijkonderwerpelijk is en vanzelfsprekend daarom ook zal aandringen op zelfonderzoek.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 januari 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Gereformeerde prediking

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 januari 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's