Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Koninkrijk Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Koninkrijk Gods

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Slot)

Over de H. Doop hebben we de vorige keer iets gezegd. Dan moet nu de instelling van het H. Avondmaal volgen. Dat is van meet af een der belangrijkste instellingen in de Christelijke gemeente geweest.

De eerste vraag is nu: wat is de hoofdzaak in het H. Avondmaal? Is het verzoenend lijden en sterven van de Christus de hoofdzaak of is Zijn wederkomst het voornaamste in het Avondmaal? Het is onze lezers bekend, dat er een sterke stroming in de kerk is, die van de verzoenende kracht van Jezus' lijden en sterven niets wil weten. Onder hen is eerst de gedachte geopperd, dat het Avondmaal een herinneringsmaaltijd zou zijn. Later hebben anderen naar voren gebracht, dat het in het H. Avondmaal oorspronkelijk alleen ging om een teken en zegel van de Wederkomst van Christus. In de laatste tijd echter geeft men van vele zijden toe, dat het plaatsbekledend lijden en sterven van de Heere Jezus een grote plaats in het evangelie inneemt. Dit neemt niet weg, dat men toch nog graag het bijzondere van het Avondmaal des Heeren zoekt in de verwachting van het nabije einde. Wij zouden dan het H. Avondmaal in hoofdzaak vieren ter herinnering aan de spoedige wederkomst des Heeren.

Misschien zegt iemand: wat is het nut voor ons dat wij dit weten? Dit is het nut, dat ge met deze gegevens uw eigen tijd beter kunt verstaan. Wij plegen het H. Avondmaal te vieren ter gedachtenis van het lijden en sterven van Christus om onze zonde. Wij gedenken daarbij aan onze zonde en vervloeking. Wij hebben daarbij een groot mishagen aan onszelf. Vandaar ook de ernstige kleding van de Avondmaalsgangen Maar wat wil nu deze en gene, die met de nieuwe gedachten bezwangerd is? Hij kijkt niet achterom, doch vooruit. Hij kijkt niet naar Gethsemané en Golgotha en evenmin naar binnen, waar de verdorven natuur nog altijd tot alle boosheden geneigd is. Hij kijkt naar de nieuwe aarde en wil van het H. Avondmaal een feestmaal maken, zonder mishagen aan zichzelf. Het vreugdevolle moet er in tot uitdrukking komen alsof de Heere Jezus al wedergekeerd is en alsof de mens al geheel vernieuwd is.

Op dit soort Avondmaalsviering wordt

door sommigen in onze tijd aangedrongen. Als ge dit eens tegenkomt weet men nu de wortel er van. Wat moeten we er van denken? Ten eerste dit. dat bij een rechte Avondmaalsviering de vreugde over de gemeenschap met de Borg en Zaligmaker en de verwachting van een spoedige vereniging met Hem mede behoort. De Heere Jezus is door het geweld der mensen in de dood gebracht. Hij heeft dit te voren geweten. Nochtans was Hij verzekerd van de eindoverwinning. Hij zou wederkomen in heerlijkheid. Dan zullen zij samen, de Heere Jezus met de discipelen en met de hele Kerk, eten en drinken en verzadigd worden van vreugde. Het is bekend, dat de vreugde en de zaligheid van het Koningrijk Gods als het aanzitten aan en het genieten van een maaltijd wordt aangeduid.

Vóór Zijn lijden heeft de Heere Jezus zo'n maaltijd gehouden en Hij heeft Zijn Kerk bevolen een dergelijke maaltijd op gezette tijden te herhalen, totdat Hij komt. Het is de maaltijd van hen die deel hebben aan het heil van het Koninkrijk en de parel van grote waarde hebben ontvangen.

Nu zien zij uit naar de grote tijd, dat de volle vreugde zal worden genoten en zij smaken de krachten der toekomende eeuw.

