PERSSCHOUW

Wondergenezingen en Spiritisme

In verschillende bladen is de laatste tijd geschreven over een engelse spiritist Harry Edwards, die zegt wondergenezingen te kunnen verrichten. Ook in ons land is hij al enkele malen geweest. In October jl. heeft hij een genezingsdienst gehouden in Den Haag, die zeer druk bezocht was. Het Zoeklicht vertelt daarvan en geeft een zeer afwijzend oordeel over deze beweging en over het spiritisme. De Persschouwer neemt uit dit artikel het volgende over:

Cultus der duisternis.

Wanneer wij nu op onze beurt ook eens een antwoord mogen geven op de vraag wat er gebeurt op de seances van de geesten-apostel Harry Edwards, dan zeggen wij: De bewering dat we hier te doen hebben met het werk van gestorven medici, die aan de overzijde des grafs een hogere vakbekwaamheid hebben verworven, is een pertinente leugen. In de gehele Bijbel (die de enige kenbron is die wij voor zaken als deze aanvaarden) is geen voorbeeld te vinden dat de geesten der afgestorvenen door levenden gesproken hebben.

Wat de spiritisten geesten van afgestorvenen noemen, zijn inderdaad niets anders dan verleidende geesten der duivelen, die zich als geesten van gestorvenen voordoen. Deze geestenbeweging is ons voorzegd in 1 Tim. 4:1: Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten en leringen der duivelen."

De Bijbel verbiedt nadrukkelijk het vragen van doden, zie Deut. 18:10, 11; Jes. 8:19, 20.

Het was mede een oorzaak van Sauls dood, dat hij zich tot het medium te Endor had gewend, om de gestorven Samuël te zien en te spreken (1 Kron. 10:13, 14). In zijn goede dagen had hij deze heidense overblijfselen uit het land uitgeroeid, maar na zijn afval van God keerde hij tot het heidense uitbraaksel terug en voltooide daardoor zijn verderf.

De wijze koning Salomo heeft gezegd: De doden weten niet met al... zij hebben geen deel in deze eeuw in alles wat onder de zon geschiedt" (Pred. 9:5, 6).

Het is dan ook geen wonder dat de spiritisten niet veel van de Bijbel moeten hebben. Van de vele spiritistische stemmen over de Bijbel zullen we er slechts één laten horen.

De Amerikaanse spiritist William Denton, prof. in de geologie, zeide in zijn geschrift: „Logische gedachten over de bijbel" o.a. het volgende:

„Er is veel in de bijbel dat waar en recht is; doch welk een klein gedeelte, zeker nog niet het twintigste deel en dan is dit nog zo vermengd met veel dat tijdelijk, vals, onzinnig, onzedelijk en slecht is, dat daardoor de waarde er van merendeels vernietigd wordt.

Geen Atilla die de schrik der wereld was, gaf ooit wreder en bloeddorstiger bevelen dan de bijbel aan God toeschrijft. De Jehova der Joden is een opgehemeld mens, half soldaat, half heilige, en toch geheel en al een Jood."

Over de vergeving van de zonde door het geloof in Christus zegt hij: „Wat kon meer vals en nadelig zijn dan zulk een leer; het bloed van Jezus heeft er net zoveel mee te maken, als dat van een schaap. De bijbelschrijvers zijn dwazen en fabeldichters en Paulus is een dwaas dat hij die dingen geslikt heeft."

En over de Heere Jezus schreef hij: „Het is dwaasheid over de Joodse hervormer te praten, alsof hij een model voor iedereen ware. Ik kan niet zeggen dat ik veel respect heb voor een man, die tot de mensen spreekt in geheimzinnige gelijkenissen; een man die zichzelf Meester noemt en allen die zijn leringen niet aannemen en gehoorzamen tot het eeuwigdurend vuur doemt. Dit is juist de methode geweest van godsdienstige bedriegers in iedere eeuw."

„Er is geen vergelijking te maken tussen het beste boek van de bijbel en de geschriften van Plato... Jehovah's gunstelingen kunnen niet in de schaduw van de oude heidenen staan."

„De bijbel is een papieren god. Doch sidder, gij grijshoofdige leugen, gij heidense fabel, gij onmenselijk bijgeloof! Want, ofschoon opgesloten in het heilige der heiligen, de dag nadert reeds, zelfs het uur, dat u voor het licht zal, slepen en uw verborgen mismaaktheden zal ontbloten voor het aangezicht uwer verblinde aanbidders."

De meest schokkende dingen uit dit boek van een spiritist zullen wij onze lezers besparen. Spiritistische bladen noemden dit boek indertijd „een weldaad voor de mensheid".

Het spiritisme ontkent de persoonlijkheid van God; de Godheid van Christus; de plaatsvervangende dood van Christus; de zondeval des mensen; de persoon en het werk van de Heilige Geest; dc redding van zondaren uit genade van God en door het geloof; de wederopstanding van het lichaam; het komende oordeel; de straf van de goddelozen.

De spiritisten geloven daarentegen: God is onpersoonlijk; Jezus is niet God; de dood van Christus heeft geen verzoenende waarde; de mens is nooit gevallen; er is geen Heilige Geest; de mens is zijn eigen redder; er is geen hel.

De plaatsruimte ontbreekt ons om het werkelijke wezen van het spiritisme en spiritualisme nog duidelijker aan onze lezers voor te stellen. Wij achten het bovenstaande trouwens voldoende bewijs, dat we hier te maken hebben met leringen en krachten die niet uit God zijn. En indien er door Harry Edwards en zijn helpers werkelijk genezingen tot stand mochten worden gebracht die niet langs natuur-wetenschappelijke weg kunnen worden verklaard, dan is het voor ons een uitgemaakte zaak dat zij moeten worden gerekend tot de tekenen en wonderen van de machten der duisternis.

Teken des tijds

Dat er in Nederland duizenden mensen gevonden worden die alle oordeel des onderscheids en elk verantwoordelijkheidsgevoel totaal blijken te hebben verloren en desnoods ook door de duivel zelf van hun ziekten en kwalen willen worden genezen, is een ernstig en walgelijk teken des tijds. Wij

vrezen dat het hier dikwijls gaat om mensen die beter weten, doch menen dat zij God en hun eigen geweten met een zg. gebedje, wat orgelmuziek en een vroom liedje in slaap kunnen wiegen.

Dat het spiritisme een belangrijke rol zal spelen in de eindtijd der wereld, staat vast. Zijn invloed zal zich overal openbaren, zowel op het terrein der politiek, handel, economie, wetenschap en oorlogvoering, als op het gebied dat in deze Tijdspiegel aan de orde werd gesteld.

Laat ieder daarom toezien dat hij niet wordt verleid door de listige omleidingen des duivels, wiens dienaren zich naar het woord van Paulus ook openbaren als dienaars der gerechtigheid (2 Kor. 11 : 14, 15).

Hoe lasterlijk spreken de spiritisten over de Bijbel, over de Heere God en zijn dienst. En toch zijn er dikwijls christenmensen — de Persschouwer heeft ze zelf ook ontmoet •— die zich om genezing tot spiritisten wenden. Het is goed en nodig, dat ook hierbij de vinger gelegd wordt, opdat we ons niet begeven in grote gevaren voor de ziel.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen