Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

AUGUSTINUS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

AUGUSTINUS

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(6)

Augustinus, die in zijn Belijdenissen zo sterk ijvert voor de persoonlijke omgang met God, heeft toch het geheel der kerk niet uit het oog verloren. Hij heeft voor de algemene (katholieke) christelijke kerk gestreden tegen allerlei afscheidingsbewegingen, die in zijn tijd hun hoogtepunt bereikt hajdden in het zogenaamde Donatisme. Wanneer we hier van de algemene of katholieke kerk spreken dan heeft dit vanzelfsprekend een andere inhoud dan wanneer de roomsen daarvan spreken. Zij menen, dat hun roomse kerk de katholieke kerk is. Wij moeten het met onze reformatorische vaderen onderschrijven, dat de roomse kerk een valse kerk is. Het is in de huidige kerkelijke situatie nodig om dit nog eens nadrukkelijk vast te stellen. De roomse kerk mist de kentekenen van de ware kerk: de rechte bediening des Woords en het gebruik van de sacramenten naar de instelling van Christus. Wanneer men werkelijk op reformatorisch standpunt staat, zal men geen gemeenschap kunnen hebben met de roomse kerk en de pogingen van de zijde van de oecumenische beweging om die gemeenschap toch te zoeken moeten veroordeeld worden.

Niettemin moet ons de verscheurdheid en de verdeeldheid van de kerk zeer ter harte gaan. Wanneer wij alleen maar letten op de verscheuring van de gereformeerde gezindheid in ons land dan moeten wz met droefheid constateren, dat daardoor de kracht van de gereformeerde beginselen verbroken wordt. Afgezien nog van het feit, dat men dikwijls elkaar onderling bestrijdt en zo zijn krachten verteert in onderlinge ruzies, terwijl het voor de ontwikkeling van het gereformeerde leven in ons land zo nodig zou wezen dat we schouder aan schouder stonden. Dat zullen wij als Hervormd Gereformeerden nog meer en nog beter gevoelen dan die gereformeerde belijders, die zich in hun kerken en kerkjes hebben afgescheiden van de anderen. De verdeeldheid van de gereformeerden moet ons allen tot zonde worden.

Augustinus heeft in Afrika ook een verdeelde kerk aangetroffen en door de omstandigheden in dat land is hij een fel bestrijder geworden van de afscheidingen. De christelijke kerk in Afrika was verdeeld. Dat was in hoofdzaak geschied rondom 300. Toen was er in Afrika een strijd ontstaan over de verkiezing van een bisschop als opvolger van Mensurius, de bisschop van Carthago. Daartoe werd Caecilianus gekozen, die evenals zijn voorganger zich sterk gekeerd had tegen een overdreven martelarenverering, waaraan velen in de gemeente zich schuldig maakten. In de jaren 303—305 was er in Noord-Afrika een christenvervolging geweest en bisschop Mensurius had alles gedaan wat maar mogelijk was om zijn gemeenten voor die vervolging te bewaren. Hij had daarom getracht een schikking te bewerkstelligen met de vervolgers. Maar er waren toen verschillende christenen geweest, die gelegenheid zochten om zich openlijk als christenen te verklaren en daarom weigerden ze de Heilige Schriften in te leveren en daardoor waren ze martelaren geworden. Men beschuldigde toen de bisschop, dat hij veel te slap optrad en eigenlijk Christus verloochende. Zijn opvolger Caecilianus nu was van dezelfde gedachte geweest als Mensurius en daarom wilden velen hem niet als bisschop erkennen. Ze kozen dan ook een tegenbisschop, eerst Majorinus, die al kort na zijn

optreden stierf, en toen Donatus, die de afscheidingsbeweging vele jaren heeft geleid en naar wie ze ook haar naam ontvangen heeft: Donatisme.

Pogingen van de keizer en de bisschop van Rome om de eenheid van de kerk in Afrika te herstellen mislukten en het Donatisme kreeg zo'n grote aanhang, dat haar aanhangers veel meer in getal waren dan de leden der katholieke christelijke kerk.

De Donatisten beschouwden zichzelf als de enig ware kerk, de alleen heiligen. Met gloed kwamen ze voor hun overtuiging uit. Zij schroomden zelfs niet om verzet te bieden tegen de keizerlijke troepen. Degenen, die daarbij hun leven verloren, werden als martelaren geëerd. En onder de vervolgingen, die vooral in de eerste jaren plaatsvonden, groeide de beweging van het Donatisme sterk. Trouwens, van de zijde van de overheid zijn steeds strenge maatregelen genomen tegen het Donatisme om de eenheid der kerk te herstellen. De Donatisten hielden echter lang stand en hoewel in de tijd van Augustinus haar grootste bloei reeds achter de rug lag, had deze beweging ook toen nog grote invloed, zoals Augustinus zelf ook ondervonden heeft.

Wanneer men de geschiedenis van het Donatisme nagaat dan zou men een zekere vergelijking kunnen maken met de latere Wederdopers. We vinden immers in beide zekere nationalistische en revolutionnaire trekken. Bovendien een zeker heiligheids-ideaal, waarbij men zich verzette tegen al te ruime toelating van nieuwe leden der kerk. Men wilde 'n soort heilige kerk stichten van enkel ware gelovigen. En men erkende slechts daar de kerk, waar de sacramenten bediend werden door bisschoppen, die geen doodzonde (ontucht of afval) bedreven hadden. De christelijke kerk van die dagen stond niet op dit standpunt waardoor haar sacramentsbediening volgens de Donatisten ook krachteloos was. Daarom moesten leden van de katholieke christelijke kerk, die naar de Donatisten overkwamen, ook weer opnieuw gedoopt worden.

Augustinus zag het Donatisme als een gevaar voor de kerk. Hij had dan ook van het begin afaan een open oog voor de noodzakelijkheid van de bestrijding van deze in zijn ogen sectarische kerk. In Hippo Regius, de stad van Augustinus, vormden de Donatisten bovendien een meerderheid onder de bevolking en ze oefenden een ware terreur uit. Hun bisschop had hen zelfs verboden om voor de katholieke christenen brood te bakken. Zo was er alleen van die kant al aanleiding tot bestrijding van het Donatisme. Maar het zat Augustinus bovenal dwars, dat de Donatisten de Heilige Doop niet erkenden die door geestelijken van de katholieke kerk bediend was. Hij kwam op voor de objectiviteit van de Heilige Doop, wanneer ze bediend was naar de instelling van Christus. Wie de bedienaar van de Doop subjectief was, had op de objectieve waarde van de Doop geen invloed. Omdat de Donatisten de Doop in de kerk van Augustinus bediend van nul en gener waarde achten, heeft Augustinus juist op dit punt zo sterk de strijd aangebonden. Vandaar is zijn strijd tegen het Donatisme begonnen. In een volgend artikel willen we zien hoe Augustinus die strijd voerde en hoe hij in die strijd ook de overwinning heeft behaald. Want door de krachtige bestrijding van het Donatisme door Augustinus is de kracht van deze beweging in Afrika immers gebroken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

AUGUSTINUS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 oktober 1954

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's