Maar het is de vreugdemaaltijd van het nieuwe paradijs niet. Daarnaar verlangt de Heiland zeer. Daarom zal Hij bij de instelling van het H. Avondmaal Zelf wel niet gegeten hebben van het brood of gedronken van de wijn. Want met deze eerste Avondmaalstafel begint een reeks van maaltijden, waarin de Heere Jezus niet lichamelijk tegenwoordig is. De discipelen krijgen als vervanging van Zijn lichaam en bloed: brood en wijn. Dit moeten zij nuttigen als het lichaam en bloed des Heeren. Dit is het nieuwe, dat de Heere Jezus hier brengt. Het lichaam van Jezus zal voortaan de spijze en Zijn bloed voortaan de drank van Zijn discipelen zijn, midden in deze aardse ellende en hopeloosheid. De wateren zijn nog op de aarde, maar het lijden en sterven van Jezus is de ark, waarin Gods uitverkorenen veilig zijn geborgen. Zij verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. En nu hebben zij steeds een mishagen aan zichzelf, worden verschrikt door de watervloeden en orkanen, die op de aarde zijn, doch sterken zich in de Heere Jezus Christus. Zijn verzoenend lijden en sterven is de grond van hun hoop en het voornaamste in het H. Avondmaal. Deze tafel des Heeren is ingesteld tijdens het vieren van het Joodse Pascha. Het brood is het ongezuurde brood geweest, dat tezamen met het Paaslam gegeten werd. De beker wijn is de derde beker van het Paasfeest. Met „lichaam en bloed" wijst de Heiland de beide bestanddelen aan, die samen de stoffelijke organisatie van de mens vormen en bij de dood gescheiden worden. Dit stoffelijke heeft Jezus gegeven tot een offer, gelijk de dieren gegeven werden. Het is niet zo, dat de Zaligmaker Zichzelf aanduidt als het ware Paaslam. Over vlees en bloed van dit lam sprak Jezus niet. Het „bloed des Verbonds" doet ons veel meer denken aan de Verbondssluiting bij de Sinaï. Weliswaar is de Heere Jezus ook het ware Paaslam, doch Hij is nog meer. De Zaligmaker is de vervulling van heel de Oudtestamentische offerdienst. Het is de vrucht van dit alomvattende. al vervullende zoenoffer, welke Hij aan Zijn discipelen als Zijn lichaam en bloed te eten en te drinken geeft.

In het H. Avondmaal worden de vruchten van de offerdood van het Lam Gods ontvangen, gegeten en gedronken. Waarin is de zaligheid gegrond? Alleen in Christus. Het offer van Christus is de korte samenvatting van heel het evangelie. Van dit offer mogen de discipelen brood eten en wijn drinken, aan dit offer mogen zij het leven en de vreugde ontlenen als blijvende vrucht voor de tijd, die nu komen gaat.

Hieruit volgt dat het H. Avondmaal niet het offer zelf is. Prof. van der Leeuw heeft dit wel gesteld en daarmee zijn Sacramentstheologie willen funderen, doch het is onjuist. Het Avondmaal is evenmin een offer als het Paschamaal, doch een offermaaltijd. Het offer is de veronderstelling en niet de inhoud van de maaltijd. Het breken van het brood is niet te vergelijken met het uiteenrukken van het lichaam van Christus en het inschenken van de wijn is niet het uitgieten van het offerbloed. Wat in het H. Avondmaal wordt uitgebeeld is niet de zelfovergave van Christus, maar de vrucht daarvan voor het leven der zijnen.

Wat is dus het doel van het H. Avondmaal? De Heere Jezus wilde Zijn discipelen op Zijn zoendood wijzen als op de oorzaak en het fundament van de zaligheid. Deze verwijzing was tevens een bevestiging en verzegeling.

De „Goede Vrijdag" staat in het middelpunt der gedachtenis van het lijden en sterven, al mogen we de Zondagmorgen der opstanding niet vergeten. Het is eert maal van geestelijke vreugde vanwege de zoendood des Heeren voor de velen. d.w.z. voor het nieuwe volk Gods in z'n geheel.

Het lichaam en bloed van Christus wordt aan de tafel gegeten en gedronken, het kruis wordt in het midden der gemeente tot een actuele en levende werkelijkheid.

Maar is dan het brood veranderd in Zijn lichaam en de wijn in Zijn bloed? Dat zij verre. Daar is geen sprake van wezensverandering. Wie dit voorstaat moet op een gewelddadige manier de Schrift overweldigen. De symbolische opvatting wordt door heel de Schrift gesteund.

Nu is het ook weer niet zo, dat er alleen maar wat wordt afgebeeld. Er wordt iets toegereikt. De discipelen horen wat, doch ontvangen iets ook, nl. in dit brood en in deze wijn op zinnebeeldige wijze Zijn lichaam en Zijn bloed. Brood en wijn vertegenwoordigen lichaam en bloed van Jezus. Door het gebruik van de tekenen ontvangen de kinderen Gods door de werking van de Heilige Geest de vrucht van het offer van Christus. In het H. Avondmaal wordt niet de verwerving van het heil maar de toepassing gepresenteerd.

Een moeilijke zaak is de vraag hoe dichtbij de Heere Jezus het einde aller dingen en de volle openbaring van het Koninkrijk heeft gezien. Daar zijn veel uitspraken, die naast elkaar staan en die toch alleen zin krijgen als men ze ziet in een groot perspectief. De Heere Jezus heeft op twee wijzen van de toekomst gesproken. In de eerste plaats van de toekomst van kruis en opstanding en in de tweede plaats van de toekomst van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. De laatste toekomst ligt in onbekende verten. Telkens wordt er duidelijk van gesproken dat de tijd daarvan onbekend is. De bruidegom in de gelijkenis der 10 maagden kwam te middernacht. Dat is toch wel rijkelijk la^t.

„Waakt dan, want gij weet niet de dag noch de ure". Matth. 25 : 13.

„Waakt dan, want gij weet niet wanneer de heer des huizes komen zal, laat in de avond of te middernacht, bij het hanengekraai of des morgens vroeg, opdat hij niet als hij plotseling komt, u slapende vindt". Luc. 12 : 38.

De sterkste uitspraak over de onbekendheid van het tijdstip, waarop de Zoon des mensen komen zal ligt in de woorden: „Maar aangaande die dag of het uur weet niemand, ook niet de engelen in de hemel, noch de Zoon, doch alleen de Vader". Maar wel moet ieder rekenen met de mogelijkheid van een nabije wederkomst. Het is de fout geweest van de mensen uit de dagen van Noach, dat zij er niet mee rekenden en geen erg hadden in het oordeel. Duidelijk is echter ook, dat de Heere Jezus de jongste dag niet onmiddellijk verwachte. Hij sprak immers de gelijkenis van de ponden, volgens Lucas 19 „omdat Hij dicht bij Jeruzalem was en zij meenden dat het Koninkrijk Gods terstond openbaar zou worden".

Zo heeft de Heere Jezus altijd over de toekomst gesproken, niet om berekeningen te maken, doch om te vermanen, te vertroosten, te waarschuwen en te onderwijzen als over een persoonlijke zaak.

Jezus' discipelen moeten altijd acht slaan op de tekenen der tijden, doch geen vreemde Messiassen volgen. Deze zullen er ten allen tijde komen, doch niet het minst tegen het einde. Men krijgt de indruk dat de verdeeldheid al maar toe zal nemen. Daarnaast ook de onverschilligheid en de vijandschap tegenover God. De toekomstvoorzegging van de Heere Jezus heeft een profetisch karakter. De profeet schrijft geen kroniek. Hij ziet allerlei gebeurtenissen, die komen en gaan en hij ziet in dit alles het komen Gods. Maar hij kan de gebeurtenissen niet dateren, hij kan in het komen Gods niet alle stadiën onderscheiden. Het is voor hem de ene grote werkelijkheid. En zoals de tijd zich samentrekt in één punt, zo ziet hij de ruimte als een totaliteit. In de profetie lijken alle dingen te gebeuren in één punt des tijds en in één ruimte. In de vervulling blijken er vele punten des tijds te zijn en vele ruimten. Geen profetie is van eigen uitlegging. God

legt Zelf de woorden der voorzegging uit door de zaken te doen komen, sommige in het Joodse land, andere in de landen der volken. Maar hoe de vervulling ook zij, het zal altijd de Christus zijn, Die komt om te oordelen.

Dat wij in die dag in Christus gevonden mogen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Het Koninkrijk Gods

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 maart 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's